10.4 Voortplanting met bloemen 22-01-24
1 / 31
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Wat is het mannelijk voortplantingsorgaan van een bloem?
A
Stamper
B
Stijl
C
Meeldraden
D
Vruchtbeginsel
Slide 5 - Quizvraag
Hoe heet onderdeel 5?
A
Zaadbeginsel
B
Eicel
C
Zaadcel
D
Stamper
Slide 6 - Quizvraag
Waaruit bestaan meeldraden?
A
Stempel en Stijl
B
Vruchtbeginsel en helmdraad
C
Helmdraad en helmknop
D
Helmdraad en stijl
Slide 7 - Quizvraag
Wat is het vrouwelijke voortplantingsorgaan van een bloem?
A
Meeldraden
B
Stamper
C
Stempel
D
Stijl
Slide 8 - Quizvraag
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Een windbloem maakt nectar om insecten te lokken
A
Waar
B
Niet waar
Slide 13 - Quizvraag
Een windbloem heeft meeldraden die uit de bloem hangen
A
Waar
B
Niet waar
Slide 14 - Quizvraag
Een insectenbloem heeft opvallende kroonbladeren om insecten te lokken
A
Waar
B
Niet waar
Slide 15 - Quizvraag
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Door de wind worden zaden verspreidt
A
Waar
B
Niet waar
Slide 21 - Quizvraag
Een vruchtbeginsels verandert in een zaad
A
Waar
B
Niet waar
Slide 22 - Quizvraag
In de afbeelding zie je de esdoorn met zijn typische vruchten. Hoe zullen deze vruchten verspreid worden?
A
Wind
B
Dieren
Slide 23 - Quizvraag
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Ontkieming is het ontwikkelen van zaad tot een plant
A
Waar
B
Niet waar
Slide 26 - Quizvraag
Tijdens de bevruchting smelten de kernen van een stuifmeelkorrel en eicel samen
A
Waar
B
Niet waar
Slide 27 - Quizvraag
Een plant die zijn zaden verspreidt door de wind heeft aanpassingen gedaan om ervoor te zorgen dat zijn zaadjes verspreidt kunnen worden
A
Waar
B
Niet waar
