your own Greek polis - project

Your own Greek polis - project
The time of Greeks and Romans 
3.000 BC - 500 
1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havo, vwoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Your own Greek polis - project
The time of Greeks and Romans 
3.000 BC - 500 

Slide 1 - Tekstslide

Introduction
In this assignment you will design your own city-state (polis) as a group. You will see that in the Ancient Greek world there were many different city-states that were all settled in their own way.
  
First you will determine a place in Greece where you can best start a polis and you will come up with a name for the new city-state. Then you will see which form of government is best for your polis. You will have a discussion with each other about the advantages and disadvantages of different forms of government, after which you and your group make a choice.
As last, a guardian deity and a creation myth must be chosen for the polis that best suits the location and form of government.

Make wise choices and be forever in the favor of the Gods!

Slide 2 - Tekstslide

Combine all partial assignments and make a poster (A3 format) that you can use during a presentation.

Requirements: all partial assignments have been processed.

Prepare a presentation about your polis using the poster.

Requirements: presentation lasts approximately 5-10 minutes, each group member has a share in the presentation and the poster is actively used.
Final assignment
1
2

Slide 3 - Tekstslide

Layout of this project + learning objectives
     location                                        deity                  myths              science
The student can:
  • Describe the ancient Greek world;
  • Explain with an example that there was cultural unity in the Greek world;
  • Give meaning to the keyword: polis / city-state.
1
The student can:
  • Explain the difference between the forms of government: aristocracy, monarchy, oligarchy, democracy and tyranny and recognize them in a source.
  • Identify the difference between direct and indirect democracy. 
  • Argue what the advantages and disadvantages are of different forms of government.
2
The student can:
  • Name and recognize twelve Greek gods by their attributes.
  • Argue why certain gods are better suited to a polis than others.
3
The student can:
  • Describe the cultural function of myths.
  • Indicate how ancient Greek myths can still be relevant today.
4
The student can:
  • Tell in their own words how observation and research led Greeks to get scientists for the first time.
  • Name different Greek scientists/philosophers and what their contribution was to science. 
  • Recognize from a source whether there is scientific thinking.
5
form of government

Slide 4 - Tekstslide

Planning
Lesson
Part
1
What is a polis?
2
Partial assignment 1
3
Which form of government?
4
Partial assignment 2
5
Which tutelary?
6
Partial assignment 3
7
A creation narrative
8
Partial assignment 4
9
Science and art + partial assignment 5
10
Final assignment
11
Presentations

Slide 5 - Tekstslide

What is a polis?

Slide 6 - Tekstslide

Greece in classical antiquity (750 BC-500 AD) was a collection of islands. It was a total of 131,957 km². In ancient Greece, many areas were separated from each other by mountains or by sea. These natural barriers ensured that between 800 B.C. and 500 B.C. about 700 city-states have emerged. Such a city-state was called a polis (plural: poleis).
A polis consisted of a city with a surrounding piece of land. Crops that were eaten by the inhabitants or used for trade were often grown here. Poleis were not always governed in the same way, but they were very similar. The Greeks spoke about the same language, believed in the same gods and told each other the same heroic stories. That is why we speak of one 'Greek world'.

Slide 7 - Tekstslide

What stands out about the landscape of Greece?

Slide 8 - Open vraag

Explain what the natural barriers have to do with the emergence of so many different poleis.

Slide 9 - Open vraag


Explain why the Greeks fell under one Greek world.

Slide 10 - Open vraag

Imagine you are a Greek chief and you are choosing a good place to build a city-state.
 

Drag number 1, 2 and 3 where
you would like to build the polis.
1
2
3

Slide 11 - Sleepvraag


Why did you specifically choose these places?

Slide 12 - Open vraag

Time to make groups!

Slide 13 - Tekstslide

Discuss with your group which chosen place is best to start a polis.
Which arguments are the best?

Slide 14 - Open vraag

Think of a name for your polis.
Don't forget to make it sound very Greek. You may also use an existing name such as: Mycenae, Knossos, Thebes, Delphi, Athena, Sparta, Epidaurus, Corfu, Epirus, Olympia or Corinth.

Slide 15 - Open vraag

You will receive a large drawing sheet from your teacher. You and your group will outline the outlines of the island, the coastal region or the inland. First you do this with a pencil and when you have finished this you trace it with a marker. (use google maps as help!)
 
Indicate areas where there are high mountains and where there is water (rivers or sea) (let this also be reflected in a legend!) Because no polis can be built here. Make sure you still have room for the polis!

Partial assignment 1
1
2

Slide 16 - Tekstslide

Which form of government?

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Click on the question marks for more information!

Slide 19 - Tekstslide

Geef aan welke staatsvorm wordt omschreven.

Plato schreef: De staat moet bestuurd worden door de meest bekwame mensen.

Slide 20 - Open vraag

Geef aan welke staatsvorm wordt omschreven.

In Athene mochten alle vrije Atheense mannen (direct) stemmen en spreken in de volksvergadering.

Slide 21 - Open vraag

Geef aan welke staatsvorm wordt omschreven.

In sommige stadstaten greep een rijk en/of machtige legerleider de macht. Hij bestuurde dan in zijn eentje de stad en iedereen moest doen wat hij besliste.

Slide 22 - Open vraag

Geef aan welke staatsvorm wordt omschreven.

In het begin van de Griekse stadstaten waren de meeste geleid door een koning die alle macht had. Hij gaf deze rol als hij doodging door aan zijn zoon.

Slide 23 - Open vraag

Neem onderstaand schema over en vul verder in.
Geef per bestuursvorm twee voordelen en twee nadelen.
Bestuursvorm
Voordelen
Nadelen
Monarchie
-
-
-
-
Aristocratie
-
-
-
-
Tirannie
-
-
-
-
Democratie
-
-
-
-

Slide 24 - Tekstslide

Je hebt veel voordelen en nadelen besproken van allerlei bestuursvormen. Je zult ook gezien hebben dat een democratie net zoveel voor- en nadelen heeft dan de rest van de bestuursvormen. Discussieer met je groepje welke staatsvorm jullie polis krijgt.  


Schrijf samen een argumentatie waarom jullie staatsvorm de beste is waarbij je de voordelen in een lopend verhaal opsomt en de negatieve argumenten ontkracht. 
Eisen: minstens een half A4 aan tekst.

Deelopdracht 2
1
2

Slide 25 - Tekstslide

Welke beschermgod?

Slide 26 - Tekstslide

Op de berg Olympus, de hoogste berg van Griekenland, verbleven de Olympische goden. De goden gingen regelmatig naar beneden om mensen te helpen, te straffen en zelfs om kinderen te maken. Als er een kind geboren werd dat van een mens en een god afkomstig is, is het een halfgod. De halfgoden hadden bijzondere eigenschappen. Ze verrichtte heldendaden en ze werden door iedereen bewonderd. 

De twaalf olympische goden waren bijna allemaal oppermachtig, als de macht van de ene god ophield, begon de macht van een andere god. Alleen Zeus was echt oppermachtig. In een heleboel dingen leken de goden op de mensen. Ze hadden dezelfde emoties en ook dezelfde zwakke plekken.

Slide 27 - Tekstslide

Klik op de vraagtekens voor meer informatie!
Zeus                           Poseidon                       Hades                            Hera                          Demeter                         Hestia                          Athena
   Apollo                       Artemis                           Ares                         Aphrodite                 Hephaistos                      Dionysos                      Hermes
Poseidon: god van de zeeën, aardbevingen en paarden.
Attributen: drietand
Hades: god van de onderwereld
Attributen: Cerberos (de hellehond) + de tweetand
Zeus: opperpod en de god van de bliksem
Attributen: bliksemschicht, troon en adelaar
Hera: godin van het huwelijk
Attributen: staf en pauw
Demeter: godin van de landbouw en het graan.
Attributen: graanhalm
Hestia: godin van de huiselijkheid
Attributen: haardvuur
Athena: godin van de wijsheid, techniek en de krijgskunst.
Attributen: helm, schild en uil
Hermes: god van de handel, boodschapper van de goden.
Attributen: sandalen met vleugels en een reizigershoed
Dionysos: god van de wijn, dans en toneel.
Attributen: klimop (thyrosstaf), krans van druivenbladeren, wijn
Hephaistos: god van de smeedkunst, vulkanen en vuur.
Attributen: werktuigen en hamer
Aphrodite: godin van de liefde.
Attributen: duif en roos
Ares: god van de oorlog.
Attributen: volledige wapenuitrusting
Artemis: godin van de jacht, de bossen en van de maan.
Attributen: pijl en boog
Apollo: god van het licht, de zon, de muziek, de schone kunsten. 
Attributen: laurierkrans en cither (soort harp)

Slide 28 - Tekstslide

Bij de volgende opdracht zie je diverse Griekse goden afgebeeld. Goden kun je vaak herkennen aan de attributen (voorwerpen) die ze bij zich hebben. 

Weet jij de namen van de goden en waar zij de macht over hebben?
Gebruik het internet voor de volgende opdracht!

Slide 29 - Tekstslide

Sleep de namen op de juiste afbeeldingen!
Zeus
Hephaistos
Poseidon
Dionysos
Apollo
Athena
Ares
Hermes
Aphrodite
Demeter
Artemis
Hera

Slide 30 - Sleepvraag

Sleep de taken op de juiste goden!
Liefde
Jacht
Oorlog
Oppergod
Huwelijk
Zeeën
Landbouw
Wijn
Muziek
Handel
Smeden
Wijsheid

Slide 31 - Sleepvraag

Kijk met je groepje goed naar de ligging en de staatsvorm die je gekozen hebt in de vorige opdrachten. Ga met elkaar de discussie aan over welke god/godin het beste zou passen bij jullie polis. Het is daarbij ook belangrijk om te weten wat de inwoners van de polis willen, zijn ze oorlogszuchtig of juist vredelievend? Willen ze hard werken en daarmee meer welvaart of meer ontspanning?

Kies een god/godin voor jullie polis. Geef drie redenen waarom deze god/godin het beste past. Let op, elke god/godin mag maar één keer gekozen worden, geef je god door bij je docent!

Deelopdracht 3
1
2

Slide 32 - Tekstslide

Een ontstaansmythe

Slide 33 - Tekstslide

De Griekse mythologie is de verzameling van de Griekse mythen en sagen. Dit zijn verhalen over goden, halfgoden en de relaties tussen goden en mensen. De Grieken geloofden in meer dan één schepper. Zij waren polytheïstisch (poly = veel en theos = god) en vereerden vele goden. 

De godenverhalen werden aan elkaar doorverteld. Daarom zijn er soms verschillende versies van een mythe. De Griekse goden hadden buitengewone krachten en konden er ook als mensen uitzien. Ook gedroegen ze zich als mensen. Ze wilden allemaal graag de macht hebben en waren vaak jaloers, kwaad, maar ook vrolijk en heldhaftig. Wanneer er belangrijke beslissingen moesten worden genomen vroeg men vaak om advies. Men ging naar de tempel in Delphi om een orakel (een raadselachtige voorspelling van de goden) te vragen.

Klik op een van de afbeeldingen om een Griekse mythen te bekijken!

De doos van Pandora
Daedalus en Icarus
verhaal - animatie (Engels met NL ondertiteling)
De twaalf werken van Herakles
verhaal - animatie (Engels met NL ondertiteling)
Koning Midas
verhaal - animatie (Engels met NL ondertiteling)

Slide 34 - Tekstslide

Welke mythen heb je gelezen?

Slide 35 - Open vraag

De Griekse mythen werden vaak verteld door ouders aan hun kinderen om de kinderen een les te leren.

Wat was de les uit jouw mythe?

Slide 36 - Open vraag

Griekse mythes gaan vaak over gevoelens.

Welke gevoelens overheerste in jouw mythe?

(voorbeelden van gevoelens: wraak, verliefdheid, angst, spijt, hebzucht, etc.)

Slide 37 - Open vraag

De mensen in een Griekse stadstaat vertelde elkaar ook vaak een mythe over het ontstaan van hun prachtige polis. Vaak kwam hier de beschermgod in voor die op een magische manier de stad stichtte. 
Schrijf met je groepje een ontstaansmythe van je polis.

Eisen: de ontstaansmythe moet minstens een half A4 aan tekst zijn.

Deelopdracht 4
1

Slide 38 - Tekstslide

Wetenschap en kunst

Slide 39 - Tekstslide

De oude Grieken kenden vele wetenschappers en filosofen, hieronder vind je er enkele. 
Klik op de vraagtekens om meer te weten te komen!

Plato (filosoof en schrijver), leerling van Socrates en leraar van Aristoteles, is een van de invloedrijke denkers in de westerse filosofie en was de stichter van de Atheense democratie.
Aristoteles (filosoof en wetenschapper), samen met Socrates en Plato beschouwd als een van de invloedrijkste klassieke filosofen in de westerse traditie. 
Socrates of Sokrates (filosoof), beschouwd als een van de stichters van de westerse filosofie, al liet hij zelf geen geschriften na. 
Archimedes (wiskundige, natuurkundige, ingenieur, uitvinder en sterrenkundige), beschouwd als de grootste wiskundige van de Oudheid en een van de grootste wiskundigen aller tijden.
Pythagoras (wiskundige), zijn wiskundige “stelling van Pythagoras” wordt nog altijd gebruikt en leren jullie ook bij Wiskunde!
Hippocrates (arts), beschouwd als de grondlegger van de westerse geneeskunde omdat hij als eerste, natuurlijke in plaats van bovennatuurlijke, oorzaken voor ziekten zag. 
Herodotus of Herodotos (historicus), beschouwd als de vader van de geschiedschrijving. Hij is vooral bekend door zijn werk ‘De Historiën’.  
Kies een van de Griekse wetenschappers/filosofen uit die in jullie polis mag komen wonen. Let op want elke wetenschapper/filosoof mag maar 1 keer gekozen worden. Geef je keuze door aan de docent.

Slide 40 - Tekstslide

Ga onderzoek doen naar je gekozen wetenschapper/filosoof. Welke uitvindingen heeft hij gedaan of welke nieuwe ideeën heeft hij gebracht?

Slide 41 - Open vraag

Door observeren en door hun kennis van het menselijk lichaam, konden de Grieken beelden maken die ‘echt op mensen leken. Door de vormen en de details leken sommige beelden levensecht. En precies zoals de Grieken hun goden en zichzelf het liefst zagen: perfect en gespierd

Voor een bouwwerk zochten de Grieken naar mooie en perfecte vormen. In hun tempels herken je dat: je ziet rechthoeken, driehoeken en veel zuilen. Het ideale gebouw was symmetrisch, dat wil zeggen dat twee helften elkaars spiegelbeeld zijn. De Griekse gebouwen maakten veel indruk: op de Grieken zelf en op bezoekers van een stad.

Van de mythen en van de dingen die de Grieken meemaakten, werden vaak toneelstukken gemaakt. De Grieken vonden dat je van een toneelstuk iets moest leren, bijvoorbeeld welke fouten mensen konden maken. Er waren twee soorten toneelstukken. Een tragedie liep meestal slecht af en een komedie had een vrolijk einde. De voorstellingen waren buiten, in halfronde theaters.

Slide 42 - Tekstslide

De Grieken waren zo goed in het maken van kunst dat andere volkeren hen eeuwenlang hebben nagedaan.

Vazen
Architectuur
Beeldhouwkunst
Theater maskers
Muurschilderingen
Mozaïek vloeren 
Kies een van de kunstvormen waar jullie polis zich op gaat specialiseren. Let op want elke kunstvorm mag maar 2 keer gekozen worden. Geef je keuze door aan de docent.

Slide 43 - Tekstslide

Ga op het internet opzoek naar een voorbeeld van jullie gekozen kunstvorm.

Slide 44 - Open vraag

Bedenk een verhaal achter deze kunstvorm.
Waar gaat het over?
Waarom ziet het er op deze manier uit?


Slide 45 - Open vraag

Zoek een afbeelding op van de gekozen wetenschapper/filosoof. Beschrijf vervolgens wat deze wetenschapper/filosoof zo bekend maakt.

Eisen: een afbeelding + enkele regels over de wetenschapper/filosoof.

Zoek een afbeelding op van de gekozen kunstvorm. Beschrijf vervolgens wat deze kunstvorm zo speciaal maakt.

Eisen: een afbeelding + enkele regels over de kunstvorm.
Deelopdracht 5
1
2

Slide 46 - Tekstslide

Voeg alle deelopdrachten samen en maak hier een poster (A3-formaat) van die je kunt gebruiken tijdens een presentatie.

Eisen: alle deelopdrachten zijn verwerkt.

Bereid een presentatie voor over je polis waarbij gebruik gemaakt wordt van de poster.

Eisen: presentatie duurt circa 5-10 minuten, ieder groepslid heeft een aandeel in de presentatie en de poster wordt actief gebruikt.
EINDOPDRACHT
1
2

Slide 47 - Tekstslide

PRESENTATIES
stopwatch
00:00

Slide 48 - Tekstslide