4h-Kap3-De keuzevoorzetsels-10-2

Lernziele heute:  
Sprechen:
- Ich kann mein MO vorstellen

Grammatik:
- Ich kenne die Wechselpräpositionen
- je kunt de keuzevoorzetsels en hun betekenis noemen
- je kunt de 3e en 4e naamval bij de keuzevoorzetsels juist toepassen

Grammatik und Wortschatz Kapitel 2: 10 Minuten Forms eintragen

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Lernziele heute:  
Sprechen:
- Ich kann mein MO vorstellen

Grammatik:
- Ich kenne die Wechselpräpositionen
- je kunt de keuzevoorzetsels en hun betekenis noemen
- je kunt de 3e en 4e naamval bij de keuzevoorzetsels juist toepassen

Grammatik und Wortschatz Kapitel 2: 10 Minuten Forms eintragen

Slide 1 - Tekstslide

Präposition 4. Fall
(voorzetsel 4e naamval)

Slide 2 - Woordweb

Präposition 3. Fall
(voorzetsel 3e naamval)

Slide 3 - Woordweb

Keuzevoorzetsels (Wechselpräpositionen)

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

3e naamval ( Dativ)
Je krijgt antwoord op de vraag: 
wo?/ waar? = plaatsbepaling, toestand

ergens zijn/zich bevinden/rust 

Slide 10 - Tekstslide

voorbeeld

Sie steht vor d... Laden(m). 
waar staat zij? "voor de winkel" dus 3e naamval
Sie steht vor dem Laden.

Slide 11 - Tekstslide

4e naamval
Je krijgt antwoord op de vraag:
wohin? (waarheen)

doelgerichte beweging/ergens komen

Slide 12 - Tekstslide

voorbeeld
  Er springt in d... Schwimmbad (o).
waarheen springt hij? "in het zwembad" dus 4e naamval
Er springt in das Schwimmbad.

Slide 13 - Tekstslide

Dativ
Dativ = plaatsbepaling, ergens zijn

Je kunt de vraag: Wo (waar)? stellen


Die Zeitung liegt auf dem Tisch. 

Akkusativ
Akkusativ = beweging ergens heen. 

Je kunt de vraag: Wohin (waarheen)? stellen

Sie wirft die Zeitung auf den Tisch (m). 

Slide 14 - Tekstslide

Vul in.
Ich lege deinen Schlüssel auf d... Tisch (m).

Slide 15 - Open vraag

Das Bild hängt an d.... Wand (v).
A
die
B
der

Slide 16 - Quizvraag

Vul in.
Stehst du immer so lange vor d.... Spiegel (m)?

Slide 17 - Open vraag

7/2 regel
Wann? Wohin? = geen antwoord?/niet letterlijk?
2 = auf, über--> 4e naamval
7 = an, hinter, neben, in, unter, vor, zwischen--> 3e naamval

Slide 18 - Tekstslide

Das Buch ist hinter d.. Schrank (m) gefallen.

Slide 19 - Open vraag

Der Hund legte sich unter d.. Stuhl (m).

Slide 20 - Open vraag

Der Vater wartet auf d.. Ankunft (v) des Zuges.

Slide 21 - Open vraag

Wir freuen uns auf Ihr.. Besuch (m).

Slide 22 - Open vraag

Üben
Snap je het nog niet? 
Bekijk dan het volgende uitlegfilmpje.




Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Link

Übungen





Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Link

Slide 27 - Link

Grammatik und Wortschatz: 10 Minuten Forms eintragen
-> du hast eine Mail mit dem Link bekommen

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide