Thema 4 - les 2
1 / 27
Lesduur is: 120 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Tip: zet devices tijdens de les uit.
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 3 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
- Enkelvoud (1): het zout
- Meervoud (2+):
Beluister het woord.
Slide 4 - Woordweb
Schuif bij eerste aanbod het schrift naar beneden, laat het enkelvoud zien en overschrijven. Vertel vervolgens het meervoud, dat hoeft niet te worden opgeschreven. Je kunt er eventueel wel een contextrijke zin met meervoud mee maken en die laten opschrijven.
- Enkelvoud (1): de peper
- Meervoud (2+): de pepers
Beluister het woord.
Slide 5 - Woordweb
Schuif bij eerste aanbod het schrift naar beneden, laat het enkelvoud zien en overschrijven. Vertel vervolgens het meervoud, dat hoeft niet te worden opgeschreven. Je kunt er eventueel wel een contextrijke zin met meervoud mee maken en die laten opschrijven.
- Enkelvoud (1): het kruid
- Meervoud (2+): de kruiden
Beluister het woord.
Slide 6 - Woordweb
Schuif bij eerste aanbod het schrift naar beneden, laat het enkelvoud zien en overschrijven. Vertel vervolgens het meervoud, dat hoeft niet te worden opgeschreven. Je kunt er eventueel wel een contextrijke zin met meervoud mee maken en die laten opschrijven.
- Enkelvoud (1): de olie
- Meervoud (2+): de oliën
Beluister het woord.
Slide 7 - Woordweb
Schuif bij eerste aanbod het schrift naar beneden, laat het enkelvoud zien en overschrijven. Vertel vervolgens het meervoud, dat hoeft niet te worden opgeschreven. Je kunt er eventueel wel een contextrijke zin met meervoud mee maken en die laten opschrijven.
- Enkelvoud (1): de boter
- Meervoud (2+): de boters
Beluister het woord.
Slide 8 - Woordweb
Schuif bij eerste aanbod het schrift naar beneden, laat het enkelvoud zien en overschrijven. Vertel vervolgens het meervoud, dat hoeft niet te worden opgeschreven. Je kunt er eventueel wel een contextrijke zin met meervoud mee maken en die laten opschrijven.
- Enkelvoud (1): het brood
- Meervoud (2+): de broden
Beluister het woord.
Slide 9 - Woordweb
Schuif bij eerste aanbod het schrift naar beneden, laat het enkelvoud zien en overschrijven. Vertel vervolgens het meervoud, dat hoeft niet te worden opgeschreven. Je kunt er eventueel wel een contextrijke zin met meervoud mee maken en die laten opschrijven.
- Enkelvoud (1): de boterham
- Meervoud (2+): de boterhammen
Beluister het woord.
Slide 10 - Woordweb
Schuif bij eerste aanbod het schrift naar beneden, laat het enkelvoud zien en overschrijven. Vertel vervolgens het meervoud, dat hoeft niet te worden opgeschreven. Je kunt er eventueel wel een contextrijke zin met meervoud mee maken en die laten opschrijven.
- Enkelvoud (1): de kaas
- Meervoud (2+): de kazen
Beluister het woord.
Slide 11 - Woordweb
Schuif bij eerste aanbod het schrift naar beneden, laat het enkelvoud zien en overschrijven. Vertel vervolgens het meervoud, dat hoeft niet te worden opgeschreven. Je kunt er eventueel wel een contextrijke zin met meervoud mee maken en die laten opschrijven.
- Enkelvoud (1): de worst
- Meervoud (2+): de worsten
Beluister het woord.
Slide 12 - Woordweb
Schuif bij eerste aanbod het schrift naar beneden, laat het enkelvoud zien en overschrijven. Vertel vervolgens het meervoud, dat hoeft niet te worden opgeschreven. Je kunt er eventueel wel een contextrijke zin met meervoud mee maken en die laten opschrijven.
- Enkelvoud (1): de hagelslag
- Meervoud (2+):
Beluister het woord.
Slide 13 - Woordweb
Schuif bij eerste aanbod het schrift naar beneden, laat het enkelvoud zien en overschrijven. Vertel vervolgens het meervoud, dat hoeft niet te worden opgeschreven. Je kunt er eventueel wel een contextrijke zin met meervoud mee maken en die laten opschrijven.
- Enkelvoud (1): de thee
- Meervoud (2+): de theeën
Beluister het woord.
Slide 14 - Woordweb
Schuif bij eerste aanbod het schrift naar beneden, laat het enkelvoud zien en overschrijven. Vertel vervolgens het meervoud, dat hoeft niet te worden opgeschreven. Je kunt er eventueel wel een contextrijke zin met meervoud mee maken en die laten opschrijven.
- Enkelvoud (1): de koffie
- Meervoud (2+): de koffies
Beluister het woord.
Slide 15 - Woordweb
Schuif bij eerste aanbod het schrift naar beneden, laat het enkelvoud zien en overschrijven. Vertel vervolgens het meervoud, dat hoeft niet te worden opgeschreven. Je kunt er eventueel wel een contextrijke zin met meervoud mee maken en die laten opschrijven.
- Enkelvoud (1): de suiker
- Meervoud (2+):
Beluister het woord.
Slide 16 - Woordweb
Schuif bij eerste aanbod het schrift naar beneden, laat het enkelvoud zien en overschrijven. Vertel vervolgens het meervoud, dat hoeft niet te worden opgeschreven. Je kunt er eventueel wel een contextrijke zin met meervoud mee maken en die laten opschrijven.
- Enkelvoud (1): de melk
- Meervoud (2+):
Beluister het woord.
Slide 17 - Woordweb
Schuif bij eerste aanbod het schrift naar beneden, laat het enkelvoud zien en overschrijven. Vertel vervolgens het meervoud, dat hoeft niet te worden opgeschreven. Je kunt er eventueel wel een contextrijke zin met meervoud mee maken en die laten opschrijven.
- Enkelvoud (1): het water
- Meervoud (2+):
Beluister het woord.
Slide 18 - Woordweb
Schuif bij eerste aanbod het schrift naar beneden, laat het enkelvoud zien en overschrijven. Vertel vervolgens het meervoud, dat hoeft niet te worden opgeschreven. Je kunt er eventueel wel een contextrijke zin met meervoud mee maken en die laten opschrijven.
Slide 19 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 20 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 21 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Slide 22 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
woordweb
timer
5:00
Slide 23 - Woordweb
Zet de devices aan en laat leerlingen de woorden naar het bord sturen. Lukt dat zonder te spieken?
Ik heb woorden geleerd.
Slide 24 - Poll
Deze slide heeft geen instructies
Hoe leuk was de les vandaag?
Slide 25 - Poll
Deze slide heeft geen instructies
Slide 26 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 27 - Tekstslide
Oren in de knoop: v - z
172 - Ja/nee
217- Wat hoor je?
