VWO-3 4.1 Een eigen bedrijf?

• Economie
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

Hoofdstuk 4: hoe ondernemend ben je?

Par. 4.1 Een eigen bedrijf?

• Toets bespreken
• 5-minuten presentatie actueel onderwerp
• Leerdoelen paragraaf 4.1
  
• Instructie paragraaf 4.1
  
• Zelf oefenen, vragen 4.1
• Samenvatting leerdoelen
• Afsluiting
  

Toets bespreken

- inhalers even uit de klas

- hiermee inhaal-afspraak maken

5-minuten presentatie - actualiteit

- klas: 

• stilte/luisteren
• opschrijven wat jouw mening is + wat wist je niet
• vragen stellen na afloop

Lesdoelen 4.1: een eigen bedrijf?

- je kunt motieven benoemen om een eigen bedrijf te starten

- je kunt verschillende bedrijfsvormen uitleggen

- je weet dat de aansprakelijkheid per rechtsvorm verschilt
- je weet wat het verschil is tussen werkgever en werknemer

- je weet voorbeelden van (niet)commerciele organisaties

Wie wil later een eigen bedrijf beginnen en waarom?

Wie wil later geen eigen bedrijf beginnen en waarom?

Ondernemen

- streven naar winst

- is risico's nemen

- start = navragen bij gemeente + inschrijven in Kamer van Koophandel (KVK)

- kies een ondernemingsvorm die past bij je bedrijf

Eenmanszaak

Er is één eigenaar die zelf de leiding heeft. De eigenaar kan wel
personeel in dienst hebben.

Een ZZP-er is een zelfstandig ondernemer zonder personeel.

V.O.F.

Vennootschap onder firma: er zijn twee of meer eigenaren (vennoten of firmanten) die samen de leiding hebben.

BV en NV

Een bv (= besloten vennootschap) en een nv (= naamloze vennootschap) zijn ondernemingsvormen waarbij het privégeld van de eigenaren en het geld van de onderneming strikt van elkaar gescheiden zijn. De eigenaren zijn aandeelhouders.

BV en NV zijn rechtspersonen. Eenmanszaak en VOF zijn natuurlijke personen. Die laatste 2 hebben hoofdelijke aansprakelijkheid (je kunt prive failliet gaan!).

(Niet)-commerciele organisaties

De meeste bedrijven hebben een winstdoelstelling = commercieel bedrijf!

Maar er zijn ook niet-commerciele bedrijven, denk aan ziekenhuizen, scholen of goede doelen-organisaties.

Vragen?

VRAGEN?

Maken:

- Opgave 2b t/m 14 (paragraaf 4.1), NIET vraag 6

- niet af = huiswerk

Afsluiting met Lesdoelen 4.1: een eigen bedrijf?

- je kunt motieven benoemen om een eigen bedrijf te starten

- je kunt verschillende bedrijfsvormen uitleggen

- je weet dat de aansprakelijkheid per rechtsvorm verschilt
- je weet wat het verschil is tussen werkgever en werknemer

- je weet voorbeelden van (niet)commerciele organisaties