Maandag
1 / 45
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Door(heen)
Slide 4 - Open vraag
om ... heen
Slide 5 - Open vraag
lokale bevolking
Slide 6 - Open vraag
ingebouwd
Slide 7 - Open vraag
afgelegen
Slide 8 - Open vraag
heel klein
Slide 9 - Open vraag
bestemming
Slide 10 - Open vraag
zo nu en dan
Slide 11 - Open vraag
rijtjeshuis
Slide 12 - Open vraag
Slide 13 - Tekstslide
Dishwasher
Slide 14 - Open vraag
basement
Slide 15 - Open vraag
(to) set the table
Slide 16 - Open vraag
downside
Slide 17 - Open vraag
duvet
Slide 18 - Open vraag
twice
Slide 19 - Open vraag
discipline
Slide 20 - Open vraag
entrance
Slide 21 - Open vraag
heater
Slide 22 - Open vraag
(to) mow the lawn
Slide 23 - Open vraag
Slide 24 - Tekstslide
How would you describe your house?
Slide 25 - Open vraag
Our house has three bedrooms, a kitchen, a livingroom and a garden.
Slide 26 - Open vraag
Excuse me, do you know where Harrods is?
Slide 27 - Open vraag
Turn left at the traffic lights.
Slide 28 - Open vraag
Is Kelly doing the dishes?
Slide 29 - Open vraag
I believe he's waiting for his mates at the bus stop.
Slide 30 - Open vraag
Slide 31 - Tekstslide
I am at .... school.
A
The
B
X
Slide 32 - Quizvraag
I am at ... school
A
The
B
X
Slide 33 - Quizvraag
Here is ... letter for you.
A
A
B
An
Slide 34 - Quizvraag
Imperative:
Steek niet over!
Steek niet over!
A
Cross not the road.
B
You cross not the road.
C
Don't cross the road.
Slide 35 - Quizvraag
Imperative:
Wees op tijd!
Wees op tijd!
A
You must be on time!
B
You have to be on time!
C
Be on time!
Slide 36 - Quizvraag
Imperative:
Schiet op!
Schiet op!
A
You have to hurry up!
B
Hurry up!
Slide 37 - Quizvraag
FYNE JAS hoort bij:
A
Past Simple
B
Present Perfect
Slide 38 - Quizvraag
F
Y
N
E
J
A
S
FOR
YET
NEVER
EVER
JUST
ALREADY
SINCE
YESTERDAY
AFTER
Slide 39 - Sleepvraag
Present Continuous
A
David works every day.
B
David is taking a shower at the moment.
C
David has lost his keys
D
David lost his keys.
Slide 40 - Quizvraag
Present Continuous:
Pick the example of the present continuous.
Pick the example of the present continuous.
A
He was working late.
B
He is working late.
C
He worked late.
D
He has worked late.
Slide 41 - Quizvraag
Wat hoort er bij de Present Continuous?
A
Kristel has never been to Italy before.
B
I was playing
C
I am playing
D
Fred is happy
Slide 42 - Quizvraag
Present Continuous:
Wat is de regel van de present continuous?
Wat is de regel van de present continuous?
A
ww+ - ed
B
shit = ww+-s
C
vorm van to be + ww+-ing
Slide 43 - Quizvraag
Present Continuous:
Wat geef je aan met de present continuous?
Wat geef je aan met de present continuous?
A
Iets dat altijd, nooit of regelmatig gebeurt
B
Iets dat NU aan de gang is.
C
Iets dat is gebeurd in het verleden.
