Klas 5 Jazz 7.4 en 7.5

Jazzmuziek - 7.4 en 7.5
Vandaag leer je over het gouden jazztijdperk in de jaren '20 en '30
Je leert verschillende jazzstijlen van elkaar te onderscheiden vanaf de Tweede Wereldoorlog

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
MuziekMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Jazzmuziek - 7.4 en 7.5
Vandaag leer je over het gouden jazztijdperk in de jaren '20 en '30
Je leert verschillende jazzstijlen van elkaar te onderscheiden vanaf de Tweede Wereldoorlog

Slide 1 - Tekstslide

7.4 Het gouden jazztijdperk
-Rond 1920 is het centrum van de Jazz in Chicago
-Louis Armstrong is de grootste jazzmuzikant uit die tijd.
-Zijn manier van soleren is vernieuwend, hij heeft een ongekend gevoel voor timing en frasering en introduceert scatvocals.
-In de jaren '30 komen er bigbands: bestaan uit drie blazerssecties (trompetsectie, trombonesectie en saxofoonsectie + ritmesectie en vaak zang). Muziek is gecomponeerd en bands worden strak geleid door bandleider. De muziekstijl van de bigbands wordt SWING genoemd. 
-Jazzmuziek wordt ook verwerkt in musicals (George Gershwin)


Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Take-the-A-train wordt uitgevoerd door een orkest. Hoe noem je zo'n jazzorkest?

Slide 4 - Open vraag

Luister naar de contrabas. Wat is de
technische term voor deze manier
van spelen?
A
Talking bass
B
Walking bass
C
Running bass

Slide 5 - Quizvraag

7.5 Moderne Jazz
-Na WO II vindt de nieuwe generatie jazzmuzikanten dat jazz wild, spontaan en vernieuwend moet zijn. Bigbands zijn te zoet en stroperig. 
-Een nieuwe jazzstijl = BEBOP. Kenmerken zijn een kleine bezetting (ritmesectie, trompet & sax) en snel tempo en snelle akkoordwisselingen.
-Belangrijk verschil tussen BEPOP en SWING zit in de begeleiding: een walking bass draagt bij aan jachtige karakter en de pianist speelt comlexe akkoorden met allerlei toevoegingen. Die worden gedoseerd gespeeld. Het is geen makkelijke muziek, maar een kunstvorm. 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Welke kenmerken van BEPOP hoorde je in dit fragment?

Slide 8 - Woordweb

Jaren '50
-Er komen alternatieven voor BEPOP: o.a. de langzamere, mooi verzorgde, relaxte COOLJAZZ. De uitvinder van de COOLJAZZ is Miles Davis
-HARDBOP: meer toegankelijke vorm van Jazz waarin je Rhythm & Blues en gospelmuziek in terug hoort.
-FREEJAZZ: experimentele jazzstijl, nog radicaler van BEPOP. Bij de meest extreme FREEJAZZ lijkt het of iedereen door elkaar heen speelt in een atonale brei (denk aan de avant-garde in de klassieke muziek). 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Onder welke jazzstijl valt dit nummer Boplicity?
A
Bebop
B
Cooljazz
C
Freejazz

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Video

Vragen maken in de methode:
Van 7.4: A, B, C, G, H
Van 7.5: A, B, C, H, I, J (online methode D en E over Coltrane

Slide 13 - Tekstslide