Zwangerschap en geboorte.

§ 8. Zwangerschap en geboorte
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

§ 8. Zwangerschap en geboorte

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
na deze les:
 - Ken je de begrippen 'zwanger' , 'placenta', 'navelstreng', 'vruchtvliezen' en 'vruchtwater'
- Je kent ook de functies van bovenstaande begrippen. 
- je kent de 3 fases van de geboorte

Slide 2 - Tekstslide

wat gebeurt er bij bevruchting?

Slide 3 - Woordweb

Hoe noemen we de periode waarin de eisprong is?

Slide 4 - Open vraag

Zwanger
*Na de bevruchting ontstaat een klompje cellen. 
* Dit nestelt zich in in het baarmoederslijmvlies
* groeit uit tot een embryo
* baarmoederslijmvlies zorgt de eerste weken voor voeding van het embryo. 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Placenta

  •  'moederkoek'. 
  • De placenta ontstaat na de innesteling. 

  • Via de placenta krijgt het embryo voedingsstoffen van de moeder.

Slide 7 - Tekstslide

Navelstreng
  • De  verbinding tussen placenta en embryo.

  • De navelstreng zorgt dat het embryo voedingsstoffen krijgt. 

  • Afvalstoffen van het embryo gaan via de navelstreng naar de placenta. 

Slide 8 - Tekstslide

vruchtvliezen en vruchtwater
  • Vruchtvliezen liggen om het embryo heen. 
  • In de vruchtvliezen bevindt zich het vruchtwater.

  • het vruchtwater beschermt het embryo tegen stoten, uitdroging en wisseling van temperatuur. 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

3 fasen
De geboorte bestaat uit 3 fasen:

- de ontsluiting
- de uitdrijving
- de nageboorte

Slide 11 - Tekstslide

de ontsluiting

Slide 12 - Tekstslide

de ontsluiting
 
  • Weeën zijn samentrekkingen van de baarmoederwand. 

  • Door de weeën wordt de onderkant van de baarmoeder wijder.
  • Dat heet ontsluiting.

Slide 13 - Tekstslide

De uitdrijving

Slide 14 - Tekstslide

De uitdrijving

  • Weeën worden steeds krachtiger.
  • Door te persen wordt de baby geboren. 
Dit heet uitdrijving.

Slide 15 - Tekstslide

HOERA! 
De baby is geboren!



Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Maar de bevalling is nog niet afgelopen!
Er komt nog een 3e fase: 
De nageboorte

Slide 18 - Tekstslide

fase 3: de nageboorte

Er moeten nog 3 delen uitgedreven worden. 
de placenta - de vruchtvliezen - de rest van de navelstreng
Dit noemen we de nageboorte.
 

Slide 19 - Tekstslide

de navelstreng
Het restje van de navelstreng droogt uit. Dit duurt ongeveer een week. Daarna valt dit er af. 
Hierdoor ontstaat bij het kind een litteken op de buik. 
Dit is de navel.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Hoe lang is een vrouw zwanger
A
9 maanden
B
11 maanden
C
1 jaar
D
8 maanden

Slide 22 - Quizvraag

wat is een embryo?
A
een ander woord voor 'moederkoek'
B
een ander woord voor 'placenta'
C
het ongeboren kindje
D
zorgt voor voedsel in de baarmoeder.

Slide 23 - Quizvraag

Waarom zit een embryo met de navelstreng vast aan de placenta?
A
Deze beschermt het embryo tegen stoten, uitdrogen en wisseling van temperatuur .
B
om het bloed uit te wisselen met de moeder.
C
Hierdoor stromen voedingstoffen naar het toe. Afvalstoffen gaan van embryo naar placenta.
D
Om gehecht te raken aan de moeder.

Slide 24 - Quizvraag

Noem de 3 fasen van de bevalling

Slide 25 - Open vraag

In welke fase komt het kindje door de vagina naar buiten?
A
ontsluiting
B
uitdrijving
C
nageboorte

Slide 26 - Quizvraag

Leg uit wat er gebeurt tijdens de nageboorte.

Slide 27 - Open vraag

Noem twee dingen die je nog niet wist, maar vandaag geleerd hebt.

Slide 28 - Woordweb

Toets 
tijdens de fysiek lessen
18 en 19 Mei 

Slide 29 - Tekstslide

Wat ga je nu doen?
12.8 
B + I maken
klaar?

12.9
B + I maken

Slide 30 - Tekstslide