Verwijswoorden deel 2

LES WEEK 08 - 12 JUNI
* Waarover gaat de les? --> VERWIJSWOORDEN

* Waarom alweer verwijswoorden? --> Zodat je op de juiste manier een tekst kan lezen.

TIP: Ik ben altijd beschikbaar voor vragen en/of extra uitleg!
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsSecundair onderwijs

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 150 min

Onderdelen in deze les

LES WEEK 08 - 12 JUNI
* Waarover gaat de les? --> VERWIJSWOORDEN

* Waarom alweer verwijswoorden? --> Zodat je op de juiste manier een tekst kan lezen.

TIP: Ik ben altijd beschikbaar voor vragen en/of extra uitleg!

Slide 1 - Tekstslide

Wat is het doel van deze les?
* Je kan verwijswoorden herkennen.

* Je kan door middel van verwijswoorden informatie uit een tekst halen.

* Je kan verwijswoorden benoemen.

Slide 2 - Tekstslide

EXTRA INFORMATIE
* Zie je dit staan? -->                 Klik er dan op en dan hoor je mij praten. Zo geef ik extra uitleg bij wat er geschreven staat!

* Je kan met de pijltjes altijd teruggaan naar de vorige pagina!


Slide 3 - Tekstslide

HOE ZAL DE LES ERUITZIEN?
* DEEL 1: Je krijgt een tekst en moet hierbij een aantal vragen beantwoorden.

* DEEL 2: Je kijkt en luistert naar hoe je zoekt naar waar verwijswoorden verwijzen.

* DEEL 3: Je maakt nu zelf oefeningen!

Slide 4 - Tekstslide

STAP 1

* Lees de tekst op de volgende twee pagina's.

* Beantwoord de vragen die bij de tekst horen.


Slide 5 - Tekstslide

RELLEN IN DE VERENIGDE STATEN
Protest na dood van zwarte man

In de Verenigde Staten brak hevig protest uit. Betogers trokken ook naar het Witte Huis in Washington. Daar woont president Trump. Bij de rellen vielen al doden. Het protest kwam er na de dood van een zwarte man in de stad Minneapolis. Een agent doodde hem.

Vier agenten wilden vorige week George Floyd oppakken. Floyd was 46 jaar. Hij was in een winkel en wou betalen met een bankbriefje. Dat zou vals zijn geweest. Drie agenten hielden daarna Floyd tegen de grond. Eén agent zette zijn knie in de nek van Floyd. Mensen filmden alles. Floyd riep: “Ik kan niet ademen”. De agent bleef zitten. Floyd stierf.


Slide 6 - Tekstslide

Groot probleem
De vier agenten zijn ontslagen. De agent die Floyd doodde, werd pas laat opgepakt. De zaak maakte heel veel mensen boos. Geweld van agenten is een groot probleem in de Verenigde Staten. Vaak zijn zwarte mensen het slachtoffer. Dat is al tientallen jaren zo.

Geweld

Na de dood van Floyd braken in enkele steden hevige protesten uit. Mensen staken er gebouwen in brand. Ze plunderden ook winkels. Het leger is ingezet. In New York reden wagens van de politie in op betogers. In Minneapolis schoot de politie met rubberen kogels op journalisten. President Trump moest schuilen in een bunker bij het Witte Huis. Dat is een betonnen schuilplaats. Er lijkt wel een oorlog bezig in de Verenigde Staten.

Slide 7 - Tekstslide

President Trump is gevlucht naar een bunker.
Wat is een bunker? Waarvoor wordt een bunker gebruikt?

Slide 8 - Open vraag

In welke stad ligt deze bunker?

Slide 9 - Open vraag

Waarom wilden de agenten Floyd oppakken? Wat zou hij gedaan hebben?

Slide 10 - Open vraag

Tijdens hevige protesten werden huizen in brand gestoken. Waar was dat?

Slide 11 - Open vraag

‘Om de vragen te kunnen beantwoorden hebben jullie, misschien onbewust, gebruik gemaakt van verwijswoorden in de tekst.' 

Ik zal het jullie tonen in de volgende twee pagina's.

Slide 12 - Tekstslide

RELLEN IN DE VERENIGDE STATEN
Protest na dood van zwarte man

In de Verenigde Staten brak hevig protest uit. Betogers trokken ook naar het Witte Huis in Washington. Daar woont president Trump. Bij de rellen vielen al doden. Het protest kwam er na de dood van een zwarte man in de stad Minneapolis. Een agent doodde hem.

Vier agenten wilden vorige week George Floyd oppakken. Floyd was 46 jaar. Hij was in een winkel en wou betalen met een bankbriefje. Dat zou vals zijn geweest. Drie agenten hielden daarna Floyd tegen de grond. Eén agent zette zijn knie in de nek van Floyd. Mensen filmden alles. Floyd riep: “Ik kan niet ademen”. De agent bleef zitten. Floyd stierf.

Slide 13 - Tekstslide

Groot probleem 
De vier agenten zijn ontslagen. De agent die Floyd doodde, werd pas laat opgepakt. De zaak maakte heel veel mensen boos. Geweld van agenten is een groot probleem in de Verenigde Staten. Vaak zijn zwarte mensen het slachtoffer. Dat is al tientallen jaren zo.

Geweld

Na de dood van Floyd braken in enkele steden hevige protesten uit. Mensen staken er gebouwen in brand. Ze plunderden ook winkels. Het leger is ingezet. In New York reden wagens van de politie in op betogers. In Minneapolis schoot de politie met rubberen kogels op journalisten. President Trump moest schuilen in een bunker bij het Witte Huis. Dat is een betonnen schuilplaats. Er lijkt wel een oorlog bezig in de Verenigde Staten.

Slide 14 - Tekstslide

Om een tekst te kunnen begrijpen, is het dus heel belangrijk dat je de verwijswoorden begrijpt. Omdat dit in de vorige les voor de meesten van jullie moeilijk was, oefenen we dit vandaag opnieuw.






Voor de lezer wordt het zo wel moeilijker om te begrijpen wat de schrijver bedoelt, maar met de volgende stapjes kunnen jullie dat te weten komen.

Slide 15 - Tekstslide

Als ik een verwijswoord tegenkom bij het lezen van een tekst:
1. Welk verwijswoord is het? Naar welke soort woord (man, vrouw, ding, plaats,…) kan dit verwijswoord verwijzen? Gebruik hiervoor de tabel! 







Zij/ze kan zowel naar een meisje/vrouw als naar meerdere personen verwijzen!
personen
ik, jij/je, u, hij, zij/ze, jullie, wij/we
dingen
die, dat, het
plaatsen
er, daar

Slide 16 - Tekstslide


2. Ik lees de zin of zinnen die voor het verwijswoord staan nog een keer. Daar staat meestal waar het verwijswoord naar verwijst. Vind je het soort woord waarnaar je op zoek bent in de zin of de zinnen voor het verwijswoord?






3. Ik vul de naam van de persoon, het ding of de plaats in op de plaats van het verwijswoord. Klopt dit? 

Slide 17 - Tekstslide

STAP 2

* Ik zal even luidop voordoen hoe ik het woord vind waarnaar het verwijswoord verwijst. 

* Kijk dus goed naar de filmpjes op de volgende pagina's!

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Slide 20 - Video

STAP 3
* Nu gaan we de verwijswoorden inoefenen!

* Maak de volgende oefeningen.

* DEEL 1: "Naar waar verwijzen de woorden in drukletters in de zinnen?"

* DEEL 2: Lees de tekst en beantwoord de vragen. Om de vragen juist te         kunnen beantwoorden moet je de verwijswoorden kennen.

Slide 21 - Tekstslide

De Libanese minister van Gezondheid heeft in zijn land een rel veroorzaakt. HIJ zei dat het Libanese eten in restaurants en supermarkten vol ziektekiemen zit.
VERWIJSWOORD: HIJ
A
de rel
B
de Libanese minister van Gezondheid
C
zijn land
D
supermarkten

Slide 22 - Quizvraag

In Brussel vond er gisteren een betoging plaats van mensen zonder papieren uit Guinee, Liberia en Sierra Leone. ZIJ willen niet naar hun land teruggaan. ZE vinden het daar niet veilig.
VERWIJSWOORD: ZIJ/ZE
A
mensen zonder papieren
B
Guinee, Liberia en Sierra Leone
C
In Brussel
D
een betoging

Slide 23 - Quizvraag

De Amerikaanse zangeres Taylor Swift heeft haar muziek van Spotify laten verwijderen. ZE vindt dat de vergoeding per gedraaid nummer veel te laag is.
VERWIJSWOORD: ZE
A
Spotify
B
haar muziek
C
De Amerikaanse zangeres Taylor Swift
D
de vergoeding

Slide 24 - Quizvraag

Een werktrein van Infrabel is met lage snelheid op een reizigerstrein gebotst. DIE was van Eigenbrakel op weg naar Aalst.
VERWIJSWOORD: DIE 
A
een reizigerstrein
B
Infrabel
C
een werktrein
D
lage snelheid

Slide 25 - Quizvraag

Zaterdagavond is er in een pas vernieuwde kerk in West-Vlaanderen brand
uitgebroken. Er zijn geen gewonden, maar er is wel schade. DAT zorgt ervoor dat de kerk een lange tijd niet gebruikt zal kunnen worden.
VERWIJSWOORD: DAT
A
zaterdagavond
B
een pas vernieuwde kerk
C
schade
D
in West-Vlaanderen

Slide 26 - Quizvraag

Gisteren was er een sciencefictionbeurs in Gent. DAAR kwamen wel 40 000 bezoekers op af. Sommigen waren verkleed als hun favoriete personage uit een film of reeks.
VERWIJSWOORD: DAAR
A
gisteren
B
een sciencefictionbeurs in Gent
C
40 000 bezoekers
D
film of reeks

Slide 27 - Quizvraag

In het Indiaanse plaatsje Deshnok vind je de bijzondere tempel van Karni Mata. Ratten lopen ER vrij rond. Indiërs wensen dat er een rat over hun voeten loopt. Dat zou geluk brengen.
VERWIJSWOORD: ER
A
in het Indiase plaatsje Deshnok
B
geluk
C
over hun voeten
D
de tempel van Karni Mata

Slide 28 - Quizvraag

Wat moet ik doen?
* Lees de tekst op de volgende pagina.

* Beantwoord de vragen die bij de tekst horen.

HIERVOOR MOET JE DE VERWIJSWOORDEN KENNEN EN WETEN NAAR WAAR ZE VERWIJZEN!
personen
ik, jij/je, u, hij, zij/ze, jullie, wij/we
dingen
die, dat, het
plaatsen
er, daar

Slide 29 - Tekstslide

Eerste bemande vlucht van Space X geslaagd 
Zaterdag vloog een raket de ruimte in met astronauten aan boord. Dat was een uniek moment. Het was geen vlucht in opdracht van een land. De raket was van het bedrijf Space X van Elon Musk. Hij is een heel rijke Amerikaanse zakenman.

Musk heeft al lang een droom. Hij wil mensen naar Mars laten reizen. Daar zouden ze dan ooit kunnen wonen. Een vlucht in de ruimte naar het station ISS ziet hij als een eerste stap. Dat is hem gelukt. De astronauten kwamen volgens het plan aan in het ISS.

Tweede keer

De raket met het gedeelte Crew Dragon had wel woensdag moeten vertrekken. Heel de wereld keek toen mee. Maar het vertrek ging op het laatste moment niet door. Het weer was te slecht. De tweede keer was zaterdag de goede keer.

Slide 30 - Tekstslide

Wie is Elon Musk?

Slide 31 - Open vraag

Wat is hem gelukt? Wat heeft hij gedaan?

Slide 32 - Open vraag

Waar kunnen wij misschien ooit wonen? Zou jij dat oké vinden?

Slide 33 - Open vraag

Hoe vond jij deze les? Slepen maar!
Reflectie
Ik vond deze les ...

HEEL LEUK
WEL LEUK
LEERZAAM
MOEILIJK

Slide 34 - Sleepvraag

Heb je nog vragen of heb je het nog moeilijk met iets? Schrijf het dan hier en dan help ik jou!

Slide 35 - Open vraag