Het Oude Egypte
1 / 14
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Ik begin de les, ik zorg dat iedereen stil op zijn plaats zit met hun ipad voor hun. Ze mogen een code op het bord scannen zodat ze deel kunnen nemen aan de les.
Egypte
Slide 2 - Woordweb
Hier maken we een woordweb met informatie wat leerlingen voorafgaand aan de les al weten van Egypte
Slide 3 - Tekstslide
Hier vertel ik wat we vandaag leren.
Slide 4 - Tekstslide
Hier laat ik de leerlingen zien waar Egypte ligt en dat het ver bij Nederland vandaan ligt.
Slide 5 - Tekstslide
Hier heb ik vijf belangrijke kenmerken die passen bij Egypte, deze bespreek ik met de leerlingen.
Slide 6 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 7 - Tekstslide
Hier laat ik zien wanneer de piramides in Egypte werden gebouwd. Dit is erg lang geleden. Ik laat zien in welke tijd we nu leven en in welke tijd deze les zich afspeelt.
Slide 8 - Video
Hier laat ik de video zien aan de leerlingen over Egypte. Na afloop van deze video zal er een 'quiz' zijn waardoor de leerlingen goed op moeten letten tijdens de les. Dit benadruk ik zodat de concentratie bij de video ligt.
Hoe wordt een piramide ook wel genoemd?
A
Een stenen graf
B
Een grafberg
Slide 9 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wie worden er begraven in piramides?
A
Belangrijke doden
B
Arme mensen
C
Dieren
D
Iedereen
Slide 10 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat vinden we boven in de piramide?
A
Een uitkijkpunt
B
Een plek voor opslag
C
De koningskamer
D
Wapens
Slide 11 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Hoe lang wordt er ongeveer aan een piramide gewerkt?
A
5 jaar
B
30 jaar
C
10 jaar
D
20 jaar
Slide 12 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welke belangrijke persoon wordt er in de piramide begraven?
A
De koning
B
De juffen en meesters
C
De minister president
D
De farao
Slide 13 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 14 - Tekstslide
Hier is het hiërogliefenschrift, de leerlingen beginnen met het schrijven van hun naam met hiërogliefen. Vervolgens mogen ze nog een ander woord bedenken en opschrijven. Het praatmaatje moet vervolgens uitzoeken welk woord dit is.
