klas 3M 3-4-2023 vaktaalwoorden E&O vmbo KB

Welkom bij Nederlands!
Todo:
  • telefoon in de telefoonbak, staat die uit?
  • liggen de spullen die je nodig hebt op tafel?

Op tafel heb je liggen:
  • laptop
  • pen
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij Nederlands!
Todo:
  • telefoon in de telefoonbak, staat die uit?
  • liggen de spullen die je nodig hebt op tafel?

Op tafel heb je liggen:
  • laptop
  • pen

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag
  • Uitleg over woorden.
  • Oefenen met woorden.

Slide 2 - Tekstslide

Lezen
  • lekker gaan zitten en stil lezen in je leesboek
  • heb je geen leesboek bij je, dan pak je een verhaal van de tafel of een Donald Duck
timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

Doel van de les
  • Na deze les kun je een aantal woorden uit je vakgebied omschrijven en correct gebruiken in zinnen.

Slide 4 - Tekstslide

Wat betekent dat woord?
Waarom is het handig om de betekenis
van woorden te weten?

Slide 5 - Tekstslide

Voorbeeld:


Je hebt aan het einde van de werkdag de kas opgemaakt en vertelt daarover aan een vriend. 

Slide 6 - Tekstslide

Maar:
... je vriend werkt bij een kweker en
denkt bij 'kas' aan:

Slide 7 - Tekstslide

Wat betekent:

Slide 8 - Tekstslide

Wat betekent
voordelig?

Slide 9 - Woordweb

Slide 10 - Tekstslide

Schrijf een zin waarin je het woord 'voordelig' gebruikt.

Slide 11 - Open vraag

Wat betekent
tegenvaller?

Slide 12 - Woordweb

Welke zin heb je gemaakt?

  • Dit bedrag is exclusief btw.
  • De Telegraaf had een exclusief interview met rapper Boef.
  • Zij ziet er chic uit met haar exclusieve kleding.

Slide 13 - Tekstslide

Schrijf een zin waarin je het woord 'tegenvaller' gebruikt.

Slide 14 - Open vraag

Wat betekent
winst?

Slide 15 - Woordweb

Slide 16 - Tekstslide

Schrijf een zin waarin je het woord 'winst' gebruikt.

Slide 17 - Open vraag

Wat betekent
schuld?

Slide 18 - Woordweb

Schrijf een zin waarin je het woord 'schuld' gebruikt.

Slide 19 - Open vraag

Slide 20 - Tekstslide

Wat betekent
model?

Slide 21 - Woordweb

Schrijf een zin waarin je het woord 'model' gebruikt.

Slide 22 - Open vraag

Slide 23 - Tekstslide

Doel van de les
  • Je kunt een aantal woorden uit je vakgebied omschrijven en correct gebruiken in zinnen.

Slide 24 - Tekstslide

Wat:
Zoek in de woordzoeker de woorden op en vul de oplossing in.

Hoe:
Met je buurman/buurvrouw,
overleggen doe je op 
fluisterniveau.

Klaar?
Laat mij de oplossing zien.

Heb je je leesboek mee, dan ga je even lezen.
Je mag ook een Donald Duck pakken. 





Hulp nodig?
Kijk naar het stoplicht

rood: stil! 
Vraag het de docent als
je het echt niet meer weet.
geel: fluisterniveau 
Overleg met diegene naast je
groen:  fluisterniveau 
Overleg met diegene naast je of vraag het
de docent  


Aan het werk!
timer
1:00

Slide 25 - Tekstslide

Oplossing woordzoeker:
• Ik wil best leren met geld om te gaan, alleen wil niemand mij dat geven

Huiswerk:


Meenemen:
  • lesboek
  • schrift

Slide 26 - Tekstslide