Quiz Koude Oorlog

Communisme
Kapitalisme
Bezit
Lonen
Doel
Land
Verenigde Staten
Iedereen verdient evenveel
Goed bestaan voor iedereen
Ondernemer verdient meer dan arbeider
Sovjet Unie
Fabrieken zijn eigendom van de staat
Fabrieken zijn eigendom van ondernemers
Zo veel mogelijk winst maken
1 / 22
volgende
Slide 1: Sleepvraag
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Communisme
Kapitalisme
Bezit
Lonen
Doel
Land
Verenigde Staten
Iedereen verdient evenveel
Goed bestaan voor iedereen
Ondernemer verdient meer dan arbeider
Sovjet Unie
Fabrieken zijn eigendom van de staat
Fabrieken zijn eigendom van ondernemers
Zo veel mogelijk winst maken

Slide 1 - Sleepvraag

De Koude Oorlog begint:
A
na de nederlaag van Duitsland
B
de dood van Roosevelt (april 1945)
C
de nederlaag van Japan
D
na WOII in 1945

Slide 2 - Quizvraag

Hoe heet de grens tussen het oosten en het westen?
A
IJzeren muur
B
Rode lijn
C
IJzeren Gordijn
D
Communistische muur

Slide 3 - Quizvraag


Welke historische gebeurtenis herken je in de bron?
Gebruik de bron
A
Verdeling van Duitsland
B
Einde van de Tweede Wereldoorlog
C
Operatie Barbarossa
D
De luchtbrug tijdens de blokkade van Berlijn

Slide 4 - Quizvraag

Wat is de Marshallhulp?
A
Hulp aan arme kinderen in Afrika
B
Hulp van de VS aan Europa na de 2e wereldoorlog.
C
Hulp voor militairen
D
Hulp voor de SU tijdens de Koude Oorlog.

Slide 5 - Quizvraag

Wat was de belangrijkste reden voor de Marshallhulp?

Slide 6 - Open vraag

Welke bewering over de Blokkade van Berlijn is juist?
A
Als gevolg van de blokkade zocht Stalin toenadering tot het Westen.
B
De aanleiding was een bezoek van president Kennedy aan Berlijn.
C
De oorzaak was de dreiging van de NAVO met een wapenwedloop tegen de Sovjet-Unie.
D
Door de luchtbrug ontstond in West-Berlijn geen hongersnood.

Slide 7 - Quizvraag


Naar aanleiding van welke gebeurtenis werd het Warschaupact in 1955 opgericht?
A
de aanleg van het IJzeren Gordijn dwars door Europa
B
de bouw van een muur tussen Oost- en West-Berlijn
C
de stichting van de DDR door de communisten
D
de toetreding van de BRD tot de NAVO

Slide 8 - Quizvraag

Vrije markteconomie past bij
A
communisme
B
kapitalisme

Slide 9 - Quizvraag

NAVO past bij
A
Oosten/Communisme
B
Westen/Kapitalisme

Slide 10 - Quizvraag

West-Europa ging militair samenwerken. Hoe noemen we dit samenwerkingsverband?
A
Verenigde Naties
B
NAVO
C
Unicef

Slide 11 - Quizvraag

Door wie werd de Berlijnse muur gebouwd?
A
De DDR /Sovjet-Unie
B
BRD
C
VS
D
Bestuur Berlijn

Slide 12 - Quizvraag

Wat betekent de Koude Oorlog?
A
Een oorlog gevoerd in een koude periode
B
Een oorlog waarin veel actie ondernomen wordt
C
Geen directe oorlog en gewapend conflict maar het afschrikken van ander land
D
Een gewapend conflict met atoombomaanslagen

Slide 13 - Quizvraag

Na de Tweede Wereldoorlog was er al snel een nieuwe vijand voor de VS. Wat was de nieuwe vijand van de VS?
A
het kapitalisme
B
het liberalisme
C
het socialisme
D
het communisme

Slide 14 - Quizvraag

Wat voor soort economie hanteerde de Sovjet-Unie?
A
nieuwe economische politiek
B
de planeconomie
C
Vrije markteconomie
D
Arbeiderseconomie

Slide 15 - Quizvraag

Kapitalisme hoort bij het:
A
Westen
B
Oosten

Slide 16 - Quizvraag

Welke uitspraak over de CUBACRISIS is juist? De Cubacrisis is:
A
de aanleiding voor de revolutie op Cuba.
B
de oorzaak van het invoeren van hervormingen in Cuba.
C
de reden voor militaire steun van de VS aan Cuba.
D
het gevolg van het plaatsen van raketinstallaties op Cuba.

Slide 17 - Quizvraag

Vraag en aanbod bepalen hoeveel auto's er gemaakt worden.
A
Planeconomie
B
Vrijemarkteconomie
C
Arbeiderseconomie
D
Slimme economie

Slide 18 - Quizvraag

Welke bewering over de politiek van Gorbatsjov is juist? Gorbatsjov wilde:
A
afschaffing van het communisme.
B
hervorming van het communisme. Glasnost en Perestrojka
C
uitbreiding van de macht van de Sovjet-Unie.
D
versterking van de staatsbedrijven.

Slide 19 - Quizvraag

GLASNOST was openheid over het bestuur van het land. Mensen kregen ook meer vrijheid om hun mening te uiten.
Welke politicus voerde deze hervormingen in?
A
Chroesjtsjov
B
Gorbatsjov
C
Brezjnev
D
Stalin

Slide 20 - Quizvraag


Hoe werden de ECONOMISCHE HERVORMINGEN in de SU in de tweede helft van de jaren '80 genoemd?
A
Glasnost
B
Nieuwe Economische Politiek
C
Perestrojka
D
Collectivisatie

Slide 21 - Quizvraag

Welke gebeurtenis wordt meestal gezien als het einde van de Koude Oorlog?
A
De val van de Berlijnse Muur (november 1989)
B
De eenwording van Duitsland (oktober 1990)
C
Het einde van de Sovjet-Unie (december 1991)
D
De aanval op de Verenigde Staten (september 2001)

Slide 22 - Quizvraag