1.8 Spelling les 2

  • Goedemorgen

  • Mobiel in telefoontas
  • Boek en etui op tafel
  • Laptop niet nodig

  • Kauwgom weg
  • Flesjes in je tas
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

  • Goedemorgen

  • Mobiel in telefoontas
  • Boek en etui op tafel
  • Laptop niet nodig

  • Kauwgom weg
  • Flesjes in je tas

Slide 1 - Tekstslide

  • Hoofdstuktoets op 3 oktober gaat over de paragrafen
- 1.3 Lezen                 
- 1.5 Woorden         
- 1.7 Grammatica   
- 1.8 Spelling           

Slide 2 - Tekstslide

1.8 Spelling
Leerdoel
In deze paragraaf leer je
  • hoe je de stam en de ik-vorm van een werkwoord spelt;
  • hoe je de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd spelt;
  • hoe je het begin en eind van zinnen maakt;
  • acht dicteewoorden.

Slide 3 - Tekstslide

1.8 Spelling
Leerdoelen vandaag
  • herhalen persoonsvorm (pv) in de tegenwoordige tijd
  • wanneer je leestekens gebruikt aan het begin en het eind van een zin.

Slide 4 - Tekstslide

1.8 Spelling
Leerdoelen vandaag
  • herhalen persoonsvorm (pv) in de tegenwoordige tijd
  • wanneer je leestekens gebruikt aan het begin en het eind van een zin.

Slide 5 - Tekstslide

1.8 Spelling
Voorbeeld zin  - wat komt er op de stippellijn te staan?

  • spreken      De jongen .............................. heel netjes.
  • spreken      De jongen spreekt heel netjes.

  • drinken       Ik ................................. het liefst alleen Fanta en Cola.
  • drinken       Ik drink het liefst alleen Fanta en Cola.

Slide 6 - Tekstslide

1.8 Spelling
  • Maken of nakijken opgave 6 blz. 56

Slide 7 - Tekstslide

1.8 Spelling
Leertekst: Begin en eind van zinnen

Een zin heeft een begen en een eind. Dat leest makkelijker. Een zin heeft altijd een leesteken aan het eind: een punt, een vraagteken of een uitroepteken.
 
  • Een zin begint altijd met een hoofdletter
  • Aan het eind van een gewone zin gebruik je een punt
    We beginnen vandaag met de kookles.
  • Aan het eind van een vraagzin gebruik je een vraagteken.
    Heeft iedereen de uitleg begrepen?
  • Na een uitroep kun je een uitroepteken gebruiken.
    Doe voorzichtig met dat scherpe mes!


Slide 8 - Tekstslide

1.8 Spelling- zelfstandig werken
Maak nu de opgave 8 en 9 op blz. 57 en 58

  • Vragen over deze opgaven?

Slide 9 - Tekstslide

1.8 Spelling
Vandaag geleerd
  • herhalen persoonsvorm (pv) in de tegenwoordige tijd
  • wanneer je leestekens gebruikt aan het begin en het eind van een zin.

Slide 10 - Tekstslide