standaard zinnen/vragen + Examen leesvaardigheid

Hoe maak je het eindexamen leesvaardigheid?
Tips & Trucs
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 4,5

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoe maak je het eindexamen leesvaardigheid?
Tips & Trucs

Slide 1 - Tekstslide

Veelvoorkomende vraagtypes
Wat betekenen de volgende vragen?

Slide 2 - Tekstslide

Was ist der Kern des 1. Absatzes?

Slide 3 - Open vraag

Welches Wort passt im Sinne des Textes in die Lücke im 1. Absatz?

Slide 4 - Open vraag

Welcher Titel passt zum 2. Absatz?

Slide 5 - Open vraag

Wie verhält sich der 4. Absatz zu den Absätzen 1-3?

Slide 6 - Open vraag

In welcher Beschreibung ist nicht dasselbe gemeint?

Slide 7 - Open vraag

Was spricht aus dem 1. Absatz?

Slide 8 - Open vraag

die Prüfung
tauschen
nodig hebben
kenmerken
het examen
ruilen
brauchen
prägen

Slide 9 - Sleepvraag

Der Aufbau eines Textes
Titel
Einleitung
Absatz
Quelle
Bild

Slide 10 - Sleepvraag

de regel
de alinea
de uitspraak
de invulling
de zin
het voorbeeld
de oorzaak
de reden
die Zeile
der Absatz
die Aussage
die Ergänzung
der Satz
das Beispiel
die Ursache
der Grund

Slide 11 - Sleepvraag

Was wird hier ausgesagt?
Was ist das Thema des Absatzes? 
Was bedeutet... 
Was wird damit angedeutet? 
Welche Aussage stimmt mit dem Absatz überein?
Wat wordt hiermee aangetoond? 
Wat betekent .... 
Wat wordt hier gezegd? 
Wat is het onderwerp van de alinea? 
Welke uitspraak komt met de alinea overeen? 

Slide 12 - Sleepvraag

Absatz
Beispiel
Folge
Grund
Zeile
Lösung
Einleitung
Ursache
Aussage
Erklärung
alinea
reden
uitspraak
oplossing
voorbeeld
gevolg
inleiding
regel
oorzaak
uitleg

Slide 13 - Sleepvraag

Welke uitspraak komt overeen met de 1e alinea?
Wat wil ... hier met deze vraag
uitdrukken?
Wat wil de schrijver met de 3e alinea uitdrukken?
Waarom staan deze woorden tussen aanhalingstekens?
Welche Aussage stimmt mit
dem 1. Absatz überein?
Was möchte … hier mit dieser
Frage zum Ausdruck bringen?
Was will der Verfasser mit
dem 3. Absatz zum Ausdruck
bringen?
Warum stehen diese Worte
zwischen Anführungszeichen?

Slide 14 - Sleepvraag

die Aussage
die Zeile
der Satz
der Absatz
das Verhältnis
die Lücke
de verhouding/ het verband
de zin
het gat
de bewering/
de uitspraak
de regel
de alinea

Slide 15 - Sleepvraag

Inhoud
  1. hoe ziet het examen eruit?
  2. hoe maak ik...
  • een multiple choice vraag
  • een woord-invul-vraag
  • een wel / niet vraag
  • een open vraag
  • een tussenkopjes vraag

Slide 16 - Tekstslide

Hoe ziet het examen eruit?
Je krijgt...
  1. een tekstboekje
  2. een vragenboekje
  3. een uitwerkbijlage
Het examen bestaat uit...
  1. ongeveer 45 vragen
  2. ongeveer 50 punten
  3. ongeveer 14 teksten

Slide 17 - Tekstslide

Hoe ziet het examen eruit?
Opbouw examen:
  • eerste tekst(en) eenvoudig
  • moeilijke teksten in het midden
  • laatste tekst(en) eenvoudig


TIP moeilijke tekst? kost het te veel tijd?
Overslaan, eerst makkelijke teksten maken!

Slide 18 - Tekstslide

Algemene werkwijze
  1. Lees/vertaal de titel, bekijk plaatjes -> waar gaat de tekst over?
  2. Lees de vraag (+ antwoordmogelijkheden)
  3. Lees de bijbehorende tekst
  4. Markeer de zin / deel van de zin waar het antwoord staat
  5. Checken, vertalen, antwoord geven


Slide 19 - Tekstslide

Hoe maak ik...
...een multiple-choice-vraag?
  • Zorg dat je weet wat de vraag betekent!
  • Onderstreep de kernwoorden in de vraag
  • Vertaal de antwoordmogelijkheden
  • Onderstreep de kernwoorden in het antwoord
TIP woorden opgezocht? Schrijf ze erbij! Scheelt opzoeken wanneer het woord nog eens voorkomt.

Slide 20 - Tekstslide

Hoe maak ik...
...een woord-invul-vraag?
  • vertaal elk woord waar je uit kan kiezen
  • lees een stukje vóór en een stukje ná de invul-zin
  • vertaal de zin
  • probeer elk woord uit -> wat is logisch?
woord-weetje!
Open stukje = Lücke

Slide 21 - Tekstslide

Hoe maak ik...
...een wel/niet-vraag?
  • onderstreep de kernwoorden
  • lees de bijbehorende alinea
  • markeer de zin waar het antwoord staat
  • vertaal die zin
  • checken, vertalen, antwoord geven
TIP als het niet overeenkomt met de tekst, betekent dat niet dat je het niet in de tekst kan vinden! Soms staat er het tegenovergestelde, of een klein verschil.

Slide 22 - Tekstslide

Hoe maak ik...
...een tussenkopjes-vraag?
  • vertaal de tussenkopjes
  • onderstreep kernwoorden
  • onderstreep in elk tekstdeel woord(en)/zin(nen) die overeenkomen met een tussenkopje
  • checken, vertalen en antwoord geven

Slide 23 - Tekstslide

Hoe maak ik...
...een open vraag?
  • lees de vraag, onderstreep de kernwoorden
  • lees de bijbehorende alinea
  • markeer de zin waar het antwoord staat
  • vertaal die zin
  • checken, vertalen, antwoord geven
  • geef antwoord in het Nederlands
  • formuleer duidelijk, alsof je aan een jonger kind uitlegt

Slide 24 - Tekstslide

vertalen
+
opschrijven
markeren
+
vertalen
check
tekst met vraag/antwoord
kernwoorden
onderstrepen
eerst eenvoudige teksten maken

Slide 25 - Tekstslide

Hoe kan ik me het best voorbereiden?
- signaalwoorden uit je hoofd leren
- veelvoorkomende woorden en uitdrukkingen in de 
   vraagstelling uit je hoofd leren
- veelvoorkomende woorden op het examen uit je hoofd leren (woordenlijst)
- met oude examens oefenen
- Maak en planning en begin op tijd met leren!

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide