Herhaling 11.5

Met welke formule bereken je gemiddelde snelheid
A
Vgem=TS
B
Vgem=ST
C
S=TV
D
S=VgemT
1 / 10
volgende
Slide 1: Quizvraag
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Met welke formule bereken je gemiddelde snelheid
A
Vgem=TS
B
Vgem=ST
C
S=TV
D
S=VgemT

Slide 1 - Quizvraag

Auke rijdt een afstand van 20 km. Hij is 15 minuten onderweg. Hoe hard heeft hij gereden?
A
20 km/h
B
40 km/h
C
80 km/h
D
1,33 km/h

Slide 2 - Quizvraag

Voorkennis bij 11.5
  • Je weet dat de eenheid van kracht Newon is
  • Je weet dat krachten als een pijl getekend kunnen worden
  • Je weet dat krachtenpijlen een richting en een aangrijpingspunt hebben en de lengte van de pijl in verhouding is met de grootte van de kracht

Slide 3 - Tekstslide

Wanneer de krachten niet gelijk zijn, veranderd de snelheid.


Slide 4 - Tekstslide

Versnellen en vertragen
wanneer de snelheid van een voorwerp steeds groter wordt, heet dat versnellen

Wanneer de snelheid van een voorwerp steeds kleiner wordt, heet dat vertragen

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

F links = 700 + 800 = 1500N
F rechts = 500 + 400 + 500 = 1400N
Nettokracht = 1500 - 1400
Nettokracht = 100N

Het touw versnelt naar links

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Peter staat voor het stoplicht te wachten tot hij verder mag rijden.
zijn snelheid is nu...
A
aan het vertragen
B
aan het versnellen
C
constant

Slide 9 - Quizvraag

Jan is aan het fietsen en produceert een spierkracht van 360 N.
De luchtweerstand is 330 N
Wat gebeurt er met zijn snelheid?
A
Die is constant
B
Er is vertragen
C
Er is versnelling
D
Hij remt

Slide 10 - Quizvraag