Rekenen met tijd-herhaling

1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Grootheden
Grootheden kun je meten
Voorbeelden grootheden:
  • tijd
  • lengte
  • temperatuur

Slide 2 - Tekstslide

Eenheden
Eenheden voor tijd: minuten, uren, dagen, jaren
Eenheden voor lengte: meter, km, mm
Eenheden voor temperatuur: graden Celsius 

Slide 3 - Tekstslide

tijd
grootheid
eenheid
uur
minuut
jaar
lengte
eeuw
meter
temperatuur
graden Celsius

Slide 4 - Sleepvraag

Slide 5 - Tekstslide


A
20
B
60
C
80

Slide 6 - Quizvraag


A
250 cm
B
200 cm
C
50 cm

Slide 7 - Quizvraag


A
10
B
30
C
40

Slide 8 - Quizvraag


A
10
B
8
C
100

Slide 9 - Quizvraag


A
10
B
20
C
14

Slide 10 - Quizvraag


A
35
B
10
C
15

Slide 11 - Quizvraag


A
400
B
4000
C
40

Slide 12 - Quizvraag

Hoeveel uren zitten er in 3 dagen?
A
48
B
24
C
72

Slide 13 - Quizvraag

Hoeveel seconden zitten er in 5 minuten?
A
120
B
300
C
320

Slide 14 - Quizvraag

maart + april
A
60 dagen
B
61 dagen
C
62 dagen

Slide 15 - Quizvraag

juli + augustus
A
60 dagen
B
61 dagen
C
62 dagen

Slide 16 - Quizvraag

1 dag + 5 uren
A
24 uren
B
30 uren
C
29 uren

Slide 17 - Quizvraag

Was 2017 een schrikkeljaar?
A
ja
B
nee

Slide 18 - Quizvraag

1 uur is
A
30 minuten
B
60 minuten
C
15 minuten
D
120 seconden

Slide 19 - Quizvraag

2 jaar is
A
100 dagen
B
24 uur
C
24 maanden
D
zaterdag en zondag

Slide 20 - Quizvraag

1 kwartaal is
A
100 dagen
B
4 maanden
C
3 maanden
D
zaterdag en zondag

Slide 21 - Quizvraag

Weekend
A
100 dagen
B
4 maanden
C
3 maanden
D
zaterdag en zondag

Slide 22 - Quizvraag

1 maand is
A
30, 31 of 28/29 dagen
B
60 minuten
C
15 minuten
D
zaterdag en zondag

Slide 23 - Quizvraag

Welke dag komt voor de woensdag?

Slide 24 - Open vraag

Welke dag komt twee dagen na de zondag?

Slide 25 - Open vraag

Welke dag komt drie dagen later dan de maandag?

Slide 26 - Open vraag

Welke dag komt drie dagen voor de dinsdag?

Slide 27 - Open vraag

Welke datum is op de kalender?

Slide 28 - Open vraag

Welke datum was het precies een week geleden?

Slide 29 - Open vraag

Welke datum was het precies twee weken later?

Slide 30 - Open vraag

Lea is op 30 oktober jarig. Hoeveel dagen duurt dat nog?

Slide 31 - Open vraag

Welke maand komt er voor oktober?

Slide 32 - Open vraag

Op welke datum ben je zelf jarig?

Slide 33 - Open vraag