Th 1 BS 3 Quiz (leerdoelencontrole)

Th 1 BS 3 Quiz (leerdoelencontrole)
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieSecondary Education

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 5 min

Onderdelen in deze les

Th 1 BS 3 Quiz (leerdoelencontrole)

Slide 1 - Tekstslide


Welk cel zie je hier?
A
Dierlijke cellen
B
Plantaardige cellen

Slide 2 - Quizvraag

Je hele lichaam bestaat uit één soort cellen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quizvraag

Het cytoplasma
A
kan sommige stoffen doorlaten
B
kan alle stoffen doorlaten
C
is een dik stevig vlies
D
regelt alles wat er in een cel gebeurt

Slide 4 - Quizvraag


Is dit een plantaardige cel of een dierlijke cel?

A
Plantaardige cel
B
Dierlijke cel

Slide 5 - Quizvraag


Wat voor cel zie je hiernaast?
A
dierlijke cel
B
plantaardige cel

Slide 6 - Quizvraag

Stelling: Alle onderdelen van een dierlijke cel zitten ook in een plantaardige cel.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Is dit een dierlijke of een plantaardige cel?
A
Dierlijke
B
Plantaardige

Slide 8 - Quizvraag

Welk onderdeel tref je wel aan in een plantaardige cel, maar niet in een dierlijke cel?
A
Celwand
B
Celmembraan
C
Cytoplasma
D
Celkern

Slide 9 - Quizvraag

Om het celplasma zit een dun vlies
dat noem je het
A
celmembraan
B
cytoplasma
C
celkern
D
celwand

Slide 10 - Quizvraag

.
de vorm van een 
cel heeft te maken met ....
A
de functie
B
hoe groot de celkern is
C
wat voor celplasma erin zit
D
hoe dik het celmembraan is

Slide 11 - Quizvraag

Water met opgeloste stoffen
noem je
A
celmembraan
B
celplasma
C
celkern
D
celwand

Slide 12 - Quizvraag




Wat zit er in een vacuole?
A
water
B
lucht
C
water met opgeloste stoffen
D
de celkern

Slide 13 - Quizvraag

Met welk nummer wordt er een vacuole aangewezen?
A
1
B
2
C
4
D
6

Slide 14 - Quizvraag


Wat drijft er in het celplasma van een plantaardige cel
A
de celkern en bladgroenkorrels
B
alleen de celkern
C
alleen bladgroenkorrels
D
de celkern en bladgroenkorrels en de celwand

Slide 15 - Quizvraag



Een grote vacuole bevindt zich in
A
een plantaardige cel
B
een dierlijke cel

Slide 16 - Quizvraag