Assortiment, dimensies van een assortiment en artikelsoorten

Assortiment
Dit zijn alle producten die je in een winkel verkoopt

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Assortiment
Dit zijn alle producten die je in een winkel verkoopt

Slide 1 - Tekstslide

Prodructgroep
Verschillende producten in het assortiment die met elkaar te maken hebben noem je een productgroep. 

Productgroepen zijn vaak samengesteld naar:
  • Het soort klant voor wie de producten zijn 
  • De manier waarop producten worden gebruikt
  • Op de prijs van de producten
  • Het materiaal waarvan de producten zijn gemaakt


Slide 2 - Tekstslide

Productvariant
Producten die van elkaar verschillen maar wel tot dezelfde productgroep horen.

Slide 3 - Tekstslide

Alle producten die je in een winkel verkoopt noem je:
A
een productgroep
B
het assortiment
C
alle producten

Slide 4 - Quizvraag

Wat is een productgroep?
A
Alle producten die je verkoopt
B
Alle producten in je assortiment die met elkaar te maken hebben.
C
Alle spullen die je niet verkoopt

Slide 5 - Quizvraag

Kernassortiment: Dit zijn de producten die een winkel het meest verkoopt. 

Randassortiment: Dit zijn de producten die winkel minder vaak verkoopt.

Slide 6 - Tekstslide

Dimensies van het assortiment
  • Breedte van het assortiment: Veel verschillende productgroepen is breedt assortiment, weinig is een smal assortiment.
  • Diepte van het assortiment: Diep assortiment veel productvarianten. Ondiep assortiment is weinig productvarianten.
  • Hoogte van het assortiment: Hoog assortiment duurdere merken. Laag assortiment goedkopere merken
  • Consistentie van het assortiment: Als product groepen bij elkaar passen.

Slide 7 - Tekstslide

Veel producten in productgroepen
Noem je een:
A
Lang assortiment
B
Kort assortiment
C
Diep assortiment
D
Smal assortiment

Slide 8 - Quizvraag

Als er weinig verschillende productgroepen zijn noem je dit een:
A
Kort assortiment
B
Ondiep assortiment
C
Smal assortiment
D
Laag assortiment

Slide 9 - Quizvraag

Een winkel verkoopt veel dure merken. De winkel heeft dus een
A
Hoog assortiment
B
Laag assortiment
C
Diep assortiment
D
Lang assortiment

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Video

Wat zijn Substitutie goederen?

Slide 12 - Open vraag

Kannibalisme binnen het assortiment is:
A
Lieske eet Marvin op
B
Complementaire goederen genereren meer omzet
C
Substitutie goederen eten elkaars omzet op
D
A en C

Slide 13 - Quizvraag

Artikelsoorten

Soms heb je iets nodig bij je artikel om het beter te kunnen gebruiken of mooier te maken. 

Dit noem je complementaire artikelen


Slide 14 - Tekstslide

complementaire artikelen

Slide 15 - Woordweb

Het kan ook zo zijn dat je een artikel nodig hebt om een ander artikel te kunnen gebruiken. Dit noem je een follow up artikel. 
Vaak is de prijs van een follow up artikel uiteindelijk hoger dan de prijs van het hoofdartikel.
Het kan ook zo zijn dat je een artikel nodig hebt om een ander artikel te kunnen gebruiken. Dit noem je een follow up artikel.
Vaak is de prijs van een follow up artikel uiteindelijk hoger dan de prijs van het hoofdartikel.

Slide 16 - Tekstslide

follow up artikel

Slide 17 - Woordweb

Iedereen koopt weleens dingen die ze niet nodig hebben of moesten kopen. Dit zijn impulsartikelen of Unsought Goods. 
Koop jij iets wat helemaal in is nu? Dat zijn rage artikelen

Slide 18 - Tekstslide

Bedenk een rage artikel

Slide 19 - Woordweb

Dank!

Slide 20 - Tekstslide