2AH - Bron D - 8/4 - c5 ed.6.

BONJOUR
tout le monde!!
                   Attention!
  • Ga zitten volgens plattegrond
  • Leg je boek en iPad op tafel
  • iPad is uit en ligt met het scherm naar beneden
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

BONJOUR
tout le monde!!
                   Attention!
  • Ga zitten volgens plattegrond
  • Leg je boek en iPad op tafel
  • iPad is uit en ligt met het scherm naar beneden

Slide 1 - Tekstslide

Planning

Uitleg werkwoordspelling 

Zelfstandig met de oefeningen aan de slag
Aujourd'hui
Lundi 8 avril
1. Grammaire D - grammatica
2. Travail individuel - zelfstandig werken
3. Corriger - nakijken
4. Parler - spreekvaardigheid
5. Arrêt - afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

In welke zin staat een ontkenning in het Frans?
A
J'ai acheté deux pommes.
B
Est-ce que tu veux un coca?
C
Je ne vais pas à l'école aujourd'hui.
D
Je ne mange jamais des frites.

Slide 4 - Quizvraag

In welke zin staat de ontkenning JUIST?
A
Il pas regarde n'un film.
B
Elle n'aime pas la viande.
C
Nous ne pas regardons un film.
D
Sophie déteste ne pas le français.

Slide 5 - Quizvraag

In welke zin staat een ontkenning in het Frans?
A
Mon père a joué au foot.
B
Samuel ne parle pas français.
C
Tu pars en vacances?
D
Elles n'adorent pas les maths.

Slide 6 - Quizvraag

In welke zin staat de ontkenning JUIST?
A
On aime ne pas le foot.
B
Ne vous pas marchez dans la rue.
C
Je ne veux pas écouter cette chanson.
D
Paul ne pas cherche un livre.

Slide 7 - Quizvraag

Il ne regarde pas la télé.
NE / N'
PAS
Persoonsvorm
(1e werkwoord in de zin)
Onderwerp
Rest van de zin

Slide 8 - Tekstslide

Nog twee voorbeelden...
Il veut acheter un jean. 
Il ne veut pas acheter un jean.

Elle a mangé un hamburger.
Elle n'a pas mangé un hamburger.



Slide 9 - Tekstslide

Attention!
C'est possible.
Ce n'est pas possible.

Il y a une pharmacie.
Il n'y a pas de pharmacie.
C'est
Il y a

Slide 10 - Tekstslide

Verschillende ontkenningen
ne ... pas
niet (geen)
Je ne mange pas de viande.
Ik eet niet (geen) vlees.
ne ... plus
niet (geen) meer
Je ne mange plus de viande.
Ik eet niet (geen) vlees meer.
ne ... jamais
nooit
Je ne mange jamais de viande.
Ik eet nooit vlees.
ne ... rien
niets
Je ne mange rien.
Ik eet niets.
ne ... pas encore
nog niet
Je ne mange pas encore de viande.
Ik eet nog niet (geen) vlees.

Slide 11 - Tekstslide

De zinsopbouw blijft hetzelfde!
NE / N'
PAS
PLUS
PAS ENCORE
JAMAIS
RIEN
Persoonsvorm
(1e werkwoord in de zin)
Onderwerp
Rest van de zin

Slide 12 - Tekstslide

Voorbeelden
J'ai un chien. 
(niet meer) Je n'ai plus de chien.

Mes parents vont à la plage.
(nooit) Mes parents ne vont jamais à la plage.

Elle écrit.
(niets) Elle n'écrit rien.

Slide 13 - Tekstslide

Travail individuel
Wat 
Exercices 16c, 17acd
blz. 22-24
Hoe
in je boek
Hulp
groene blokjes blz. 22 + 23
Tijd
10 minuten
Klaar?
Oefen grammaire D via slimstampen (online)
timer
10:00

Slide 14 - Tekstslide

Corriger

Slide 15 - Tekstslide

niet
nooit
nog niet
niet meer
niets
ne ... plus
ne ... rien
ne ... jamais
ne ... pas
ne ... pas encore

Slide 16 - Sleepvraag

Welke ontkenning betekent "niet meer"?
A
ne...plus
B
ne...pas
C
ne...jamais
D
ne...rien

Slide 17 - Quizvraag

Vertaal: "Ik heb niets gegeten".
A
Je n'ai jamais mangé.
B
Je n'ai pas mangé.
C
Je n'ai pas encore mangé.
D
Je n'ai rien mangé.

Slide 18 - Quizvraag

Maak de volgende zin ontkennend met "niet" > Paula aime l'histoire.

Slide 19 - Open vraag

Ik weet hoe ik de ontkenning moet gebruiken in een zin.
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Poll


Parler

 bron C

page 20
13b

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide