Les 17-05-2021, paragraaf 2.4

Planning voor de les:
5 minuten: binnenkomst, huiswerk controle en welkom!
4 minuten: voorkennis testen
1 minuut: leerdoelen en huiswerk
20 minuten: uitleg en tussendoor leerdoelen testen
Rest van de tijd: aan het werk!

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Planning voor de les:
5 minuten: binnenkomst, huiswerk controle en welkom!
4 minuten: voorkennis testen
1 minuut: leerdoelen en huiswerk
20 minuten: uitleg en tussendoor leerdoelen testen
Rest van de tijd: aan het werk!

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem een collectief goed.

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Een dijk is een collectief goed.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een kaartje voor een voetbalwedstrijd een collectief goed.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie betaalt mee aan de collectieve sector?
A
niet betlastingbetalers
B
Belastingbetalers

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de goederen en/of diensten naar de juiste sector.
collectieve sector
particuliere sector

Slide 6 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn kenmerken van de collectieve sector? Kies het juiste antwoord.
A
Bedrijven willen winst maken
B
Collectief wordt betaald door overheid met belastinggeld
C
Bedrijven zijn geprivatiseerd
D
Producten en diensten zijn gratis

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen:
- Je kan het verschil uitleggen tussen het omslagstelsel en het kapitaaldekkingsstelsel
- Je kan het verschil aangeven tussen de AOW en het pensioen
- Je kan het percentage inkomstenbelasting berekenen
- Je kan op grond van het inkomen en het belastingbedrag bepalen of de belastingheffing degressief, proportioneel of progressief is
Huiswerk: opdracht 2.11 t/m 2.20

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

AOW / Omslagstelsel

Een gedeelte van je (bruto)inkomen wordt door de overheid ingehouden om de AOW mee te financieren.

Dit gebeurt via het omslagstelsel: de werkenden van nu betalen voor de uitkeringsgerechtigden van nu.

Er is dan sprake van een verplichte solidariteit tussen ‘jongeren’ en gepensioneerden.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

AOW uitkering via het omslagstelsel
Jij zelf vandaag
Iemand anders vandaag

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kapitaaldekkingsstelsel
  • Maandelijks wordt er een deel van je inkomen ingehouden
  • Dit deel wordt belegd 
  • en wordt uitgekeerd zodra je met pensioen gaat

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Krijgt iedereen vanaf 
AOW-leeftijd: omslagstelsel
Krijg je als je hebt gespaard via werkgever vanaf AOW-leeftijd: kapitaaldekkingsstelsel

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Omslagstelsel

Premies die mensen nu betalen, worden gebruikt voor de uitkeringen van nu. 

-> werkenden betalen voor de uitkeringsgerechtigden van nu 
Kapitaaldekkingsstelsel 

Premies die mensen nu betalen worden gespaard voor de toekomst.

-> werkenden betalen voor toekomstige uitkeringen van zichzelf

Slide 13 - Tekstslide

Het Nederlandse stelsel van sociale zekerheid wordt gefinancierd met een omslagstelsel.  
AOW
Pensioen
Je hebt hier automatisch recht op
Je krijgt dit alleen als je ervoor spaart
De betaalde premies gaan direct door naar de ouderen
De betaalde premies worden eerst belegd op de beurs en worden daarna uitgekeerd aan de ouderen
Omslagstelsel
Kapitaaldekkingsstelsel

Slide 14 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Belastingstelsel
Als je later groot bent krijg je in Nederlands steeds meer te maken met het betalen van belasting

Als jij je frikandelbroodje koopt bij de Albert Heijn betaal je nu al zelfs belasting in de vorm van BTW!

Zoals je weet zorgen we voor elkaar in Nederland. We staan een stukje van ons inkomen af in de vorm van belasting om de mensen die het minder hebben te ondersteunen. Hier hebben we verschillende systemen voor, hier ga je vandaag naar kijken!

 


Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij de komende drie vragen ga je op onderzoek uit!
Hiervoor kan je Google, je boek en wat je nog meer kunt bedenken gebruiken. 

Let goed op, je antwoorden moeten in je eigen woorden beschreven zijn!

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ga op onderzoek uit! Leg uit wat een progressief belastingstelsel inhoudt.

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Progressief belastingtarief 
Progressief tarief: naarmate je meer verdient, wordt het heffingspercentage groter.   
Bij een progressief belastingstelsel betaal je dus ook PROCENTUEEL meer belasting bij een hoger inkomen.  Dit het belangrijkste kenmerk!

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ga op onderzoek uit! Leg uit wat een Degressief belastingstelsel inhoudt.

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Degressief belastingstelsel
Bij een degressief belastingstelsel wordt er procentueel minder belasting betaald naarmate het inkomen stijgt.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ga op onderzoek uit! Leg uit wat een Proportioneel belastingstelsel inhoudt.

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Proportioneel belastingstelsel

Bij een proportioneel belastingstelsel betaalt iedereen hetzelfde percentage belasting.


Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kees heeft een inkomen van €40.000 euro.
Hierover betaalt hij €14.000 euro belasting.
Hoeveel procent van zijn inkomen betaalt hij aan belasting?

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Uitwerking
100% : €40.000 x 14.000 = 35%
Kees betaalt 35% van zijn inkomen aan belasting

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Anissa heeft een inkomen van €30.000 euro en betaalt €9.500 euro aan belasting.
Hoeveel procent van haar inkomen betaalt zij aan belasting?

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Uitwerking
100% : €30.000 x €9.500 = 31,67%

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kijk naar je antwoorden bij de vorige twee vragen. Welk van de drie belastingstelsels is hier van toepassing?

Leg je antwoord uit!

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies