3v2 Spelling

Wat gaan we doen?
Lezen

Schriftcontrole

Uitleg Nederlands in de bovenbouw
Planning voor de komende 5 weken
- Spelling H1 t/m H6  
- Betoog schrijven (als proefwerk) 
- Leesboek uitlezen (elke vrijdag meenemen)
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 36 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Wat gaan we doen?
Lezen

Schriftcontrole

Uitleg Nederlands in de bovenbouw
Planning voor de komende 5 weken
- Spelling H1 t/m H6  
- Betoog schrijven (als proefwerk) 
- Leesboek uitlezen (elke vrijdag meenemen)

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Zoek het verschil, geef uitleg
‘Ik vrees’, zei Rob, ‘dat de brug zal instorten.’
‘Zeg Rob,’ vroeg Jolanda, ‘denk jij dat de brug zal instorten?’

Slide 3 - Tekstslide

Zoek het verschil, geef uitleg
‘Ik vrees’, zei Rob, ‘dat de brug zal instorten.’
‘Zeg Rob,’ vroeg Jolanda, ‘denk jij dat de brug zal instorten?’
Lastig??? Zet dan het leesteken altijd binnen de aanhalingstekens.

Slide 4 - Tekstslide

Afmaken
Opdracht 1, 3 (mag in je boek) 4 t/m 6 blz. 171,172

Opdracht 1 t/m 5 blz. 204, 205


Vrijdag 1 maart, moeten alle opdrachten af zijn.
Schriftcontrole. 1 bonuspunt voor je betoog

Slide 5 - Tekstslide

Uitdaging:
Waarom schrijf je non- (met koppelteken)
non-actief
Waarom schrijf je anti (zonder koppelteken)
antipesten

Wie vrijdag met de beste verklaring komt, wint een prijs :)

Slide 6 - Tekstslide

Leuk om over na te denken: 
Welke spellingsregel pas je toe?
groengeel gras
Vraag: wat is correct geelgroen of geel-groen?

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht in tweetallen
Je krijgt een woord van opdracht 10 blz. 138 of opdracht 8 blz. 173
Kies wat je ermee doet:
- verwerken in een gedicht/kort verhaal
- verwerken in een puzzel (woordzoeker of iets anders)
- afbeelding van maken
- ander idee???
Zorg ervoor dat het zo gemaakt is, dat je klasgenoot het kan oplossen/lezen.
timer
10:00

Slide 9 - Tekstslide

Uitleg: aan elkaar of los?
Oude kaaskroketten (kaaskroketten die al tien jaar in de vriezer liggen) en oudekaaskroketten (kroketten met een vulling van oude kaas)

Drie jarige paarden vieren een feestje. Driejarige paarden zijn nog aardig jong.
Naakt model tekenen en naaktmodel tekenen: wie is er nou naakt, de tekenaar of het model?
Auto weg: is je auto gestolen, of rijd je op de autoweg?



Tekst

Slide 10 - Tekstslide

Losgeld of Los geld

Slide 11 - Tekstslide

Samenkoppeling
doe-het-zelf -- doe-het-zelfzaak
nek-aan-nek -- nek-aan-nekrace
kat-en-muis -- kat-en-muisspelletje
heen-en-weer -- heen-en-weerdienst

Slide 12 - Tekstslide

Schrijf op!

Slide 13 - Tekstslide

Samenstelling
Als het de leesbaarheid bevordert, bijvoorbeeld in een woord als langetermijn-organisatieveranderingsplannen.

Als het ervoor zorgt dat je het woord op de juiste manier leest. Een voorbeeld: massa-gebed en massage-bed.


Samengestelde woorden met gelijkwaardige delen: hotel-restaurant, cultureel-maatschappelijk, joods-christelijk t.o.v. civielrechtelijk, populairwetenschappelijk

Bij botsende klinkers: klinkers die ook als vaste combinatie gelezen kunnen worden. Auto-uitlaat, milieu-instituut

Slide 14 - Tekstslide

Huiswerk voor maandag 26/2:

Slide 15 - Tekstslide

Voorbeelden alliteratie
Kan je ook 2 alliteraties vinden in 
deze songtekst?

Slide 16 - Tekstslide

Samenwerken:
Welke uitdrukkingen herken je 
in de songtekst??

Slide 17 - Tekstslide

In stilte verder werken
Huiswerk voor vrijdag 23 februari
- Werken aan opdracht 5 en 7 blz. 71, 72
- Werken aan opdracht 4 en 6 blz. 105,106
- Werken aan opdracht 4, 6, 7, 8 en 10 blz. 137, 138
Planning voor de komende 5 weken
- Spelling H1 t/m H6  
- Betoog schrijven (als proefwerk) 
- Leesboek uitlezen (elke vrijdag meenemen)

Slide 18 - Tekstslide

De amazone en haar rijpaard vielen beide(n) in het water?

Slide 19 - Tekstslide

Verkleinwoorden
Maken: Opdracht 5 blz. 71



Slide 20 - Tekstslide

Klopt de regel?
1 Die jongens  maken altijd ruzie en vaak hebben ze beiden schuld.
2. Die jongens maken altijd ruzie en vaak hebben beide jongens schuld.
3. Die eksters maken altijd ruzie en vaak hebben ze beiden schuld.
Zelfstandig gebruikt telwoord
Uitleg: Telwoorden worden zelfstandig gebruikt als
je achter het telwoord geen zelfstandig naamwoord
uit de zin kunt invullen.  Deze schrijf je met een -n
als ze personen aanduiden.

Slide 21 - Tekstslide

Klopt de regel?
1. Onder de genodigden, waren artiesten.
2.De kroketten waren alle te hard.
3. De automobilisten reden alle te hard.

Zelfstandig gebruikte bijvoeglijke naamwoorden
die personen aanduiden, eindigen in het enkelvoud
op een -e en krijgen in het meervoud -n


Slide 22 - Tekstslide

Klopt de regel?
1. Onder de genodigden, waren artiesten.
2.De kroketten waren alle te hard.
3. De automobilisten reden allen te hard.

Zelfstandig gebruikte bijvoeglijke naamwoorden
die personen aanduiden, eindigen in het enkelvoud
op een -e en krijgen in het meervoud -n


Slide 23 - Tekstslide

Klopt de regel?
1. Toen de kandidaten opkwamen, werden de leukste begroet met applaus
2. De leukste mogen op mijn feestje komen.
(overtreffende trap)
3. Jullie zijn de leuksten 

Zelfstandig gebruikte bijvoeglijke naamwoorden
die personen aanduiden, eindigen in het enkelvoud
op een -e en krijgen in het meervoud -n


Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Welk woord herken je uit opdracht 8?

Slide 28 - Tekstslide

Stalin (Sovjet Unie)
Hitler  (Duitsland)
Pinochet (Chili)
Mao (China)
Mussolini (Italië)
Kim II (Noord Korea)



Slide 29 - Tekstslide

Homofoon                                                                                                             Homoniem                          

Opdracht: zoek in de kaartjes naar voorbeelden van homofonen.
Daarna maken opdracht 7 + 8 blz. 38

Slide 30 - Tekstslide

Blz.36
Zelf doorlezen theorie
Uitleg trema
Zelfstandig werken aan opdracht 1 t/m 5, 7 en 8 


Cedille 
Samenstelling

Slide 31 - Tekstslide

Zeeën  -   Skiën  - Drieën 

Slide 32 - Tekstslide

Trema? apostrof? koppelteken?

Slide 33 - Tekstslide

Zoek het verschil
De jongste flatbewoners organiseerden een feestavond voor de oudere.
De jongste flatbewoners organiseerden een feestavond voor de ouderen.

Slide 34 - Tekstslide

Leg het verschil uit
1. De jongste flatbewoners organiseerden een feestavond voor de oudere.
Oudere is een bijvoeglijknaamwoord --> flatbewoners hoort erachter, maar is samengetrokken.
2. De jongste flatbewoners organiseerden een feestavond voor de ouderen.
Ouderen is een zelfstandig gebruikt bijvoeglijknaamwoord. In zin 2 zijn daarom alle ouderen uitgenodigd. En niet alleen de ouderen uit de flat.

Slide 35 - Tekstslide

Koppelteken bij samenstellingen

Slide 36 - Tekstslide