herhaling grammar unit 2: plurals

Plural nouns
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Plural nouns

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Meervoud
Standaard regel: woord+s
examples:
one car   -   two cars
one boy   -   two boys
one house   -   two houses


Slide 3 - Tekstslide

1. woorden die eindigen op een s-klank
Woorden die eindigen op een s-klank,
krijgen in het meervoud +es (anders hoor je de s niet).

examples:
1 box 2 boxes / 1 glass 2 glasses /
1 church 2 churches / 1 bus 2 buses

Slide 4 - Tekstslide

2. woorden die eindigen op medeklinker+y

Bij deze woorden verandert de -y in -ies

Examples:
1 baby 2 babies / 1 pastry 2 pastries / 1 fly 2 flies

Slide 5 - Tekstslide

3. woorden die eindigen op -f
Bij deze woorden verandert de -f in -ves

Examples:
1 shelf 2 shelves / 1 life 2 lives/ 1 half 2 halves

Slide 6 - Tekstslide

4. onregelmatige woorden
Deze moet je uit je hoofd kennen:
man - men                                            foot - feet
woman - women                                mouse - mice                       
person - people                                  fish - fish
child - children                                    sheep - sheep
tooth - teeth                                         potato - potatoes


Slide 7 - Tekstslide

One boy, two ...
A
boys
B
boies
C
boyes

Slide 8 - Quizvraag

One glass, two ...
A
glass
B
glasss
C
glasses

Slide 9 - Quizvraag

One woman, two ...
A
womans
B
women
C
womens

Slide 10 - Quizvraag

One enemy, two ...
A
enemys
B
enemies
C
enemyes

Slide 11 - Quizvraag

One knee, two ...
A
knees
B
knee
C
kneeses

Slide 12 - Quizvraag

One wolf, two ...
A
wolfs
B
wolfes
C
wolves

Slide 13 - Quizvraag

One child, two ...
A
childs
B
childeren
C
children

Slide 14 - Quizvraag

One box, two ...
A
boxs
B
boxes
C
boxing

Slide 15 - Quizvraag