6.3 Serie en Parallel schakelingen

Je kunt straks:
- een serieschakeling herkennen en eigenschappen van een serieschakeling noemen;
- een parallelschakeling herkennen en eigenschappen van een parallelschakeling noemen;
- batterijen op de juiste manier in serie of parallel schakelen;
- het effect van het serie of parallel schakelen van batterijen noemen.
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Je kunt straks:
- een serieschakeling herkennen en eigenschappen van een serieschakeling noemen;
- een parallelschakeling herkennen en eigenschappen van een parallelschakeling noemen;
- batterijen op de juiste manier in serie of parallel schakelen;
- het effect van het serie of parallel schakelen van batterijen noemen.

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Even herhalen
Een spanningsbron geeft stroom. Als je deze spanningsbron aan een elektrisch apparaat verbind kun je het apparaat laten werken. De stroomkring moet dan wel gesloten zijn. 

Slide 3 - Tekstslide

6.3 Serie en Parallel
Als je een leuke serie op Netflix zit te kijken wil je ze natuurlijk in de goede volgorde kijken. Anders is het niet handig. 


Slide 4 - Tekstslide

Serieschakeling
Een serie schakeling is hetzelfde als een Netflix serie. In plaats van alle afleveringen achter elkaar te kijken, plaats je alle apparaten achter elkaar op dezelfde stroomkring. 

Slide 5 - Tekstslide

Serieschakeling
De serieschakeling geeft alle stroom in 1 route naar de apparaten. 

De stroom loopt van de + pool naar de - pool. (zie pijltje)

Slide 6 - Tekstslide

Parallel schakeling

Een ander soort schakeling is een parallel schakeling. 

Bij een parallel schakeling zit ieder apparaat in een aparte stroomkring. 

Slide 7 - Tekstslide

Serieschakeling
  • Een serieschakeling heeft geen vertakkingen: er is maar één stroomkring 
  • Stroomsterkte blijft hetzelfde (Ampere)
  • De spanning wordt verdeeld (Volt)

Slide 8 - Tekstslide

 In de koplamp zitten drie parallel geschakelde lampjes (LEDjes) die ieder op een spanning van 4,5 V branden. 
Als de drie lampjes branden, levert de spanningsbron een stroom van 0,027A. Bereken in dat geval de stroomsterkte door elk lampje.
  • I =0,027A 
  • I in elk lampje
  • Het is een parallel schakeling  dus Ibron = I1 + I2 + I3 
  • 0,027/3 = 0,009A 

Slide 9 - Tekstslide

serie vs parallel schakelingen
serie 
parallel
een gesloten stroomkring
meer dan een  gesloten stroomkring
stroom door elke lamp hetzelfde als door de batterij
stroom van de batterij wordt verdeeld in de takken
spanning van de batterij wordt verdeeld over de lampen 
spanning van elke lamp is gelijk aan de spanning van de batterij

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Batterijen Serie
Als je batterijen (accu’s in dit voorbeeld) in serie schakeld, tel je alle Voltages bij elkaar op. 

Beide accu’s zijn 12V, dus dat geeft 24V samen. 

Slide 12 - Tekstslide

Batterijen parallel

Als je batterijen (Accu’s hier weer) parallel schakeld, blijft alles dezelfde Voltage. 

Maar je mag de stroomsterkte bij elkaar tellen. Dus 2x 85A geeft 170 Ampere. 

Slide 13 - Tekstslide

Wat voor soort schakeling is dit?
A
serie
B
parallel
C
serie en parallel
D
geen van beide

Slide 14 - Quizvraag

In de kerstboom gaat één lampje stuk, de andere lampjes gaan dan ook uit. (hele oude verlichting)
Wat kun je zeggen over de schakeling van de lampjes?
A
Ze staan in serie
B
Ze staan parallel
C
Je kan er niets over zeggen maar moet meer onderzoeken
D
Ze staan zowel in serie als ook parallel

Slide 15 - Quizvraag

Hoe noem je een tekening van een schakeling?
A
Een wisselschakeling
B
Een stroomkring
C
Een symbool
D
Een schakelschema

Slide 16 - Quizvraag

Hoe noemen we een schakeling zonder vertakking
A
Parallelschakeling
B
Serieschakeling
C
Wisselschakeling
D
Omzetschakeling

Slide 17 - Quizvraag

Als 1 lampje uit gaat in een serieschakeling dan:
A
Gaan een paar lampjes zwakker branden
B
Gaan alle lampjes uit
C
Dan gaan alle lampjes zwakker branden
D
Gaan de andere lampjes sterker branden

Slide 18 - Quizvraag

huiswerk 
volgende week vrijdag 2 april
25 t/m 33

Slide 19 - Tekstslide

Parallel 
Maar hoe komen we nou aan de naam parallel schakeling?

Denk maar aan Wiskunde. Parallele lijnen zijn lijnen die naast elkaar lopen en elkaar nooit tegen gaan komen. Net als bij de schakeling. 

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Link

Batterijen 
 Voordeel: Er is geen snoer nodig om een apparaat aan te sluiten. Je kunt apparaten overal gebruiken. 

Nadelen:  De energie in een batterij raakt op. Je vervangt ze dan. Oplaadbare batterijen laad je op.  Batterijen zijn erg duur. Stroom gebruiken van batterijen of accu’s is veel duurder dan het gebruik van stroom van een stopcontact.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video