hfst 2 par 2 Het Romeinse Rijk

AFSPRAKEN
  • Bij binnenkomst ga je zitten en pak je je spullen.
  • Je laptop laat je dicht op tafel liggen.
  • Als je wat wilt vragen steek jij je vinger op
  • Als de docent praat zijn de leerlingen stil 
  • Je behandelt een ander zoals je zelf behandeld wilt worden. Dat betekent met fatsoen en respect.
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

AFSPRAKEN
  • Bij binnenkomst ga je zitten en pak je je spullen.
  • Je laptop laat je dicht op tafel liggen.
  • Als je wat wilt vragen steek jij je vinger op
  • Als de docent praat zijn de leerlingen stil 
  • Je behandelt een ander zoals je zelf behandeld wilt worden. Dat betekent met fatsoen en respect.

Slide 1 - Tekstslide

Herhalen paragraaf 1
De Grieken

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen

  •         800 v.C.  ±700 stadstaten   Kenmerken van deze stadstaten zijn? 
  •         500 v.C. --> Democratie --> wat is democratie? 
             Burgerrechten + burger --> wanneer krijg je burgerrechten? 
             Wanneer ben je een burger?
             Grote ongelijkheid --> slaven maar ook onder vrije mensen. Hoe waren                         mensen ongelijk?
  •         Eerst mythen maar rond 600 v.C --> wetenschap --> Welke goden waren er?
             Wat veranderde er in de manier van denken? 
             Oudheid 3000 v.C - 500 n.C. ---> wat is de oudheid? 

Slide 3 - Tekstslide

Een stadstaat is een stad en het gebied rondom de stad
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Griekse stadstaat is een ...
A
democratie
B
Mare Nostrum
C
polis
D
castellum

Slide 5 - Quizvraag

Democratie is een vorm van bestuur waarbij de koning de macht heeft
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Alleen mannen konden burgerrecht krijgen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quizvraag

De volksvergadering keurde wetten goed of af
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Ongelijkheid is het verschil tussen mensen in...
A
Macht
B
Bezit
C
Rechten
D
A B en C zijn goed

Slide 9 - Quizvraag

Hades was de oppergod binnen de Griekse godsdienst
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Welk begrip past bij de volgende omschrijving: Het verzamelen van kennis door een verschijnsel te onderzoeken
A
Mythen
B
Democratie
C
Raad van 500
D
Wetenschap

Slide 11 - Quizvraag

In welk jaartal ontstaat Rome?
Laatste vraag
A
800 v.C
B
750 v.C.
C
300 v.C.
D
750 n.C.

Slide 12 - Quizvraag

§2.2 Het Romeinse Rijk
§2.2 Het Romeinse Rijk

Slide 13 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen hoe Rome van een klein dorp uitgroeide tot een wereldrijk.

  • Je kunt met twee voorbeelden uitleggen hoe de Romeinen in hun grote rijk zo lang de baas konden blijven.

  • Je kunt uitleggen wat de gevolgen waren van de Romeinse veroveringen voor de Germanen.

Slide 14 - Tekstslide

Hoe ziet een Romein eruit?

Slide 15 - Tekstslide


Je kunt uitleggen hoe Rome van een klein dorp uitgroeide tot een wereldrijk. 
Leerdoel:

Slide 16 - Tekstslide

Rome is ontstaan
Rond 750 v.C. ontstond Rome.
Het was eerst een klein dorp aan de rivier de Tiber.
Door de gunstige ligging vlak bij zee groeide de handel en de bevolking van Rome. Door de handel werd Rome steeds rijker en hadden de bestuurders voldoende geld om een sterk leger te vormen.

Slide 17 - Tekstslide

  • Ligging stad zorgt voor groei handel + bevolking
  • Door handel --> rijker
  • Geld over voor leger
  • Leger veroverde gebieden rondom Rome
  • Veroveren als bescherming stad en handel
  • Door de oorlogen --> Macht en rijkdom 
  • Daarom steeds meer willen veroveren 
Ontstaan wereldrijk

Slide 18 - Tekstslide

Ontstaan wereldrijk
  • 3e eeuw v.C. --> heel Italië veroverd
  • Macht verder uitbreiden over Middellandse zee
  • --> 3 oorlogen met Carthagen...                   Romeinen winnen
  • Nu nog meer! --> Noord - Afrika, Midden - Oosten, West - Europa

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Veroveringen leverden de Romeinen veel macht en rijkdom op, zoals landbouwgrond, grondstoffen en nieuwe handelsroutes. 

Slide 21 - Tekstslide

AFSPRAKEN
  • Bij binnenkomst ga je zitten en pak je je spullen.
  • Je laptop laat je dicht op tafel liggen.
  • Als je wat wilt vragen steek jij je vinger op
  • Als de docent praat zijn de leerlingen stil 
  • Je behandelt een ander zoals je zelf behandeld wilt worden. Dat betekent met fatsoen en respect.

Slide 22 - Tekstslide

Leerdoel:
Je kunt met twee voorbeelden uitleggen hoe de Romeinen in hun grote rijk zo lang de baas konden blijven. 

Slide 23 - Tekstslide

Hoe behielden de Romeinen zolang hun macht?
  • Beroepsleger:
  1. Goed getraind 
  2. Goede wapenuitrusting 
  3. Discipline 
  4. snel verplaatsen door goede wegen
  • Bondgenoten maken van overwonnen volken

Slide 24 - Tekstslide

Het Romeinse Rijk
Oost-Romeinse Rijk
West-Romeinse Rijk

Slide 25 - Tekstslide

AFSPRAKEN
  • Bij binnenkomst ga je zitten en pak je je spullen.
  • Je laptop laat je dicht op tafel liggen.
  • Als je wat wilt vragen steek jij je vinger op
  • Als de docent praat zijn de leerlingen stil 
  • Je behandelt een ander zoals je zelf behandeld wilt worden. Dat betekent met fatsoen en respect.

Slide 26 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
- herhalen
- nieuwe stof
- maken vragen IN STILTE!!!
- samen nakijken
- Beginnen aan paragraaf 3
- afsluiten

Slide 27 - Tekstslide

Herhalen

  •         800 v.C.  ±700 stadstaten   Kenmerken van deze stadstaten zijn? 
  •         500 v.C. --> Democratie --> wat is democratie? 
             Burgerrechten + burger --> wanneer krijg je burgerrechten? 
             Wanneer ben je een burger?
             Grote ongelijkheid --> slaven maar ook onder vrije mensen. Hoe waren                         mensen ongelijk?
  •         Eerst mythen maar rond 600 v.C --> wetenschap --> Welke goden waren er?
             Wat veranderde er in de manier van denken? 
             Oudheid 3000 v.C - 500 n.C. ---> wat is de oudheid? 

Slide 28 - Tekstslide

Herhalen
  • Je kunt uitleggen hoe Rome van een klein dorp uitgroeide tot een wereldrijk.

  • Je kunt met twee voorbeelden uitleggen hoe de Romeinen in hun grote rijk zo lang de baas konden blijven.

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Leerdoel:
Je kunt uitleggen wat de gevolgen waren van de Romeinse veroveringen voor de Germanen. 

Slide 31 - Tekstslide

Romeinen in NL
  • 1e eeuw v.C. veroverden de Romeinen het zuiden van wat nu Nederland is. 

De Rijn werd de grens van het Romeinse Rijk. De Germaanse volken die in dit gebied woonden, werden onderworpen en werden bondgenoten van de Romeinen
--> Bataven

Slide 32 - Tekstslide

De Germanen
= een verzameling volkeren en stammen die rond het begin van onze jaartelling een Germaanse taal spraken.
  • Boeren die in dorpjes woonden 
  • Het gebied = Germania
  • De bewoners = Germanen, maar bestonden uit verschillende stammen, bijv:                  - Zuid Nederland: Bataven                                    -  Noord Nederland: Friezen 
  • Natuurgodsdienst 
  • Geen schrift 

Slide 33 - Tekstslide

Nederland in die periode
Romeinse Rijk

Slide 34 - Tekstslide

Meer Romeinse gebouwen, ontstaan handel, nieuwe producten, Romeins geld gebruiken, aantal Romeinse goden

Slide 35 - Tekstslide

Bondgenootschap
De Romeinen gingen samenwerken met de Bataven
In een verdrag sloten ze een bondgenootschap


de Bataven....
  • mogen in Nederland wonen
  • betalen minder belasting
  • helpen de grenzen van het rijk te bewaken
  • konden Romeins burger en zelfs bestuurder worden

Slide 36 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen hoe Rome van een klein dorp uitgroeide tot een wereldrijk.

  • Je kunt met twee voorbeelden uitleggen hoe de Romeinen in hun grote rijk zo lang de baas konden blijven.

  • Je kunt uitleggen wat de gevolgen waren van de Romeinse veroveringen voor de Germanen.

Slide 37 - Tekstslide

Nog vragen?
Maken vraag 9 op blz 84

IN STILTE!

Slide 38 - Tekstslide

Nog vragen?


Tot morgen

Slide 39 - Tekstslide

Een keizerrijk
  • Julius Caesar (alleenheerser), hier waren veel rijke families in Rome boos over. Hun wilden ook macht.

  • Vanaf dat moment kwam keizer Augustus aan de macht. Hij benoemde zich tot keizer. Vanaf dat moment werd het een keizerrijk. Hij zorgde ervoor dat er vrede kwam in het rijk en de Romeinen niet meer tegen elkaar vochten. Ook liet hij de grenzen goed bewaken. Er begon een periode van rust en vrede, die 200 jaar duurde.

  • In 476 werd de laatste keizer afgezet en eindigde het West-Romeinse Rijk.

Slide 40 - Tekstslide