Personen en familierecht hoofdstuk 7 Gezag over minderjarige kinderen

Hoofdstuk 7 


Gezag over minderjarige kinderen
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
Praktische economieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 7 


Gezag over minderjarige kinderen

Slide 1 - Tekstslide

Wie kunnen allemaal het gezag uitoefenen over minderjarige kinderen?

Slide 2 - Open vraag

Gezag over minderjarige kinderen?

Slide 3 - Woordweb

Vanaf welke leeftijd kunnen kinderen gehoord worden door de rechtbank?
A
Vanaf 10 jaar
B
Vanaf 12 jaar
C
Vanaf 16 jaar
D
Vanaf 18 jaar

Slide 4 - Quizvraag

Slide 5 - Tekstslide

Welke varianten van ouderlijk gezag kennen we?

Slide 6 - Open vraag

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Voogdij
Pas nodig als beide ouders zijn overleden of als geen van beide ouders het gezag kan uitoefenen.

Ouders kunnen voogd aanwijzen:
  • benoemen in het testament
  • in het gezagsregister

                            Wat gebeurt er als er geen voogd is aangewezen?



Slide 11 - Tekstslide

    Geen voogd benoemd?
De rechter benoemt een voogd. Vaak is dit Bureau Jeugdzorg.  De kinderen worden opgevangen door een pleeggezin of instelling.

Slide 12 - Tekstslide

Waar zitten de verschillen tussen voogdij en ouderlijk gezag?

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Hoe worden kinderen eventueel beschermd?

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide