Unit 6, Recap & practice test

Unit 6: recap & practice test
  • Have a seat
  • Log in to LessonUp 
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Unit 6: recap & practice test
  • Have a seat
  • Log in to LessonUp 

Slide 1 - Tekstslide

Today
  • Overview unit 6
  • Test Jezelf unit 6.5
  • Recap grammar unit 6 (optional)
  • Practice test unit 6 


Slide 2 - Tekstslide

Overview unit 6
  • Vocabulary: 6.2 t/m 6.5, geen expressions
  • Grammar: word order (adverbs); past simple, present perfect & past perfect; zero, first & second conditional
  • Reading 

Slide 3 - Tekstslide

Grammar: wat moet je kunnen
  • Word order: woorden in de juiste volgorde in een zin zetten
  • Tenses: in een verhaaltje werkwoorden in de juiste tijd vervoegen (alleen past simple, present perfect en past perfect) --> denk aan onregelmatige werkwoorden!
  • Conditionals: in zinnen kiezen welke conditional je moet gebruiken & de woorden vervoegen

Slide 4 - Tekstslide

What do you want to do?
I want to participate in a recap of all grammar
I want to start the practice test and work in silence
I want to study vocabulary or grammar on my own and in silence

Slide 5 - Poll

To do
  • Grammar recap: come sit at the front of the classroom
  • Practice test: Make the test in silence. Done? Ask for the answer key
  • Study: study for this test in silence

Slide 6 - Tekstslide

Grammar: word order/adverbs
  • Word order = Subject - verb - object
  • Adverbs = bijwoord
  • Says something about a verb, an adjective or part of the sentence
  • She is beautiful vs she sings beautifully
  • Different types of adverbs go in different places in a sentence

Slide 7 - Tekstslide

Types of adverbs
  • Adverbs of frequency (hoe vaak)
  • Adverbs of degree (in welke mate)
  • Adverbs of manner (op welke manier)
  • Adverbs of place (waar of waarheen)
  • Adverbs of time (wanneer)

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Past simple
Verb + -ed OR irregular verb

I  worked ; I wrote

Iets dat is afgelopen in het verleden. Vaak staat er ook wanneer dit is gebeurd --> I wrote my first film script in 2019

Slide 10 - Tekstslide

Present perfect
have/has + verb+ed OR irregular verb

have worked ; I have written
1. Iets dat is begonnen in het verleden en nog steeds bezig is of effect heeft op het heden --> I have always loved writing
2. Iets dat heel kortgeleden is gebeurd --> I have just finished writing this script

Slide 11 - Tekstslide

Past simple <> present perfect

Slide 12 - Tekstslide

Past simple <> present perfect

Slide 13 - Tekstslide

Past simple
I walked
I did not walk
Did I walk?

Iets dat is afgelopen in het verleden, vaak staat erbij wanneer het is gebeurd.
Present perfect
I have walked
I have not walked
Have I walked?
Iets dat is begonnen in het verleden en nog steeds voortduurt, de nadruk ligt op het resultaat of het is echt net gebeurd

Slide 14 - Tekstslide

Past perfect
had + verb+ed OR irregular verb

had worked ; I had written

Iets dat gebeurde voordat iets anders gebeurde (vaak in combinatie met een past simple)
--> I had written a film script before I became a comedian

Slide 15 - Tekstslide

Past perfect
Als je het hebt over twee gebeurtenissen in het verleden:
- gebruik de past simple voor de meeste recente gebeurtenis / activiteit;
- gebruik de past perfect voor de gebeurtenis / activiteit die geëindigd is voordat er iets anders gebeurde.





Slide 16 - Tekstslide

Past perfect
I had been walking
I had not been walking (I hadn't been walking)
Had I been walking? 





Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Important!
You have to study the irregular verbs for this test if you don't know them or have forgotten them!

You can find the list on the ELO (English --> unit 6)

Slide 20 - Tekstslide

Conditionals
Zero conditional: inevitable (will always happen)
First conditional: likely to happen
Second conditional: unlikely to happen

Slide 21 - Tekstslide

First conditional
  • "if-sentence" + hoofdzin
  • Als aan een bepaalde voorwaarde (condition) wordt voldaan, is de kans heel groot dat iets zal gebeuren 
  • if-sentence: present simple
  • hoofdzin: will + hele werkwoord
  • If you study hard, you will pass the test

Slide 22 - Tekstslide

First conditional
If you spill milk, you will ruin the carpet

He will be late, if he doesn't leave

If we clean the room, mum will not find out about the party

Slide 23 - Tekstslide

second conditional
  • "if-sentence" + hoofdzin
  • voor dingen waarvan het onwaarschijnlijk is dat ze gebeuren
  • if-sentence: past simple
  • hoofdzin: would + hele werkwoord
  • If you studied hard, you would pass the test

Slide 24 - Tekstslide

second conditional
If we won a trip to the Caribbean, we would be so happy

If I met the king, I would ask him a lot of questions

If I were you, I would not swim to far from shore

Slide 25 - Tekstslide

zero conditional
  • "if/when-sentence" + hoofdzin
  • voor dingen waarvan het altijd gebeuren
  • if-sentence: present simple
  • hoofdzin: present simple
  • If you heat water to 100C, it boils

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Where to practice
  • When preparing, don't just study, but practice
  • There are extra exercises on the ELO (h3a - Engels)
  • Extra exercises in All Right! (online)
  • Sites like engelsklaslokaal.nl also offer extra practice (link)

Slide 28 - Tekstslide