Theorieles 3 Medisch rekenen II - sondevoeding en start zuurstof

Medisch rekenen 
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
Medisch rekenenMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Medisch rekenen 

Slide 1 - Tekstslide

Workshop Medisch rekenen II
1. Sondevoeding (3 situaties)
2. Zuurstof toedienen 

Slide 2 - Tekstslide

Er zijn 3 situaties die je moet kunnen herkennen bij het rekenen met sondevoeding.
Zie volgende slide. 

Slide 3 - Tekstslide

Situatie 1  Per portie 
Bij toediening per portie wordt op verschillende momenten per dag een bepaalde hoeveelheid sondevoeding gegeven. Dit gaat vaak per spuit. Hierdoor kan een normale maaltijdcyclus worden nagebootst. 
Situatie 2 Volumegestuurde pomp
Geeft automatisch een bepaalde portie in milliliter per uur. 





Situatie 3 Druppelgestuurde pomp
Geeft een constante hoeveelheid druppels per minuut. 

Slide 4 - Tekstslide

1. Toedienen per portie 
Formule
Totaal toe te dienen ml : aantal porties dat je wilt geven =
aantal ml per portie 

Slide 5 - Tekstslide

Patiënt A krijgt per etmaal 1200ml sondevoeding verdeeld over 4 porties. Hoeveel ml krijgt de patiënt per keer?
A
8ml
B
50ml
C
200ml
D
300ml

Slide 6 - Quizvraag

Hoe herken je de situatie met een pomp?

Volumegestuurde pomp stel je in op ML PER UUR
Dus je antwoord is altijd in milliliter per uur!

Druppelgestuurde pomp stel je in op AANTAL DRUPPELS PER MINUUT
Dus je antwoord is altijd in druppels per minuut!

Slide 7 - Tekstslide

2. Per volumegestuurde pomp
Formule 
Aantal ml PER PORTIE : aantal uur toe te dienen = ml per uur

Slide 8 - Tekstslide

Merel krijgt in totaal 1000ml sondevoeding per dag in 2 porties toegediend via een volumegestuurde pomp.
Per portie is de pomp 2 uur bezig.
Op hoeveel ml per uur stel jij de pomp in?
A
200ml
B
250ml
C
500ml
D
750ml

Slide 9 - Quizvraag

3. Per druppelgestuurde pomp
Formule 
(Aantal ml x 20) : (aantal uur x 60) = druppels per minuut
dus
Totaal aantal druppels : Totaal aantal minuten = druppels per minuut

Deel 1 is uitrekenen hoeveel druppels er in totaal toegediend moeten worden. Er vanuit gaande dat 1 ml in 20 druppels wordt toegediend. 
Deel 2 is het uitrekenen van het totaal aantal minuten dat er toegediend moet worden. 

Slide 10 - Tekstslide

Lesley krijgt 3 liter sondevoeding per dag via de druppelgestuurde pomp. Op hoeveel druppels per minuut stel jij de pomp in.
A
20 druppels per minuut
B
42 druppels per minuut
C
50 druppels per minuut
D
62 druppels per minuut

Slide 11 - Quizvraag

Zuurstof toedienen
Bij zuurstof toedienen bereken je hoelang je met een zuurstoftank kunt doen.
Dit doe je in twee stappen. 
 
De uitkomst is altijd in minuten. Dit kan je omzetten naar uren en overige minuten. 




Slide 12 - Tekstslide

Zuurstoftank/cilinder
In verschillende hoeveelheden liters (inhoud).
Bevat een manometer om de druk aan te geven.

Wanneer er geen druk staat aangegeven 
in de vraag of de fles is nieuw, 
dan staat de fles op 200 bar.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Stap 1 : Hoeveel (gasliter) heb je op voorraad?
Druk (bar) x omvang (liter) = aantal gasliter op voorraad

Stap 2 : Hoelang kan je deze hoeveelheid toedienen?
Voorraad (gasliter) : voorschrift (liter per minuut) = aantal minuten

Slide 15 - Tekstslide

Stap 1 Gasliter voorbeeldsom
Je hebt een volle zuurstofcilinder van 5 liter. Hoeveel gasliter zuurstof kun je hiermee toedienen?
Druk (bar) x omvang (liter) = aantal gasliter op voorraad

200 (bar) x 5 (liter) = 1000 gasliter



Slide 16 - Tekstslide

Een volle zuurstofcilinder staat onder 200 bar .
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quizvraag

Hoeveel gasliter zit er in een cilinder van 10 liter onder 150 bar?
A
15 gasliter
B
150 gasliter
C
1500 gasliter
D
15000 gasliter

Slide 18 - Quizvraag

Stap 2 Hoelang? voorbeeldsom
Je hebt een volle zuurstofcilinder van 5 liter. De zorgvrager krijgt 2 liter zuurstof per minuut. 
Stap 1 = 200 (bar) x 5 (liter) = 1000 gasliter
Stap 2
Voorraad (gasliter) : voorschrift (liter per minuut) = aantal minuten
1000 : 2 = 500 minuten dus 8 uur en 20 minuten 



Slide 19 - Tekstslide

Er is 6000 gasliter in voorraad en de zorgvrager krijgt 5 liter zuurstof per minuut. Hoeveel minuten kun je zuurstof toedienen?
A
1200 minuten
B
2400 minuten

Slide 20 - Quizvraag

Er is een zuurstofcilinder van 5 liter onder 120 bar. De zorgvrager krijgt 3 liter zuurstof per minuut. Hoelang kun je zuurstof toedienen (in uren en minuten)?
A
1 uur en 40 minuten
B
3 uur en 20 minuten
C
2 uur en 30 minuten
D
4 uur en 10 minuten

Slide 21 - Quizvraag

Einde
Je bent nu klaar voor: 
Huiswerkles 3

Deze kun je vinden in LessonUp bij de klas waar je aan gekoppeld bent. 

Succes! 

Slide 22 - Tekstslide