Taal, lezen van pictogrammen (les 2)

         Fase 2                                                        
Taal, lezen 
(les 2)

Pictogrammen & bijsluiters lezen
1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 2

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

         Fase 2                                                        
Taal, lezen 
(les 2)

Pictogrammen & bijsluiters lezen

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen:

* Ik kan pictogrammen lezen en begrijpen

* Ik kan bijsluiters van medicijnen lezen

Slide 2 - Tekstslide

Pictogrammen
We beginnen met het lesdoel: Ik kan pictogrammen lezen en begrijpen.

Slide 3 - Tekstslide

Wat zijn pictogrammen?

Slide 4 - Woordweb

Wat zijn pictogrammen?
Pictogrammen zijn symbolen of afbeeldingen die de plaats innemen van tekst. 

Slide 5 - Tekstslide

Welke pictogrammen ken je?

Slide 6 - Woordweb

Voorbeelden van pictogrammen

Slide 7 - Tekstslide

Waar kom je pictogrammen op school tegen?

Slide 8 - Woordweb

Pictogrammen op school 

- Hout & Metaal
- LWP
- Keuken
- Casco
- Nooduitgang
- Toiletten

Slide 9 - Tekstslide

Waar kom je pictogrammen nog meer tegen?

Slide 10 - Woordweb

Waar kom je pictogrammen nog meer tegen?
- In kleding (wasvoorschriften)
- Schoonmaakmiddelen
- Op machines 
- In het verkeer
- Bouwplaatsen
- Treinstations 
- Vliegvelden

Slide 11 - Tekstslide

Deze ken je uit het nieuws... Wat betekent dit?

Slide 12 - Open vraag

Deze ken je ook uit het nieuws... Wat betekent dit?

Slide 13 - Open vraag

Pictogrammen & culturele diversiteit?



Je vraagt je misschien af... Wat hebben deze twee doelen met elkaar te maken?


Slide 14 - Tekstslide

Stel... Je gaat op reis naar één van de werelddelen.. Dan kom je ook pictogrammen tegen. Waar?

Slide 15 - Open vraag

Pictogrammen zijn een internationale taal. Wat bedoelen we hiermee?

Slide 16 - Open vraag

Pictogrammen op het vliegveld

Wat betekenen deze pictogrammen?

Slide 17 - Tekstslide

Test je pictogrammen kennis!
Hoe zit het met jou kennis over pictogrammen?

Slide 18 - Tekstslide

Dit kom je tegen op het vliegveld.
Wat betekent dit?
A
Let op: Neerstortend vliegtuig
B
Aankomsthal
C
Vertrekhal
D
Welkom op het vliegveld

Slide 19 - Quizvraag

Dit kom je tegen op het vliegveld.
Wat betekent dit?
A
Hier is internet
B
Dit is een internationaal vliegveld
C
Hier kun je informatie krijgen
D
Hier mag je niks illegaals doen

Slide 20 - Quizvraag

Dit kom je tegen op het vliegveld.
Wat betekent dit?
A
Lever hier je koffer in
B
Je mag alleen een koffer meenemen
C
Je mag je koffer niet zelf dragen
D
Hier word je koffer gecontroleerd

Slide 21 - Quizvraag

Dit kom je tegen op het vliegveld.
Wat betekent dit?
A
Hier kun je een ticket kopen
B
Hier kun je geld wisselen
C
Hier is een pinautomaat
D
Hier is een winkel om iets te kopen

Slide 22 - Quizvraag

De volgende pictogrammen ga je misschien ooit op je werk tegen komen... 

Slide 23 - Tekstslide

beschermende kleding verplicht
Telefoon voor eerste hulp
Verboden voor voetgangers
Geen toegang voor onbevoegden
ontplofbaar

Slide 24 - Sleepvraag

Algemeen gevaar
Geen drinkwater
Brandslang
lange termijn gezondheidsgevaarlijk
ontplofbaar

Slide 25 - Sleepvraag

beschermende kleding verplicht
Geen drinkwater
lange termijn gezondheidsgevaarlijk
Geen toegang voor onbevoegden
verboden te roken

Slide 26 - Sleepvraag

beschermende kleding verplicht
Algemeen gevaar
Geen drinkwater
nooduitgang
veiligheidshelm verplicht
Geen toegang voor onbevoegden

Slide 27 - Sleepvraag

Afsluiting onderdeel pictogrammen


- Je weet wat pictogrammen zijn
- Je weet welke pictogrammen er op school zijn
- Je weet waar je nog meer pictogrammen tegenkomt
- Je weet welke pictogrammen er op een vliegveld zijn
- Je weet welke pictogrammen je op je werk tegen kan komen

Slide 28 - Tekstslide

Op reis naar de werelddelen

Je gaat op reis naar een ander werelddeel..

- Je weet welke excursies er zijn in de werelddelen
- Je weet welke recepten er bij de werelddelen horen
- Je weet welke pictogrammen je op het vliegveld tegenkomt

Slide 29 - Tekstslide

Op reis naar de werelddelen
Je gaat op reis naar een ander werelddeel..

Wat moeten we nog weten?

Soms als je naar een ander werelddeel gaat heb je inentingen of medicijnen nodig tegen ziektes die daar heersen. Bij medicijnen krijg je altijd een bijsluiter 

Slide 30 - Tekstslide

Even terug naar het begin.... 
De leerdoelen van deze les:  


Ik kan pictogrammen lezen

- Ik kan een bijsluiter van een medicijn lezen

Slide 31 - Tekstslide

Wat is een bijsluiter?

Slide 32 - Woordweb

Wat is een bijsluiter?
Een bijsluiter is een boekje/folder met informatie dat je krijgt bij medicijnen,

Slide 33 - Tekstslide

Wat staat er allemaal in een bijsluiter?

Slide 34 - Woordweb

Wat staat er allemaal in een bijsluiter?
- Welke stoffen er in het medicijn zitten
- Aanwijzingen voor het gebruiken van het medicijn
- Hoeveel je maximaal per dag mag gebruiken
- Wanneer je het niet mag gebruiken
- Wat je moet doen als je het fout hebt gebruikt 
- Bijwerkingen


Slide 35 - Tekstslide

Waar of niet waar? Je hoeft de bijsluiter niet altijd te lezen
Lees de bijsluiter altijd goed door voordat je medicijnen inneemt!!!
A
Waar
B
Niet waar

Slide 36 - Quizvraag

Waar of niet waar? Je krijgt altijd alle bijwerkingen die in de bijsluiter staan
Dit is niet waar. Het zijn mogelijke bijwerkingen. Dit betekent dat het zo zou kunnen zijn dat je die krijgt. Dit hoeft helemaal niet zo te zijn. 
A
Waar
B
Niet waar

Slide 37 - Quizvraag

Wat moet je doen als je te veel van de medicijnen hebt ingenomen?
Kijk eerst in de bijsluiter. Hier staat in wat je moet doen, meestal moet je de huisarts bellen voor advies. 
A
Niks, dat is helemaal niet erg
B
Rustig blijven en naar het toilet gaan. Dan gaat het vanzelf weg
C
De huisarts bellen om te vragen om advies
D
Kijken wat in de bijsluiter staat

Slide 38 - Quizvraag

Slide 39 - Tekstslide

Van welk medicijn is dit de bijsluiter?

Slide 40 - Open vraag

Hoeveel capsules mag een volwassene per keer innemen?

Slide 41 - Open vraag

Hoeveel capsules mag een volwassene per dag innemen?

Slide 42 - Open vraag

Mag je dit medicijn gebruiken als je zwanger bent?
A
Ja
B
Nee

Slide 43 - Quizvraag

Slide 44 - Tekstslide

Vanaf welke leeftijd mag je dit medicijn gebruiken?

Slide 45 - Open vraag

Wat moet je doen als de klachten na 7 dagen niet minder worden?

Slide 46 - Open vraag

Bij welke klachten mag je dit medicijn niet gebruiken?

Slide 47 - Open vraag

Mag een vrouw die borstvoeding geeft dit medicijn gebruiken?
A
Ja
B
Nee

Slide 48 - Quizvraag

Wat heb je geleerd vandaag?

Slide 49 - Open vraag

EINDE

Slide 50 - Tekstslide