1.4: De Nederlandse Opstand (2)

1.4: De Hele Nederlandse opstand in 1 keer
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 34 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

1.4: De Hele Nederlandse opstand in 1 keer

Slide 1 - Tekstslide

Deze les:
  • Terugblik vorige les, wat weten we nog
  • Uitleg Nederlandse opstand + maken tijdlijn
  • Aan de slag met het lezen van de theorie en het maken van opdrachten. 

Slide 2 - Tekstslide

Aan het einde van deze les:
... Heb je een tijdlijn gemaakt met de belangrijkste gebeurtenissen uit de Nederlandse Opstand/ Tachtigjarige oorlog.
... Heb je geleerd wie de hoofdrolspelers in deze Opstand waren.
... Heb je geleerd hoe een onafhankelijke Nederlandse staat ontstond.

Slide 3 - Tekstslide

Opdracht in de les:
  • Maak een tijdlijn van de gebeurtenissen van de 80 jarige oorlog.
  • Schrijf daaronder in een lijst wat elke gebeurtenis is en schrijf de 5 hoofdrolspelers op.

Slide 4 - Tekstslide

Karel V in de Nederlanden:
  • Niet alles zomaar beslissen
  • Rekening houden met de rechten van zijn onderdanen
  • Elk gewest had eigen regels, 23 wetten en belastingen
  • Elk gewest had een eigen bestuur, de staten
  • In de staten waren de steden, adel en geestelijkheid vertegenwoordigd.
  • steden met stadsrechten hadden veel zelfstandigheid

Slide 5 - Tekstslide

Karel V:
  • bestuurde de Nederlanden vanuit Brussel
  • is ook keizer van Duitsland
  • is koning van Spanje
  • dus vaak onderweg om oorlog te voeren 

Slide 6 - Tekstslide

Daarom...
  • in elk gewest een plaatsvervanger, de stadhouder
  • Als Karel niet in Brussel is liet hij zich vervangen door een landvoogd. 

Slide 7 - Tekstslide

Karel V:
Werkte aan centralisatie en staatsvorming in de Nederlanden
  • meer belastingen
  • meer centrale wetten die overal geldig waren

doel: oorlogen, paleizen en ambtenaren betalen
gevolg: groeiende ontevredenheid in de Nederlanden.

Slide 8 - Tekstslide

Filips II:
  • volgt zijn vader Karel V op in 1555
  • nog hogere belastingen
  • door met het vervolgen van protestanten
  • meedogenloze manier van vervolgen ging veel Nederlandse bestuurders te ver. 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

De Nederlanden: 17 gewesten
Gewest: Zelfstandig gebied met eigen wetten, vaak een eigen geldsoort en een eigen dialect (streektaal)
Elk gewest heeft een eigen bestuur en een stadhouder. 

stadhouder: hoge edelman als plaatsvervanger van de Spaanse koning in een gewest, zorgen voor orde en rust, aanvoerder van het leger.

Slide 11 - Tekstslide

het spaanse rijk
gewesten

Slide 12 - Tekstslide

De Nederlanden:
In 1555 volgt Filips II zijn vader op en benoemd in 1559 Willem van Oranje als stadhouder van Holland, Zeeland en Utrecht. 

Filips II regeerde met betaalde ambtenaren die hij kon benoemen en ontslaan wanneer hij wilde. Hij regeerde net als zijn vader vanuit één punt, dit noemen we centralisatie.

Slide 13 - Tekstslide

De Nederlanden:
Filips II wilde in alle gewesten hetzelfde bestuur en hetzelfde geloof, namelijk het Katholieke geloof. Protestanten liet hij oppakken. De hoge edelen en de burgers van de Nederlanden waren hier niet blij mee.

Slide 14 - Tekstslide

Het begin van de opstand
Filips II was naast koning van de Nederlanden ook koning van Spanje, in 1559 verhuist hij naar Madrid en maakt zijn halfzus Margartha van Parma landvoogdes. 

In 1566 vroeg een groep edelen haar om de protestanten niet meer zo hard aan te pakken, dat deed ze en daardoor werden de protestanten steeds dapperder.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

De beeldenstorm:



Na een kerkdienst in Vlaanderen waarin een dominee preekte tegen de katholieke verering van heiligen sloegen aanhangers in een klooster alle beelden kapot.(1566) In de weken erna gingen vele protestanten dit ook in andere kloosters en kerken doen, dit noemen we de beeldenstorm. 

Slide 17 - Tekstslide

Het begin van de opstand:
Filips II is woest, hij benoemd de Spaanse hertog van Alva tot landvoogd en stuurt hem in 1568 met een groot leger naar de Nederlanden om de daders te straffen en het protestantisme te vernietigen. Veel Nederlanders slaan op de vlucht, ook Willem van Oranje

Slide 18 - Tekstslide

Het begin van de opstand:
Willem van Oranje valt in 1568 met een leger vanuit Duitsland de Nederlanden binnen om Alva te bestrijden. Daarmee begon de Opstand  of Tachtigjarige Oorlog tegen Spanje.

Slide 19 - Tekstslide

De opstand/Oorlog
De opstandelingen in de Nederlanden gingen zichzelf de Geuzen noemen. Op 1 april 1572 veroverden de watergeuzen vanaf zee de Zuid-Hollandse plaats den Briel. Daarna kozen veel Zeeuwse en Hollandse steden de kant van de opstandelingen.

Slide 20 - Tekstslide

De opstand/Oorlog
De Spanjaarden traden hard op. Als ze een stad innamen gingen ze verschrikkelijk te keer, ze plunderden de huizen en staken ze in brand. In Naarden werd zelfs bijna de hele bevolking uitgemoord. De Spanjaarden wilden hiermee de Nederlanders bang maken maar deze kregen juist een grotere hekel aan de Spanjaarden en kwamen steeds meer in verzet.

Slide 21 - Tekstslide

De opstand/Oorlog


In 1579 sloten de leiders van de noordelijke gewesten 
een militair bondgenootschap tegen Spanje, de Unie van Utrecht.

De zuidelijke gewesten werden heroverd door de Spanjaarden en bleven bij Spanje horen.

Slide 22 - Tekstslide

Nederland wordt onafhankelijk
Filips II ziet Willem van Oranje inmiddels als zijn grootste vijand en looft een beloning uit voor degene die hem wil vermoorden. 

Als gevolg hiervan besluiten de leiders van de zeven Noordelijke gewesten in 1581 het gezag (heerschappij) van Filips II niet langer te erkennen. (dit staat opgeschreven in het Plakkaat van Verlatinghe, je zou dit kunnen zien als de Nederlandse onafhankelijkheidsverklaring)

Slide 23 - Tekstslide

Nederland wordt onafhankelijk:
Dan gaat er vanalles mis....In 1584 wordt 
Willem van Oranje vermoord en in
 1585 veroverden de Spanjaarden Antwerpen. 

Maar in het noorden houden de opstandelingen vol, in 1588 besluiten zij dat ze geen vorst meer willen. Ze stichtten daarom een onafhankelijke Nederlandse staat: De Republiek der Zeven verenigde Nederlanden

Slide 24 - Tekstslide

De Republiek (1589)
Plakkaat van Verlatinghe (1581)

Slide 25 - Tekstslide

Nederland wordt onafhankelijk:
De oorlog is na het uitroepen van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden nog niet voorbij pas in 1648 werd de vrede gesloten.

Slide 26 - Tekstslide

De hoofdpersonen:

Slide 27 - Tekstslide

Karel V
Keizer van het Duitse rijk en ook vorst van de Nederlanden.

Mocht niet zomaar alles beslissen, de gewesten werden bestuurd door de staten waarin de drie standen vertegenwoordigd waren, Karel had wel de hoogste macht, dat noemen we soevereiniteit


Slide 28 - Tekstslide

Filips II
Volgt in 1555 zijn vader op, was niet alleen vorst van de Nederlanden maar ook van Spanje.

streng katholiek en vervolgde de protestanten nog strenger dan zijn vader.

Filips II wil :
- Alle gewesten zelfde wetten en regels.
- het hele rijk Katholiek
En dat is een probleem

Slide 29 - Tekstslide

Margaretha van Parma

bestuurd als landvoogdes vanuit Brussel de Nederlanden. (Want Filips II gaat in 1559 in Spanje wonen)

Straffen Filips tegen de protestanten te zwaar, tijdelijk minder straffen. 

Protestantse predikers durven nu in het openbaar te preken

Slide 30 - Tekstslide

1566: beeldenstorm
aanleiding:  een preek tegen de katholieke verering van heiligen door een predikant in Vlaanderen. Zijn aanhangers slaan na afloop in een klooster in de buurt alle beelden kapot

In veel kloosters en kerken worden in de weken die volgen vernielingen gepleegd, Filips II is woest.

Slide 31 - Tekstslide

Hertog van Alva
Filips stuurt de Hertog van Alva  met een leger naar de Nederlanden, ook benoemd hij hem tot landvoogd. 

Veel Nederlanders, waaronder Willem van Oranje slaan op de vlucht

Slide 32 - Tekstslide

Willem van Oranje
Benoemd in 1559 tot stadhouder van Holland, Zeeland en Utrecht door Filips II.

een stadhouder:  is een vertegenwoordiger van de koning in een gewest. (willen dus in 3 gewesten)

Valt in 1568 met een leger vanuit Duitsland de Nederlanden binnen.

Slide 33 - Tekstslide

Aan de slag:
  • Maak de tijdlijn verder af, voeg zoveel mogelijk gebeurtenissen toe
  • lees de theorie van paragraaf 1.4 en maak de opdrachten. 

Slide 34 - Tekstslide