20.1 het bijv. nw. (vorm) 1

1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Aujourd'hui
- Quizlet
- Minispreekbeurten
- bijv. nw. (vorm)
- les nombres 20 t/m 69
mardi
17
avril
Doelen:  - weet je welk bijv. nw je kunt gebruiken in de zin;
- aan het einde van deze les kun je in het Frans tellen tot 69

Slide 2 - Tekstslide

Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een ...

Slide 3 - Open vraag

Het bijvoeglijk naamwoord

Slide 4 - Tekstslide

bijvoeglijke
naamwoorden
in het NL

Slide 5 - Woordweb

Het bijvoeglijk naamwoord
Ook in het Frans...................

Un garçon français.                     Een Franse jongen.
Une fille française.                       Een Frans meisje.



Slide 6 - Tekstslide

In het Frans staat het bijvoeglijk naamwoord vaak ... het zelfst. nw.

Slide 7 - Open vraag

Een bijvoeglijk naamwoord dat bij een vrouwelijk woord hoort krijgt een extra ...
A
e
B
s

Slide 8 - Quizvraag

Het schema !!

Slide 9 - Tekstslide

Het bijvoeglijk naamwoord
Un pantalon rouge.           -->           Une robe rouge.

Un garçon français.          -->           Deux garçons français.
  • Geen extra -e, wanneer het mannelijk enkelvoud al eindigt op een -e.
  • Geen extra -s, wanneer het mannelijk enkelvoud al eindigt op een -s.

Slide 10 - Tekstslide

Kies de juiste vorm:
Elle a une ___ jupe.
A
joli
B
jolie

Slide 11 - Quizvraag

Kies de juiste vorm:
La série est ___.
A
intéressant
B
intéressante

Slide 12 - Quizvraag

Kies de juiste vorm:
C'est une ___ actrice.
A
grand
B
grande

Slide 13 - Quizvraag

Kies de juiste vorm:
Elle a deux chats (m) ___ .
A
noirs
B
noir

Slide 14 - Quizvraag

Faire: grammaire II
ex. 16 C et 16 D

Slide 15 - Tekstslide

getallen

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Les nombres 20-69

20: vingt
21: vingt et un
24: vingt-quatre

30: trente
31: trente et un
37: trente-sept



40: quarante
41: quarante et un
43: quarante-trois

50: cinquante
58: cinquante-huit

60: soixante
66: soixante-six

Slide 18 - Tekstslide

Sleep de getallen naar de juiste plaats op de lineaal:
treize
trois
zéro
six

onze
seize
vingt

Slide 19 - Sleepvraag

deux + sept =
A
dix-sept
B
huit
C
onze
D
neuf

Slide 20 - Quizvraag

vingt - six =
A
quatorze
B
treize
C
quinze
D
seize

Slide 21 - Quizvraag

quinze + quatre =
A
dix-sept
B
dix-neuf
C
dix-huit
D
neuf

Slide 22 - Quizvraag

seize - trois =
A
douze
B
dix-neuf
C
treize
D
quatorze

Slide 23 - Quizvraag

trente-cinq
quarante-quatre
vingt-neuf
trente-neuf
vingt-deux
quarante et un

Slide 24 - Sleepvraag

Schrijf de getallen in cijfers op:
vingt-huit

Slide 25 - Open vraag

Schrijf de getallen in cijfers op:
quarante-cinq

Slide 26 - Open vraag

Schrijf de getallen in cijfers op:
soixante

Slide 27 - Open vraag

Schrijf de getallen in cijfers op:
quarante-neuf

Slide 28 - Open vraag

Schrijf de getallen in cijfers op:
vingt-six

Slide 29 - Open vraag

Schrijf de getallen in cijfers op:
cinquante-sept

Slide 30 - Open vraag

Schrijf de getallen in cijfers op:
trente-trois

Slide 31 - Open vraag

Schrijf de getallen in cijfers op:
soixante et un

Slide 32 - Open vraag

45
A
cinquante-quatre
B
quatre-cinq
C
quarante-cinq
D
cinq-quarante

Slide 33 - Quizvraag

27

Slide 34 - Open vraag

67
A
soixante-six
B
six-sept
C
sept-soixante
D
soixante-sept

Slide 35 - Quizvraag

48

Slide 36 - Open vraag

50
A
quarante-dix
B
cincante
C
cinquant
D
cinquante

Slide 37 - Quizvraag

31

Slide 38 - Open vraag

Zet de getallen in de juiste volgorde 
van klein naar groot: 
sept
dix-sept
seize
trente-quatre
quarante-trois
soixante-deux
soixante-six
soixante-dix
cinquante-six

Slide 39 - Sleepvraag

Les devoirs
Apprendre (leren): 
herhaal de getallen 20-69


Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide