Engels Unit 2 7/8A

Engels Quiz Unit 2 - Food
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsBasisschoolGroep 7,8

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Engels Quiz Unit 2 - Food

Slide 1 - Tekstslide

Wat is de Nederlandse vertaling van cauliflower?

Slide 2 - Open vraag

Wat is de Nederlandse vertaling van lettuce?

Slide 3 - Open vraag

Wat is de Nederlandse vertaling van potato?

Slide 4 - Open vraag

Wat is de Nederlandse vertaling van salt?

Slide 5 - Open vraag

Wat is de Nederlandse vertaling van tomato?

Slide 6 - Open vraag

Wat is de Nederlandse vertaling van waiter?

Slide 7 - Open vraag

Wat is de Nederlandse vertaling van hungry?

Slide 8 - Open vraag

Wat is de Nederlandse vertaling van vegetables?

Slide 9 - Open vraag

Wat is de Nederlandse vertaling van onion?

Slide 10 - Open vraag

Wat is de Nederlandse vertaling van breakfast?

Slide 11 - Open vraag

Wat is de Engelse vertaling van komkommer?
A
comecommer
B
cucumber
C
pickle
D
eggplant

Slide 12 - Quizvraag

Wat is de Engelse vertaling van servet?
A
servit
B
tissue
C
napkin
D
tablecloth

Slide 13 - Quizvraag

Wat is de Engelse vertaling van rekening?
A
calculation
B
bon
C
reckoning
D
bill

Slide 14 - Quizvraag

Wat is de Engelse vertaling van zalm?
A
salmon
B
salm
C
shalom
D
sallom

Slide 15 - Quizvraag

Wat is de Engelse vertaling van ananas?
A
ananas
B
pineapple
C
pomegranate
D
eggplant

Slide 16 - Quizvraag

Wat is de Engelse vertaling van garnaal?
A
garnish
B
crawfish
C
shrimp
D
garrison

Slide 17 - Quizvraag

Wat is de Engelse vertaling van restaurant?
A
restaurant
B
restarent
C
restorant
D
restoration

Slide 18 - Quizvraag

Wat is de Engelse vertaling van gehaktbal?
A
beefball
B
meatball
C
hackball
D
porkball

Slide 19 - Quizvraag

Wat is de Engelse vertaling van hoofdgerecht?
A
head meal
B
main course
C
starter
D
dinner

Slide 20 - Quizvraag

Wat is de Engelse vertaling van
kool?
A
cowl
B
carriage
C
cottage
D
cabbage

Slide 21 - Quizvraag