Voorbereidingles S.O. - A.K. Vaardigheden

Controle Aantekeningenblad
  1. Controleer welke bladen er ontbreken, vinger omhoog steken en fluisterstilte!
  2. Controleer met je buurman/vrouw de aantekeningen op het blad, let op deze antwoorden zijn uiteindelijk jouw leerstof voor het S.O. (net zoalsboek)!
  3. Controleer je antwoorden met elkaar en noteer het juiste.
timer
5:00
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Controle Aantekeningenblad
  1. Controleer welke bladen er ontbreken, vinger omhoog steken en fluisterstilte!
  2. Controleer met je buurman/vrouw de aantekeningen op het blad, let op deze antwoorden zijn uiteindelijk jouw leerstof voor het S.O. (net zoalsboek)!
  3. Controleer je antwoorden met elkaar en noteer het juiste.
timer
5:00

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen - Les 1
  • Na deze les kan je uitleggen wat aardrijkskunde voor een vak is
  • Aardrijkskunde is het vak waar je alles leert over onze planeet, en hoe wij als mens ons op de aardbol gedragen.

  • Welk 4 onderdelen zijn nodig om een kaart te lezen.
  • Schaal, titel, legenda, Noordpijl

  • Benoemen welke 4 kaarten er in de atlas voorkomen.
  • Een thematische kaart = één of meerdere duidelijk onderwerpen (bijvoorbeeld bevolkingsdichtheid, aantal corona besmettingen)
  • Staatkundige overzichtskaart = Grenzen tussen landen
  • Natuurkundige overzichtskaart = Natuur (bergen, rivieren, vegetatie)
  • Topografische kaart = Kaart die meestal inzoomt op een klein gebied (paar dorpen, een stad)

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen - Les 2
  • Uitleggen wat het verschil is tussen in-en uitzoomen.
-Bij Inzoomen ga je van een groot naar een klein gebied en van 
 uitzoomen ga je van een klein naar een groot gebied.

  • Benoemen welke 5 schaalniveaus er zijn.
-


  • De schaal toepassen op een kaart en afstanden berekenen.
-Oefen met werkboekopdrachten of online.

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen - les 3
  • Begrijpen wat de absolute ligging is.
  • De coordinaten van een plaats (NB/ZB , OL/WL) (de exacte locatie)
  • Teken de indeling van de aarde mee! 
  • ->
  • Uitleggen waarom het moeilijk is om een kaart te maken van onze aardbol.
  • De aarde is rond en om een kaart te maken, worden sommige delen anders in grootte geprojecteerd.
  • Uitleggen hoe de aarde is opgedeelt in lengte en breedtecirkels
  • De evenaar verdeelt de aarde in twee breedte (Noorderbreedte NB, Zuiderbreedte ZB)
  • De  nulmeridiaan verdeelt de aarde in twee helften (Oosterlengte OL, Westerlengte WL)

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen - les 4
  • Na deze les kunnen jullie:

  • Onthouden op welke bladzijde het topografisch namen register staat.
  • Blz. 267

  • Onthouden op welke bladzijde het trefwoorden register staat.
  • Blz. 300

  • Begrijpen wanneer je welk register gebruikt in de atlas.
  • Topografisch namen register = opzoeken van plaatsen
  • Trefwoorden register = opzoeken van onderwerpen

Slide 5 - Tekstslide

Wat voor soort kaart is dit?
A
Natuurkundige overzichtskaart
B
Staatkundige overzichtskaart
C
Thematische kaart
D
Topografische kaart

Slide 6 - Quizvraag

Wat voor soort kaart is dit?
A
Natuurkundige overzichtskaart
B
Staatkundige overzichtskaart
C
Thematische kaart
D
Topografische kaart

Slide 7 - Quizvraag

Wat voor soort kaart is dit?
A
Natuurkundige overzichtskaart
B
Navigatiekaart
C
Thematische kaart
D
Staatkundige overzichtskaart

Slide 8 - Quizvraag

Wat is dit voor soort kaart?
A
Natuurkundige overzichtskaart
B
Staatkundige overzichtskaart
C
Navigatiekaart
D
Thematische kaart

Slide 9 - Quizvraag

Wat voor soort kaart is dit?



A
Navigatiekaart
B
Overzichtskaart
C
Thematische kaart
D
Landkaart

Slide 10 - Quizvraag

Wat voor soort kaart is dit?
A
topografische kaart
B
thematische kaart
C
overzichtskaart
D
plattegrond

Slide 11 - Quizvraag

Welk schaalniveau
A
Lokaal
B
Regionaal
C
Nationaal
D
Continentaal

Slide 12 - Quizvraag

Welk schaalniveau?
A
Lokaal
B
Regionaal
C
Nationaal
D
Continentaal

Slide 13 - Quizvraag

Welk schaalniveau
A
Lokaal
B
Regionaal
C
Nationaal
D
Continentaal

Slide 14 - Quizvraag

Welk schaalniveau?
A
Mondiaal
B
continentaal
C
regionaal
D
lokaal

Slide 15 - Quizvraag

Ligt Nederland op N.B. of Z.B.?
Ligt Nederland op O.L. of W.L.?
A
Op N.B. en O.L.
B
Op Z.B. en W.L.
C
Op N.B. en W.L.
D
Op Z.B. en O.L.

Slide 16 - Quizvraag

Ligt Zuid-Amerika op N.B. of Z.B.?
Ligt Zuid-Amerika op O.L. of W.L.?
A
Op N.B. en O.L.
B
Op Z.B. en W.L.
C
Op N.B. en W.L.
D
Op Z.B. en O.L.

Slide 17 - Quizvraag