Lowan thema 6 'het huis' herhaling (deel 2)

Welkom O13!


NT2/Nederlands


21-3-2024
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2ISK

In deze les zitten 29 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Welkom O13!


NT2/Nederlands


21-3-2024

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Woorden flitsen
  • Werkwoorden 'het huis'
  • SO lowan thema 6 het huis




Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

de slaapkamer

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

het fornuis

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

de flat

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

de kapstok

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

de stad

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

de garage

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

het dak

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

het strijkijzer

Slide 18 - Tekstslide

Schoonmaken
Mijn moeder maakt schoon.
Ik maak de tafel schoon.
Zij maakt de woonkamer schoon.
Hij maakt de school schoon.

Slide 19 - Tekstslide

opstaan

Slide 20 - Tekstslide

opruimen
Ik ruim mijn kamer zelf op.
mijn moeder ruimt mijn kamer op

Slide 21 - Tekstslide

wassen


Slide 22 - Tekstslide

slapen

ik slaap
jij slaapt
hij slaapt
zij slaapt
wij slapen
jullie slapen
zij slapen
opruimen

ik ruim op
jij ruimt op
hij ruimt op
zij ruimt op
wij ruimen op
jullie ruimen op
zij ruimen op

Slide 23 - Tekstslide

verhuizen

ik verhuis
jij verhuist
hij verhuist
zij verhuist
wij verhuizen
jullie verhuizen
zij verhuizen
schoonmaken

ik maak schoon
jij maakt schoon
hij maakt schoon
zij maakt schoon
wij maken schoon
jullie maken schoon
zij maken schoon

Slide 24 - Tekstslide

wassen

ik was
jij wast
hij wast
zij wast
wij wassen
jullie wassen
zij wassen
opstaan

ik sta op
jij staat op
hij staat op
zij staat op
wij staan op
jullie staan op
zij staan op

Slide 25 - Tekstslide

strijken

ik strijk
jij strijkt
hij strijkt
zij strijkt
wij strijken
jullie strijken
zij strijken
zijn

ik ben
jij bent
hij is
zij is
wij zijn
jullie zijn
zij zijn

Slide 26 - Tekstslide

Opdracht bij de spinner:

Noem de juiste vorm van het werkwoord!
Docent noemt:
ik of jij, hij, zij, wij, jullie, zij.

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

SO Lowan thema 6 'het huis'

Veel succes!

Slide 29 - Tekstslide