4GL Thema 4 Voeding en vertering

Thema 4: Voeding en vertering
1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

In deze les zitten 51 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Thema 4: Voeding en vertering

Slide 1 - Tekstslide

Basisstof 1: voedsel

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt uitleggen wat voor effect bacterien en schimmels hebben op voedsel
Je kunt uitleggen wat enzymen doen
Je kunt uitleggen wat de optimumkromme van enzymen inhoudt
Je kunt vertellen wat de zuurgraad is
Je kunt verschillende vormen van conserveren benoemen

Slide 3 - Tekstslide

Voedselproductie: bacterien en schimmels

Slide 4 - Tekstslide

Enzymen
Als een stof omgezet wordt naar een andere stof: reactie
Enzymen: Zorgen ervoor dat deze reacties sneller gaan

Slide 5 - Tekstslide

Enzymactiviteit
Snelheid waarmee een enzym een stof omzet

Zuurgraad en temperatuur

Optimumkromme en optimumtemperatuur

Slide 6 - Tekstslide

Zuurgraad
Zuur of basisch

pH 7 = neutraal

Slide 7 - Tekstslide

Voedsel conserveren

Slide 8 - Tekstslide

Conserveermiddelen
Zuur, zout, suiker: natuurlijke conserveermiddelen

Kunstmatige conserveermiddelen: sulfiet in frisdranken

Additieven: kleur, geur en smaakstoffen om voedsel aantrekkelijker te maken

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Leerdoelen
Je kunt uitleggen wat voor effect bacterien en schimmels hebben op voedsel
Je kunt uitleggen wat enzymen doen
Je kunt uitleggen wat de optimumkromme van enzymen inhoudt
Je kunt vertellen wat de zuurgraad is
Je kunt verschillende vormen van conserveren benoemen

Slide 11 - Tekstslide

Basisstof 2: Voedingsmiddelen en voedingsstoffen

Slide 12 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt het verschil uitleggen tussen voedingsmiddel en voedingsstof

Je kunt de functies van alle voedingsstoffen benoemen

Je kunt uitleggen hoe je voedingsstoffen kunt aantonen

Slide 13 - Tekstslide

Voedingsmiddel
Alles wat je eet en drinkt

Slide 14 - Tekstslide

Voedingsstoffen
Zijn de stoffen in je eten die je kunt gebruiken

Het verteringsstelsel breekt voedingsmiddelen af om de voedingsstoffen binnen te krijgen

Slide 15 - Tekstslide

Voedingsstoffen
6 groepen: eiwitten, koolhydraten, vetten, water, mineralen en vitaminen

Voedingsvezels kunnen niet worden verteerd, maar zijn wel belangrijk voor de stoelgang

Slide 16 - Tekstslide

Eiwitten
Bouwstof
Cellen bestaan voor een groot deel uit eiwit
Enzymen zijn eiwitten
Geen reservestof

Slide 17 - Tekstslide

Koolhydraten
Glucose, suiker en zetmeel
Plantaardige voeding
Brandstof, bouwstof en reservestof
Zetmeel en suiker worden omgezet tot glucose: verbranding
Deel wordt glycogeen (reservestof) of vet

Slide 18 - Tekstslide

Vetten

Brandstof, bouwstof en reservestof

Onverzadigd (bouwstof van bijv. celmembranen) of verzadigd (brandstof maar al het teveel wordt opgeslagen)


Slide 19 - Tekstslide

Water

Bouwstof
Het grootste deel van je lichaam is water
Ook voor vervoer in je lichaam (bloed, lymfe, cytoplasma)

Slide 20 - Tekstslide

Mineralen
Zouten
Calcium, fluoride, ijzer, natrium, kalium etc.
Bouwstof en beschermende stof
Opbouw beenderen
Maken van hemoglobine
Weinig van nodig (keukenzout vaak zelfs te veel)

Slide 21 - Tekstslide

Vitaminen
Beschermende stof
Zit meestal genoeg in je eten
Sommigen zijn schadelijk als je teveel binnen krijgt
A, B, C, D, E en K
Gevarieerd eten!!!

Slide 22 - Tekstslide

Voedingsstof aantonen

Indicator

Slide 23 - Tekstslide

Opdrachten maken!

Slide 24 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt het verschil uitleggen tussen voedingsmiddel en voedingsstof

Je kunt de functies van alle voedingsstoffen benoemen

Je kunt uitleggen hoe je voedingsstoffen kunt aantonen

Slide 25 - Tekstslide

Basisstof 3: Voeding en leefstijl

Slide 26 - Tekstslide

Leerdoelen
Je weet wat gezonde voeding is (adviezen en schijf van vijf)

Je kunt uitleggen wat kilocalorie en grondstofwisseling inhoudt

Je kunt uitleggen wanneer je te dik of te dun kunt worden en wat voor risico's dit geeft

Slide 27 - Tekstslide

Gezond eten
Variatie
Veilig voedsel: Is je voedsel besmet dan kun je een voedselvergiftiging oplopen

Slide 28 - Tekstslide

Adviezen en schijf van vijf

Slide 29 - Tekstslide

Energie
behoefte

Kilocalorie
(kcal)

Slide 30 - Tekstslide

Grondstof
wisseling

Slide 31 - Tekstslide

Wat is gezond?
Als je meer beweegt dan dat je eet: te dun
Als je meer eet dan je beweegt: te dik

Sommige mensen schatten zichzelf verkeerd in:
die kunnen een eetstoornis krijgen

Slide 32 - Tekstslide

Opdrachten maken!

Slide 33 - Tekstslide

Leerdoelen
Je weet wat gezonde voeding is (adviezen en schijf van vijf)

Je kunt uitleggen wat kilocalorie en grondstofwisseling inhoudt

Je kunt uitleggen wanneer je te dik of te dun kunt worden en wat voor risico's dit geeft

Slide 34 - Tekstslide

Basisstof 5: De organen voor vertering

Slide 35 - Tekstslide

Oppervlaktevergroting

Slide 36 - Tekstslide

Speeksel en enzymen

Slide 37 - Tekstslide

Slikken

Slide 38 - Tekstslide

De maag

Slide 39 - Tekstslide

Organen

Slide 40 - Tekstslide

Emulgeren

Slide 41 - Tekstslide

Dunne darm

Slide 42 - Tekstslide

Blinde darm, dikke darm, endeldarm

Slide 43 - Tekstslide

Basisstof 6: Planteneters, alleseters en vleeseters

Slide 44 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt het verschil uitleggen tussen kiezen en tanden

Je kunt de onderdelen van de tand benoemen

Je kunt uitleggen wat de verschillen zijn tussen planteneters, alleseters en vleeseters

Slide 45 - Tekstslide

Onderdelen gebit

Slide 46 - Tekstslide

Planteneters, alleseters, vleeseters

Slide 47 - Tekstslide

Kiezen en tanden

Slide 48 - Tekstslide

Tandplak

Slide 49 - Tekstslide

Tandsteen

Slide 50 - Tekstslide

Opdrachten maken!

Slide 51 - Tekstslide