H2.1 en 2.2
Geef de omschrijving van de volgende begrippen:
a) Afzetgebied
b) Racisme
c) Nationalisme
d) Modern imperialisme
e) Nederlands-Indië
a) Afzetgebied
b) Racisme
c) Nationalisme
d) Modern imperialisme
e) Nederlands-Indië
1 / 28
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Geef de omschrijving van de volgende begrippen:
a) Afzetgebied
b) Racisme
c) Nationalisme
d) Modern imperialisme
e) Nederlands-Indië
a) Afzetgebied
b) Racisme
c) Nationalisme
d) Modern imperialisme
e) Nederlands-Indië
Slide 1 - Open vraag
Welke gebeurtenissen zijn gevolgen van het nationalisme? Sleep die naar de vlag
In 1830, na een korte oorlog, krijgen de Belgen een eigen land.
In 1850 worden de eerste spoorwegen aangelegd in Nederland.
In 1871 wordt het Duitse Rijk opgericht.
In 1900 wordt de telefoon uitgevonden door onder anderen Alexander Bell.
Slide 2 - Sleepvraag
Wat is / zijn voordelen van het nationalisme?
Slide 3 - Open vraag
Leg uit wat het verband is tussen nationalisme en modern imperialisme
Slide 4 - Open vraag
Welk woord heeft niks te maken met nationalisme?
A
vlag
B
land
C
geweer
D
volkslied
Slide 5 - Quizvraag
Noem één gevolg als mensen TE nationalistisch zijn.
Slide 6 - Open vraag
Wat is modern imperialisme?
A
Veel grond in Europa veroveren
B
Veel kolonies stichten in Zuid Amerika
C
Veel grond veroveren en besturen in Afrika en Azie
D
Veel handelen met kolonies
Slide 7 - Quizvraag
Wat wordt er bedoeld met 'inheemse bewoners'?
A
De Europeanen die landen ontdekte.
B
De specerijen van exotische landen.
C
Mensen die gevlucht zijn.
D
De oorspronkelijke bewoners van het land.
Slide 8 - Quizvraag
Waarom waren andere landen volgens de Europeanen 'makkelijk' te onderwerpen?
Slide 9 - Open vraag
Noem twee redenen waarom Nederland zijn gebied uitbreidde met kolonies.
Slide 10 - Open vraag
Wat heeft industrialisatie met modern imperialisme te maken?
Slide 11 - Open vraag
Noem drie oorzaken voor modern imperialisme.
Slide 12 - Open vraag
Waarom voelden de Europanen zich beter dan andere volkeren?
Slide 13 - Open vraag
Hebben huidskleur, karakter en intelligentie iets met elkaar te maken?
A
Ja
B
Nee
Slide 14 - Quizvraag
Bekijk de afbeelding.
a) Waarom is dit een vorm van nationalisme?
b) Waar zie je dat in de afbeelding?
a) Waarom is dit een vorm van nationalisme?
b) Waar zie je dat in de afbeelding?
Slide 15 - Open vraag
Stel, een Nederlandse geschiedenisdocent in de negentiende eeuw geeft een nationalistische geschiedenisles.
Welke onderwerp zou de docent behandelen?
Welke onderwerp zou de docent behandelen?
A
De invloed van feminisme in Europa
B
De opening van het Suezkanaal
C
De opkomst van industrie in Engeland
D
De betekenis van het Wilhelmus
Slide 16 - Quizvraag
Is dit een voorbeeld van nationalisme?
In 1850 worden de eerste spoorwegen aangelegd.
In 1850 worden de eerste spoorwegen aangelegd.
A
Ja
B
Nee
Slide 17 - Quizvraag
Is dit een voorbeeld van nationalisme?
Rond 1920 krijgen Nederlanders voor het eerst contact via de telefoon.
Rond 1920 krijgen Nederlanders voor het eerst contact via de telefoon.
A
Ja
B
Nee
Slide 18 - Quizvraag
Is dit een voorbeeld van nationalisme?
In 1841 wordt een standbeeld van Michiel de Ruyter opgericht.
In 1841 wordt een standbeeld van Michiel de Ruyter opgericht.
A
Ja
B
Nee
Slide 19 - Quizvraag
Is dit een voorbeeld van nationalisme?
in 1870 wordt het Duitse rijk opgericht?
in 1870 wordt het Duitse rijk opgericht?
A
Ja
B
Nee
Slide 20 - Quizvraag
Een toespraak van het Nederlandse bestuur in Nederlands-Indië:
'' Wij zijn niet gekomen om u te straffen, maar om u te redden. Wij zullen ambtenaren naar u sturen [...]. Zij zullen uw akkers en tuinen niet verwoesten, maar u leren om deze beter aan te leggen en te bebouwen''
Welke term past bij deze toespraak?
'' Wij zijn niet gekomen om u te straffen, maar om u te redden. Wij zullen ambtenaren naar u sturen [...]. Zij zullen uw akkers en tuinen niet verwoesten, maar u leren om deze beter aan te leggen en te bebouwen''
Welke term past bij deze toespraak?
A
Koloniën
B
Massacommunicatie
C
Stoommachine
D
Sociale wetten
Slide 21 - Quizvraag
Heeft nationalisme ervoor gezorgd dat het Koninkrijk der Nederlanden één geworden is of gesplitst?
A
Eenwording
B
Splitsing
Slide 22 - Quizvraag
Welk land bezat een wereldrijk in de 19e eeuw?
A
Egypte
B
Groot-Brittannië
C
Nederland
D
Spanje
Slide 23 - Quizvraag
Wat was geen Nederlands kolonie in de 19e eeuw?
A
De Antillen
B
Indonesië
C
Marokko
D
Suriname
Slide 24 - Quizvraag
Een gesprek met koning Willem II over het invoeren van onderwijs in Indonesië :
‘De koning was bang dat wij zouden vergeten dat men de Javaan dom houdt, om hem gemakkelijker te regeren en gehoorzaam te maken aan ons.. (…). De koning beschouwt de Javanen slechts als koffie- en suikerproducenten.’
Welke oorzaak van modern imperialisme zie je in de bron?
‘De koning was bang dat wij zouden vergeten dat men de Javaan dom houdt, om hem gemakkelijker te regeren en gehoorzaam te maken aan ons.. (…). De koning beschouwt de Javanen slechts als koffie- en suikerproducenten.’
Welke oorzaak van modern imperialisme zie je in de bron?
A
De koning vindt dat hij volkeren in veroverde gebieden moet beschaven.
B
De koning wil meer aanzien door zoveel mogelijk gebieden te veroveren.
C
De koning wil producten verkopen in veroverde gebieden.
D
De koning wil grondstoffen verkrijgen in veroverde gebieden.
Slide 25 - Quizvraag
Oorzaak of gevolg?
Door de industriële revolutie groeit de vraag naar grondstoffen in Europa.
Door de industriële revolutie groeit de vraag naar grondstoffen in Europa.
A
Oorzaak
B
Gevolg
Slide 26 - Quizvraag
Oorzaak of gevolg?
Groot-Brittannië wordt gezien als supermacht door de verovering van India.
Groot-Brittannië wordt gezien als supermacht door de verovering van India.
A
Oorzaak
B
Gevolg
Slide 27 - Quizvraag
Oorzaak of gevolg?
Inheemse volkeren in Amerika worden christenen.
Inheemse volkeren in Amerika worden christenen.
A
Oorzaak
B
Gevolg
