Wonen

Aan het einde van de les:
1. Kan ik 5 woorden aanwijzen in een plaat van het huis
1 / 60
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2ISK

In deze les zitten 60 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Aan het einde van de les:
1. Kan ik 5 woorden aanwijzen in een plaat van het huis

Slide 1 - Tekstslide

woordenlijst
1. de schoorsteen
2. de garage
3. de badkamer
4. de stad
5. het dorp
6. het appartement
7. de flat

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

In wat voor een huis woon jij?
1. Woon jij in een appartement of een huis?
2. Met hoeveel mensen woon jij in jouw huis?
3. Wie zijn deze mensen?
4. Hoeveel kamers heeft jouw huis?

Slide 5 - Tekstslide

Wonen

Slide 6 - Tekstslide

soorten woningen
de villa
het appartement
het rijhuis
de woonboot
de boerderij

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Waar woon jij?
Ik WOON  in ...
Jij WOONT in ...
Hij/zij WOONT in ...
Wij / jullie / zij WONEN in ...

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Plattegrond
Woonkamer
Slaapkamer
Eetkamer
Keuken
Hal / inkom
Badkamer
Berging / Schuur / Garage

Slide 15 - Tekstslide

Wat bevindt zich vaak naast de badkamer?
A
De slaapkamer
B
De eetkamer
C
De garage
D
De keuken

Slide 16 - Quizvraag

Welke ruimte ligt meestal vooraan?
A
De hal of inkom
B
De berging
C
De eetkamer
D
De slaapkamer

Slide 17 - Quizvraag

Verdieping / Etage
Zolder
Verdieping / Etage:
1e - 2e - 3e - 4e
Begane grond
Kelder

Slide 18 - Tekstslide

Woorden thema Wonen

Slide 19 - Tekstslide

Welke kamers ken je in de woning?

Slide 20 - Woordweb

Teken jouw
plattegrond

Woonkamer - Keuken -
Slaapkamer - Badkamer
Gang - WC - Schuur /
Berging - Garage - Tuin -
Balkon

Slide 21 - Tekstslide

Rommelig - Opgeruimd

Wat een
rommel!

Je rommel 
opruimen

Slide 22 - Tekstslide

Vuil - Proper
Schoonmaken - poetsen - wassen

Slide 23 - Tekstslide

de slaapkamer
wat staat er in?
wat zijn de hobby's?

Slide 24 - Tekstslide

Wat staat in de slaapkamer?
het bed
de (kleer)kast
de nachtkastje
de lamp
het bureau
het kussen
de matras

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

de keuken
wat staat er in?

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

De keuken
het fornuis
de koelkast
de wasbak
de kraan
de oven
de koffiezet
borden, glazen en bestek

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Tekstslide

Wat bevindt zich aan de wasbak?
A
De borden
B
De oven
C
De kraan
D
De koelkast

Slide 46 - Quizvraag

Wat gebruik je om te eten?
A
De kraan
B
De oven
C
Het bestek
D
De glazen

Slide 47 - Quizvraag

Wat gebruik je om koffie te zetten?
A
De koffiezet
B
De kraan
C
De glazen
D
De borden

Slide 48 - Quizvraag

De woonkamer

Slide 49 - Tekstslide

Slide 50 - Tekstslide

De woonkamer
de zetel/de sofa
de televisie
het schilderij
de lamp
de mat / het tapijt

Slide 51 - Tekstslide

Slide 52 - Tekstslide

Slide 53 - Tekstslide

Slide 54 - Tekstslide

Slide 55 - Tekstslide

Slide 56 - Tekstslide

Waarom is het niet donker in de woonkamer?
A
de televisie
B
de zetel
C
het tapijt
D
de lamp

Slide 57 - Quizvraag

Waar zit je in de woonkamer?
A
de lamp
B
de televisie
C
de zetel
D
het tapijt

Slide 58 - Quizvraag

Wat gebruik je om tv te kijken?
A
de lamp
B
het tapijt
C
de televisie
D
de zetel

Slide 59 - Quizvraag

Wat ligt op de vloer/grond?
A
het tapijt
B
de televisie
C
de lamp
D
de zetel

Slide 60 - Quizvraag