De supermarkt - dag 1 extra (luisterles)

De supermarkt
(extra)
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

Onderdelen in deze les

De supermarkt
(extra)

Slide 1 - Tekstslide

De supermarkt

Slide 2 - Woordweb

de supermarkt
de fles
het mandje
het fruit
de groente
de winkelwagen
het statiegeld
het muntje

Slide 3 - Sleepvraag

Slide 4 - Sleepvraag

de fles
het mandje
de winkelwagen
het fruit
het muntje
de groente
het statiegeld
de supermarkt

Slide 5 - Sleepvraag

Wat hoor je?
Sleep het naar het goede hokje

Slide 6 - Tekstslide

het fruit
het winkelwagentje
de groente

Slide 7 - Sleepvraag

Wat hoor je?
Sleep het naar het goede hokje

Slide 8 - Tekstslide

1
2
3
4
X

Slide 9 - Sleepvraag

Slide 10 - Sleepvraag

Kijk en luister naar het filmpje.
(moeilijk - nog geen vragen bij)

Slide 11 - Tekstslide

Kijk en luister naar het filmpje.
(makkelijk)

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

8

Slide 14 - Video

Bekijk de volgende video
Een tafel reserveren in een restaurant.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Hoe heet het restaurant?
A
De bonte koe
B
De bonte keizer

Slide 17 - Quizvraag

Waarom wil de vrouw een tafel reserveren?
A
omdat zij 15 jaar getrouwd is
B
omdat zij 15 jaar is geworden
C
omdat haar zoon 15 jaar is geworden

Slide 18 - Quizvraag

Waar staat het tafeltje?
A
in het midden van het restaurant
B
bij de deur
C
bij het raam
D
bij het water

Slide 19 - Quizvraag

Wat is de voornaam van de vrouw?
A
Jannie
B
Marianne
C
Mandy
D
Masha

Slide 20 - Quizvraag

Kunnen de vrouw en de man ook dansen in het restaurant?
A
Ja
B
Nee

Slide 21 - Quizvraag

Voor wie wil...
Bekijk de volgende video.
Leer zo nog meer woorden die je in het restaurant kunt gebruiken.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

00:03
Dit is een bakje
A
groentesalade
B
fruitsalade

Slide 24 - Quizvraag

00:15
Schillen is lastig
=
ik schil
A
schillen is moeilijk
B
schillen is makkelijk

Slide 25 - Quizvraag

00:38
Van de appels
maken we
A
kleine stukjes
B
grote stukken

Slide 26 - Quizvraag

00:43
De stukjes gaan in
A
bed.
B
bad.

Slide 27 - Quizvraag

00:49
Door het bad
worden
de stukjes niet
A
groen
B
rood
C
geel
D
bruin

Slide 28 - Quizvraag

01:28
Ze zijn niet allemaal even
A
mooi
B
klein
C
groot
D
zacht

Slide 29 - Quizvraag

01:43
En wat je over houdt is...
A
grote stukken
B
kleine stukjes

Slide 30 - Quizvraag

02:41
Binnen een paar uur kunnen ze
A
in huis zijn.
B
in de supermarkt zijn.
C
op de fruitafdeling zijn.

Slide 31 - Quizvraag

Slide 32 - Video