kunstgeschiedenis in vogel vlucht

Kunststijlen (kunststromingen) in vogelvlucht
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
KunstBasisschoolMiddelbare schoolGroep 7

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Kunststijlen (kunststromingen) in vogelvlucht

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is kunst?
Welke kunststromingen ken je? Of uit welke tijden?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

prehistorie 
middeleeuwen 
Griekse oudheid
renaissance
impressionisme 
Kubisme
Surrealisme
modern kunst 

Slide 3 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

De vroegste schilderingen zijn gemaakt in grotten, zoals deze in Frankrijk. De schilderingen zijn tussen de 10.000 en 15.000 jaar oud. 

Slide 4 - Tekstslide

Er wordt nog steeds gediscussieerd over de reden  waarom ze zijn gemaakt. Was het een soort gebed aan de goden voor een goede jacht. Was het bedoel als dank voor een geslaagde jacht. was het een pure decoratie ??
Grieken & Romeinen:
Zo realistisch mogelijke beelden
Goden en godinnen

Slide 5 - Tekstslide

De eerste beelden die ze maakten waren nog vrij statische. Later werden ze bewegelijker en daardoor ook realistischer. 

Romeinen gingen voor echt menselijk. In hun beelden zie je dat terug doordat ze ook de lelijke dingen afbeelden. Zoals grote neuzen en rimpels.  

Grieken gingen voor het menselijke ideale. De perfecte sporter, het lichaam met de ideale verhoudingen. 

Vermoedelijk is het zelfde het geval bij de schilderingen. Maar hier zijn er maar weinig van over dus is moelijker te analyseren. Allen in pompiie vind je veel schilderingen.

Middeleeuwen (500-1500): veel aandacht voor  het verhaal, realistisch niet van belang. Religieuze afbeeldingen!

Slide 6 - Tekstslide

Veel kunst ontstond in de kerken. Al in de vroege Middeleeuwen versierden de binnen- en buitenkant van kerken met schilderingen, beelden en glas-in-loodramen. Kunst werd gebruikt om bijbelverhalen aan de mensen over te brengen. De meeste mensen konden namelijk niet lezen en schrijven. 
welk bijbels verhaal zie je hier afgebeeld ?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Na de Middeleeuwen: Renaissance, terug naar de Grieken en Romeinen. 
- rijkelui kopen schilderijen
- niet alleen maar religie meer: gewone mens

Slide 8 - Tekstslide

Menselijke maat. Realisme is het doel van de renaissance . Hoeft ook niet meer allemaal christelijk verhalen. dit kwam doordat ook de rijkere burgerij het zich kon veroorloven om schilderijen te kopen. 

In deze periode is het lijnperspectief uitgevonden waardoor ze gebouwen ook realistisch konden schilderen. Veder werkten schilders nu vaak met modellen (dit in tegenstelling tot de middeleeuwen )
 
Zo gaat het verhaal dat Caravaggio een   prostitué gebruikte om model te zitten voor zijn schilderij van de dood van Maria. De opdracht gever heeft het schilderij daarom geweigerd
Tijdens de renaissance keek men vol bewondering naar een oudere cultuur. Naar welke cultuur keken ze ?
A
Egyptenaren
B
Fransen
C
Grieken/Romeinen
D
Middeleeuwse tijd

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

17e eeuw: Barok (over de top): veel extra's
ovalen, draaiingen, dramatisch, emotie

Slide 10 - Tekstslide

In de 17e eeuw kwam de Barok-stijl op.  De barok is een stijl met veel realisme en dramatische effecten, om de kunst dichter bij de mensen te brengen.
Barokke schilderkunst (bijv. Johannes Vermeer, Rembrandt van Rijn)

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kunststromingen
Gouden eeuw (18e + 19e eeuw)
Romantiek
Realisme
Symbolisme
1775
1880
Jugendstil,
Art Nouveau
1850

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kunststromingen
(vanaf 1900 / 20e eeuw): moderne kunst
Impressionisme
Expressionisme
Kubisme
Futurisme
1880
1910
Pointillisme
Impressionisme
1905

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kunststromingen 
(eerste Wereldoorlog)
De Stijl
Surrealisme
Suprematisme en Constructivisme
Dadaïsme
1915
1920

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Romantiek
Eind 18 eeuw
Onderwerpen uit de nationale geschiedenis & grootsheid van de natuur. Ook exotische figuren, sprookjes, dromen en onbereikbare idealen. Samenhang tussen natuur, mens en het goddelijke.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Realisme
Halverwege 19e eeuw (bijv. Gustave Courbet)
Landschappen en het dagelijkse harde bestaan van gewone mensen.
Weergave van de realiteit.
Uitvinding van de tube verf waardoor schilders in de natuur konden gaan schilderen.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Symbolisme
Begin 20e eeuw (bijv. Pablo Picasso, Frida Kahlo, Gustav Klimt)
Voorstelling van droombeelden, gebruik van symbolen, mysterie en geheimzinnigheid.
Subjectieve i.p.v. objectieve benadering, emotie boven verstand.


Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jugendstil (Duits), Art Nouveau (Frans)
Eind 19e - begin 20e eeuw
Vooral een decoratieve stijl. Motieven geïnspireerd op planten en bloemen. Organische vormen, gebogen lijnen. Architectuur, meubels, interieur, sieraden en grafiek.
Met de hand gemaakte producten.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Impressionisme
Eind 19e eeuw (bijv. Claude Monet)
Snelle schetsmatige schildertechniek. Vangen van het moment in licht en kleur. Buiten schilderen. Losse verftoetsen.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pointillisme
Eind 19e eeuw (bijv. Vincent van Gogh)
Schilderen met ongemengde kleuren. Naast elkaar in stippen gezet, het oog mengt het tot kleurvlakken.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kubisme
Begin 20e eeuw (bijv. Pablo Picasso)
Voorstelling vereenvoudigd tot geometrische en hoekige vormen. Meerdere aanzichten in één beeld. 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Expressionisme
Begin 20e eeuw (bijv. Wasily Kandinsky, Edvard Munch)
Geen natuurgetrouwe weergave, maar een vereenvoudigde of vervormde werkelijkheid. Sprekende en felle kleuren. Laten zien wat je voelt in plaats van wat je ziet.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Futurisme
Begin 20e eeuw (veel Italiaanse kunstenaars)
Verbeelden van de snelheid en dynamiek van de moderne tijd (industriële revolutie!). Vastleggen van bewegingsmomenten.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Stijl
Begin 20e eeuw (bijv. Piet Mondriaan)
De Stijlgroep streefde naar een nieuwe universele vormgeving in architectuur, toegepaste vormgeving en beeldende kunst. Geen emotie, geen decoratie, geen expressiviteit maar puur vorm: geometrische vormen. (Het Mondriaan-huis)

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Suprematisme en Constructivisme
Na de Russische revolutie van 1917
Abstracte, geometrische vormen. Pure kleuren plus zwart en wit. Kunst is autonoom, niet politiek (Suprematisme). Bewondering voor machines, de architect en toegepaste technische constructies (Constructivisme).

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dadaïsme
Begin 20e eeuw (bijv. Marcel Duchamp)
Opzettelijk irrationele, absurde voorstellingen. Afwijzen van morele waardes in de kunst. Collages, fotomontages, ready-mades en assemblages (geknipt en geplakt).


Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Surrealisme
Vanaf 1924 (bijv. Salvador Dali en Frida Kahlo)
Surrealisme uit het Frans: 'Boven de werkelijkheid.'
Fantasie, onbewust, dromen, toeval, associaties.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Impressionisme
Pointillisme
Suprematisme en Constructivisme
Jugendstil/
Art Nouveau
Symbolisme

Slide 28 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Impressionisme
Pointillisme
Suprematisme en Constructivisme
Jugendstil/
Art Nouveau
De Stijl

Slide 29 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Expressionisme
Futurisme
Kubisme
Surrealisme
Dadaïsme

Slide 30 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

De Stijl
Futurisme
Kubisme
Surrealisme
Dadaïsme

Slide 31 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

POP ART
Bijvoorbeeld: Andy Warhol (na de Tweede Wereldoorlog)

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat vond je het leukst om te leren? 

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies