Les 6: speelstijlen

Welkom bij KUDR M3
Speelstijlen: method acting, episch theater, realisme in theater, absurdisme


1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
DramaMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 3,4

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 7 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij KUDR M3
Speelstijlen: method acting, episch theater, realisme in theater, absurdisme


Slide 1 - Tekstslide

Programma P2
Week 1: nabespreken toets + introductie PW 2: theatervormen en speelstijlen
Week 2: non verbale en verbale communicatie; expressie
Week 3: Theatervormen: tragedie, komedie/blijspel, musical, mime/pantomime, performance
Week 4: Poppenspel, maskerspel en schimmenspel
Week 5: Speelstijl: klassiek en realisme
Week 6: Speelstijl: absurdisme, clown, overacting, typetje, slapstick
Week 7: HH verschillende theatervormen en speelstijlen
Week 8: Herhalen toetsstof + oefentoets


Slide 2 - Tekstslide

Vandaag
Method acting
Vierde wand
Episch theater
Oefenvragen absurdisme

Slide 3 - Tekstslide

Begrippen vorige les
Speelstijl
Realisme
Absurdisme
Sketch
Typetje
Vierde wand
Episch theater
Method acting


Slide 4 - Tekstslide

Speelstijl
  • Realistisch spel
  • Uitvergroot spelen / fysiek spel
  • Absurd 

Slide 5 - Tekstslide

Realisme in het theater
Bij realistische theaterstukken worden er scènes uit de werkelijkheid gespeeld. Er vindt een dramatische ontwikkeling plaats bij de personages. 
Realisme

Slide 6 - Tekstslide

Je ziet fragmenten uit het repetitieproces en de voorstelling "Scenes uit een Huwelijk" van Toneelgroep Amsterdam. Waarom valt dit stuk onder Realisme?

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Dit viel onder Realisme, omdat...
A
De acteurs net als mijn ouders praten.
B
Ik me kon inleven in de situatie van de spelers
C
Deze situaties ook in het echte leven voorkomen.
D
Ik echte tranen en emoties zag.

Slide 9 - Quizvraag

Method acting
A Halverwege de 20ste eeuw komt die methode aan in Hollywood onder de naam “Method acting”.

Spel was zo echt mogelijk, het echte leven nabootsen op toneel (Method Acting)

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Absurdisme in het theater

Slide 12 - Tekstslide

Waar denk je aan bij het woord absurdisme?

Slide 13 - Woordweb

Wat vinden jullie komisch?
(noem een voorbeeld theater, film, cabaret, serie, etc.)

Slide 14 - Open vraag

Absurdisme
  • Ook wel anti-theater
  • Onlogische en irrationele aspecten van het leven worden benadrukt
  • Zinloosheid van het bestaan
  • Wachten op godot

Improvisatietheater
  • Verhaal, personages, dialogen worden ter plekke verzonnen

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Absurdisme
Het absurdisme is vaak komisch, maar heeft een serieuze ondergrond: het leven van de mens heeft geen betekenis, er is geen reden waarom de mens bestaat.

Het gaat niet om de inhoud van de taal, maar meer om de zinloosheid te laten zien.
Dat kan soms ook heel erg grappig of vervreemdend werken.
Daardoor wordt het absurdisme vaak ook gebruikt in het komische genre, waar gebruik wordt gemaakt van miscommunicatie




Slide 17 - Tekstslide

Vervreemding
Het absurdisme kan ook komisch werken, juist omdat niet uitgegaan wordt van logica, maar juist een rare andere kant belicht wordt.


Slide 18 - Tekstslide

Vervreemding in theater
Binnen het Absurdisme zet men bewust vervreemdingseffecten in: 
- Gebruik van herhaling en obsessie.
- Een type spelen in een gewone situatie. Gebruik van clownerie en mime.
- Het doorbreken van een gewoonte
- Scènes in andere volgorde
- Tekst en emotie loskoppelen, waardje geen inleving bij de acteurs krijgt. 
- Doorbreken van de vierde wand
- Voorwerpen veranderen van functie
- Muziek en teksten zijn niet kloppend.


Slide 19 - Tekstslide

"Wachten op Godot" van Beckett
Welke elementen worden in het volgende fragment gebruikt, waaruit blijkt dat het om een absurdistisch stuk gaat?

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Slide 22 - Video

Dialoog lezen
Lees de dialoog op volgende slides uit Wachten op Godot

> Denk aan de vervreemdingstechnieken:
Handelingen herhalen of lang doen over 1 relatief snelle handeling
Elkaars fysieke handelingen kopiëren
> Tekstbehandeling:
- Onnodig lange pauzes toepassen 
- Tempo, Ritme, Volume, Toonhoogte, Intentie (met welke emotie(s) je iets zegt)

Slide 23 - Tekstslide

Dialoog uit Wachten op Godot

Vladimir: Geef toe dat jij ook eigenlijk tevreden bent. 
Estragon: Tevreden waarover?
Vladimir: Omdat je me terug-gevonden hebt.
Estragon: Denk je?
Vladimir: Zeg het, zelfs als het niet waar is.
Estragon: Wat moet ik zeggen? 
 1.

Vladimir: Zeg: Ik ben tevreden.
Estragon: Ik ben tevreden.
Vladimir: Ik ook.
Estragon: Ik ook.
Vladimir: Wij zijn tevreden.
Estragon: Wij zijn tevreden. (PAUZE) Wat zullen we doen, nu we tevreden zijn?
Vladimir: We wachten op Godot.
Estragon: O ja.

2.

Slide 24 - Tekstslide

Fragment Wachten op Godot

VLADIMIR 
Hij zei niet zeker dat hij zou komen. 
ESTRAGON 
En als hij niet komt? 
VLADIMIR 
We komen morgen terug. 
ESTRAGON 
En dan overmorgen. 
VLADIMIR 
Mogelijk. 
ESTRAGON 
En ga zo maar door. 
1






VLADIMIR 
Het punt is - 
ESTRAGON 
Tot hij komt. 
VLADIMIR 
Je bent genadeloos. 
ESTRAGON 
We kwamen hier gisteren. 
VLADIMIR 
Ah nee, daar vergis je je in. 


2

Slide 25 - Tekstslide

Theatervorm:
Absurdisme

  • Iets wat absurd is, kan eigenlijk niet. 
  • Heeft geen logische verhaallijn, niet kloppende gebeurtenissen en vreemde personages. 
  • Vaak bedoeld om te laten zien dat het
    leven zinloos is.
  • Alice in Wonderland

Slide 26 - Tekstslide

Wat is er absurdistisch aan het volgende fragment?

Dit meisje heeft een fantasievriendje, Otto. Ze speelt verstoppertje met hem in een café. 

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

Sketch
= korte, niet uitgewerkte schets op de vloer

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

Oefenvragen
1. Beschrijf wat er absurd is aan deze sketch. Noem minstens drie dingen.

2. Wordt het principe van de vierde wand toegepast binnen de sketch van Andre van Duin?
3. Leg in je eigen woorden uit: wat is een vierde wand?



Slide 31 - Tekstslide

Volgende week
Oefentoets theatervormen en speelstijlen

Slide 32 - Tekstslide

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 33 - Open vraag