week 4 (articles )

• Engels
• MBO
• Studiejaar 2

Welcome

English

Mevrouw van Eunen

Welcome to

English class

    

Past Simple: watch

Past Simple of:
stay

Past Simple: visit

Fill in the past simple:
I .............. to my neighbour yesterday.

1. talk
2. talks
3. talked
4. were talking

Past Simple: listen

Past Simple

De Past Simple is de Engelse term voor de verleden tijd. 

Je gebruikt deze vorm als je het hebt over 

feiten, gewoonten of dingen die je doet met regelmaat  

die in het verleden gebeurd zijn en nu helemaal klaar zijn.

stam +ed / onregelmatig werkwoord

Articles - Lidwoorden

Lesson aims

At the end of this lesson:

• You can use articles (lidwoorden) correctly in English sentences and explain what they are. 

Toets periode 2

• Reading
• Vocabulary (woordenschat)
•  Irregular verbs (onregelmatige werkwoorden)
  
• Articles (lidwoorden)
• 
  

See you on Friday!

welke lidwoorden ken je
in het Nederlands?

wat weet je al over
de lidwoorden in het Engels?

wat zijn klinkers,
en wat zijn medeklinkers?

Articles

(lidwoorden)

In Dutch: ''De, Het, Een'', are the articles

In English: ''The, A, An'', are the articles

Bekijk de video tutorial bij de volgende dia goed, en beantwoord de vragen die komen na deze YouTube uitleg 

Tot wanneer sprak men in Engeland "Old English"?

1. tot het jaar 1300
2. tot het jaar 1100
3. tot het jaar 800-900
4. tot het jaar 1600

Hadden we in de Engelse taal altijd lidwoorden?

1. ja, dat is een van de oudste Engelse woorden
2. nee, het was vroeger alleen "the"
3. nee, het was vroeger alleen "een" "one"
4. wat is een lidwoord?

wanneer gebruik je "a"?

1. als het woord dat volgt met een klinker klank begint
2. als het woord dat volgt met een medeklinker begint
3. als het woord dat volgt met een klinker begint
4. als het volgende woord met een medeklinker klank begint

wanner gebruik je dan "an" ?

1. als het woord erna in het meervoud staat
2. als het woord erna met een klinker klank begint
3. als het woord erna met een medeklinker klank begint
4. elke keer

De lidwoorden "a" en "an" verwijzen naar:

1. bijwoord
2. bijvoeglijk naamwoord
3. zelfstandig naamwoord in het enkelvoud
4. zelfstandig naamwoord in het meervoud

Benieuwd naar hoe "Old English" klinkt, klik hieronder

bekijk de volgende video goed, en maak het  drag and drop opdracht dat erop volgt: sleep de zin naar het correcte lidwoord (The), of geen lidwoord (X)

The

X

We always go to .......Hyde Park

It was extremely hot in .....summer of 2019

My parents never went to .....university

Every Sunday we go to .....church

It's always cold in .....winter

Do you remember .......dinner with John last year?

I never go home for ...lunch

This is ..... school that my brother went to

TO DO

• maak de opdrachten die bij paragraaf 3.1 horen in je online werkboek.

• oefen met de past simple en past continuous op de volgende website

https:

What have you learned today? explain.

Toets periode 2

• Reading
• Vocabulary (woordenschat)
•  Irregular verbs (onregelmatige werkwoorden)
  
• Articles (lidwoorden)
• 
  

See you on Friday!