H1.2 Waarom koop je dat? (deel 2)

• Economie
• Middelbare school
• vmbo b, mavo
• Leerjaar 2

Waarom koop je dat? (deel2)

Wat leer je deze les:

Wat is reclame?

Hoe berekenen we korting?

Wat is een doelgroep?

Wat is Ideële reclame?

Even herhalen ..

Wat mensen kopen is afhankelijk van

1. Je budget, leeftijd, geslacht
2. budget
3. Leeftijd
4. geslacht

Een broodje pindakaas eten is

1. consumeren
2. behoefte
3. produceren

Een groentetuin hebben

1. ambachtelijke productie
2. zelfvoorziening
3. industriële productie

sociale beïnvloeding is:

Reclame :

1. Commerciële reclame
2. Ideële reclame

Commerciële reclame:

Reclame die erop is gericht om meer producten te verkopen.

Ideële reclame:

Reclame die als doel heeft dat mensen hun gedrag veranderen.

2 soorten reclame:

• commerciële reclame 

                                (bedrijven; doel kopen)

            

• ideële reclame 

                              (Een idee/ ideaal laten zien, doel; laten nadenken)

Reclame

Reclame

Deze reclame is een voorbeeld van ..........

1. Sociale beïnvloeding
2. Commerciële beïnvloeding
3. Zelfvoorziening
4. Budget

Dit filmpje was een

1. Commerciële reclame
2. Ideële reclame
3. Budget
4. Zelfvoorziening

Dit is een voorbeeld van ...

1. commerciële reclame.
2. merkreclame.
3. informatieve reclame.
4. ideële reclame.

Doelgroep

Reclame moet bij een doelgroep passen

Wat is de doelgroep

Wat is korting?

1. Een verlaging van de verkoopprijs
2. Een verhoging van de verkoopprijs

Procentformule:

(Schrijf deze voor in je kaft!)

Bedrag : 100 x % = € 

Pas op! 

In het boek doen ze het anders!

Korting berekenen

Astrid koop een spijkerbroek van €49,95.

Ze krijgt 15% korting. Bereken de nieuwe prijs.

Een spijkerbroek kost € 100. Wanneer ben je goedkoper uit?

1. 15% korting
2. Kortingsbon van € 25

Korting berekenen

• Op een fiets van € 350 krijg je 15% korting. Hoeveel euro bedraagt de korting? 
  
• 15/100 x € 350 = € 52,50
  

Aan het werk!

Maken blz.18, 46 en 47 (Samen)

samenvatting 1.2 blz 34

Leren begrippen budget, sociale beïnvloeding, commerciële beïnvloeding en reclame.

Klaar blz. 40 en 41 (44)

Huiswerk

Maak bladzijde  blz.18, 46 en 47 in je werkboek.  

De woorden van les 1.1 en 1.2 moet je leren.

SO afspreken!