E&O Commercieel - Commerciële beroepen - Samenvatting

Kennismaking met commerciële beroepen
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
Economie & OndernemenMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3,4

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Kennismaking met commerciële beroepen

Slide 1 - Tekstslide

Inleiding tot commerciële beroepen
  • Commercieel: handelen met inachtneming van de wensen van de klant om winst te maken

Slide 2 - Tekstslide

Beroepen en opleidingen in de commerciële sector
  • Retail: bedrijven die goederen en diensten rechtstreeks aan   de consument verkopen
  • Detailhandel: een deel van de retail waar alleen goederen   worden verkocht

Slide 3 - Tekstslide

Betekenis van beleving in de retail
  • Beleving: de manier waarop je iets ervaart

Slide 4 - Tekstslide

Concept van franchisenemers en groothandel
  • Franchisenemer: een ondernemer die betaalt om een naam en bedrijfsformule te mogen gebruiken
  • Groothandel: bedrijf dat goederen aan andere bedrijven levert

Slide 5 - Tekstslide

Definities
  • Commercieel: handelen met inachtneming van de wensen van de klant   om winst te maken
  • Retail: bedrijven die goederen en diensten rechtstreeks aan de consument verkopen
  • Detailhandel: een deel van de retail waar alleen goederen worden     verkocht
  • Beleving: de manier waarop je iets ervaart
  • Franchisenemer: een ondernemer die betaalt om een naam en bedrijfsformule te mogen gebruiken
  • Groothandel: bedrijf dat goederen aan andere bedrijven levert

Slide 6 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen retail en detailhandel?
A
Detailhandel verkoopt alleen goederen, terwijl retail ook diensten verkoopt
B
Retail verkoopt alleen goederen, terwijl detailhandel ook diensten verkoopt
C
Retail richt zich op zakelijke klanten, terwijl detailhandel zich op consumenten richt
D
Retail is gericht op online verkoop, terwijl detailhandel zich op fysieke winkels richt

Slide 7 - Quizvraag

Wat is een groothandel?
A
Een bedrijf dat goederen aan andere bedrijven levert
B
Een bedrijf dat alleen aan franchisenemers levert
C
Een winkel die alleen aan consumenten verkoopt
D
Een bedrijf dat alleen diensten aanbiedt

Slide 8 - Quizvraag

Wat is een franchisenemer?
A
Een werknemer in dienst van een franchisegever
B
Een manager die meerdere franchisewinkels beheert
C
Een consument die vaak bij een franchise winkel winkelt
D
Een ondernemer die een naam en bedrijfsformule mag gebruiken

Slide 9 - Quizvraag

Wat is de betekenis van beleving in de retail?
A
De kwaliteit van de service
B
De locatie van een winkel
C
De prijs van een product
D
De manier waarop je iets ervaart

Slide 10 - Quizvraag

Wat betekent commercieel?
A
Handelen met aandacht voor duurzaamheid
B
Handelen zonder winstoogmerk
C
Handelen met aandacht voor de klant
D
Handelen om winst te maken

Slide 11 - Quizvraag