Kruip in de huid van een Romein

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisBasisschoolGroep 5-8

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Lees het verhaal van Meester Jaap voor.
Wat weet je al van Rome en/of de Romeinen

Slide 2 - Open vraag

Geef +/- 2 minuten de tijd om deze vraag in te vullen. Bespreek dit kort na.

Het ontstaan van Rome

Slide 3 - Tekstslide

Vertel het stukje van: 'Het ontstaan van Rome.'

Slide 4 - Tekstslide

Vertel de leerlingen dat ze nu een deel zelf gaan lezen en in de volgende ... slides vragen hierover gaan maken. Geef ze hier ongeveer 5 minuten voor.
Wanneer hadden de Romeinen heel Italië onder hun hoede?
A
200 voor Christus
B
214 voor Christus
C
220 voor Christus
D
218 voor Christus

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De Middellandse zee werd ook wel Mare Nostrum genoemd. Wat betekent dit?
A
Onze zee
B
Mooie zee
C
Woeste zee
D
Levende zee

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke rivier was in Nederland de grens van het Romeinse Rijk?
A
Maas
B
Rijn
C
Ijssel
D
Waal

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke nieuwe uitvindingen/producten brachten de Romeinen naar ons land?

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke landen die we nu kennen horen (voor een deel) bij het Romeinse Rijk?

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Het Romeinse leger
  • infanteristen (te voet)
  • cavaleristen (te paard)

Slide 10 - Tekstslide

Vertel het stukje van 'Het Romeinse leger'.
Hoe zagen de Romeinen eruit?
Rijke Romeinen
De rijke Romeinen hadden een goed leven; ze hadden grote huizen, goed eten en slaven die veel werk voor
hun deden. Het gezin was belangrijk. De vader was thuis de baas in huis. De vrouw kreeg respect als
echtgenote maar had zelf weinig rechten. De zoons werden opgeleid tot soldaat of ambtenaar en van de
meisjes werd verwacht dat ze trouwden. De rijke mannen mochten deelnemen in de Senaat, het bestuur
van het Romeinse Rijk.
Arme Romeinen
Arme Romeinen moesten hard werken om de kost te verdienen. Ze woonden in veel kleinere huizen en
hadden geen slaven die het werk voor hun deden. De vrouwen uit deze gezinnen moesten veel werk in huis
doen en daarnaast werkten ze vaak nog op een boerderij, in het familiebedrijf, als kapster of voedvrouw.
Deze Romeinen waren dan wel niet zo rijk, maar wel vrije burgers.
Slaven
In het Romeinse Rijk waren ook slaven, deze waren geen vrije burgers. Ze waren het bezit van hun meester
die ze op een veiling had gekocht. Slaven waren meestal krijgsgevangenen uit veroverde gebieden of
kinderen van slaven, maar het kwam ook voor dat erg arme Romeinen hun kind als slaaf verkochten. De
slaven deden het zware werk op het land en hielden het huis schoon. Slaven konden door hun meester
worden ‘vrijgemaakt’ of ze konden geld sparen om hun eigen vrijheid te kopen.
Keizer
De keizer stond aan het hoofd van het Romeinse Rijk en was een erg rijke en machtige man.

Slide 11 - Tekstslide

Laat de leerlingen deze slide zelf bekijken.
Een

Romeins

huis
Woningblokken
De meeste Romeinen woonden en werkten op het platteland. Zij zorgden voor de productie van graan, wol
en andere producten. De meeste mensen in steden woonden in woningblokken dicht op elkaar gepakt. De
arme burgers bezaten maar een paar meubels. Die woningblokken bestonden uit drie of vier verdiepingen.
Op de begane grond waren winkels, werkplaatsen en stromend water. Daarboven waren de woningen. De
bewoners moesten een toilet delen. De woningblokken waren vaak van slechte kwaliteit en het gebeurde
regelmatig dat ze instortten.
Villa's
Rijke families hadden grote huizen. Vaak hadden ze een huis in de stad en een villa op het platteland.
Rondom de villa bewerkten boeren het landgoed.
Een villa was vaak als volgt ingedeeld; Aan weerszijden van de ingang aan de straatkant waren winkeltjes
die verhuurd werden. Het huis was opgebouwd rondom het atrium; een opening in het dak waarbinnen
licht en regenwater naar binnen konden. Het water werd in een waterbadje opgevangen. In het atrium
stond een huisaltaar waar de bewoners dagelijks konden bidden. Ze brachten er ook offers als eten en wijn.
In de zijvleugel waren er verschillende vertrekken zoals: de ontvangstruimte, slaapkamers, woonkamers,
werkruimtes, de eetkamer en de zuilenhal. In de zuilenhal hier konden de kinderen spelen en de ouderen
rusten.
Andere dingen
Andere dingen die het huis aangenaam maakten zijn de mozaïeken, waterleidingen, verwarmingssystemen
en het meubilair dat was gemaakt uit kostbaar hout. De buitenmuur had weinig of geen vensters uit
veiligheid en tegen de hitte.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat mis je in het huis?

Slide 13 - Open vraag

Bespreek het antwoord. Vertel dat de Romeinen naar een gezamenlijk badhuis gingen en dus geen badkamer in het huis hadden.
Wat valt je op bij het diner van de Romeinen?

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat deden Romeinen in hun vrije tijd?
Colloseum
Badhuis
Theater

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De val van het Romeinse Rijk.

Slide 16 - Tekstslide

Vertel dat de leerlingen in de volgende slide zelf het verhaal gaan samenstellen van de val van het Romeinse Rijk door middel van een sleepopdracht.
1.
2.

3.
4.
5.
6.
7.
Rond 395 na Chr. werd het Romeinse Rijk in tweeën gedeeld.
Er heersten ziektes in het rijk, er was
hongersnood onder de bevolking, de prijzen van voedsel en andere producten bleven stijgen en er waren veel invasies van vijandige volken.
In de 4de eeuw na Chr. ging het niet zo goed met het Romeinse Rijk.
Het rijk in het oosten hield langer stand en viel pas in 1453 uiteen.
Dit alles zorgde voor veel onrust onder de burgers.
Het oosten en het westen werden twee verschillende delen.
Het rijk in het westen viel in 476.

Slide 17 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat lieten de Romeinen ons na?

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zijn wij dit alles te weten gekomen, denk je?

Slide 19 - Woordweb

Bespreek de antwoorden van de leerlingen. Als er iets nog niet genoemd is, benoem dit dan.

Evaluatie

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies