Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Nieuwsbegrip Europese verkiezingen
Nieuwsbegrip Europese verkiezingen
1 / 17
volgende
Slide 1:
Tekstslide
NT2
ISK
In deze les zitten
17 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Nieuwsbegrip Europese verkiezingen
Slide 1 - Tekstslide
Lees de titel en de inleiding
Zijn er vragen over de woorden?
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Europees parlement
Slide 4 - Tekstslide
Lees het stukje:
Een van de grootste verkiezingen.
Zijn er nog moeilijke woorden?
Slide 5 - Tekstslide
Hoe vaak zijn er verkiezingen voor de Europese Unie?
A
Elke vijf jaar.
B
Elke 3 honderd dagen.
C
Elke 18 jaar.
Slide 6 - Quizvraag
Hoeveel mensen wonen in de Europese Unie?
Slide 7 - Open vraag
Wat moet je meenemen naar het stembureau?
A
Paspoort, stempas en een papier om te stemmen.
B
Alleen een paspoort en stempas.
C
Een paspoort, stempas en een rood potlood.
D
Een paspoort, stempas, papier en rood potlood.
Slide 8 - Quizvraag
Lees het stukje:
Europese Unie.
Zijn er nog moeilijke woorden?
Slide 9 - Tekstslide
Wanneer begon de Europese Unie?
A
Na een ruzie tussen 6 landen.
B
Toen Europa begon.
C
Na de Eerste Wereldoorlog.
D
Na de Tweede Wereldoorlog.
Slide 10 - Quizvraag
Wat is geen reden voor het begin van de Europese Unie?
A
Ze willen meer samenwerken.
B
Ze willen minder ruzie maken.
C
Ze willen de Tweede Wereldoorlog winnen.
D
Ze willen dingen samen doen.
Slide 11 - Quizvraag
Lees het stukje:
Europees parlement.
Zijn er nog moeilijke woorden?
Slide 12 - Tekstslide
Wat doet het Europese parlement?
A
Ze praten over belangrijke dingen.
B
Ze willen de natuur beschermen.
C
Europa veilig houden.
Slide 13 - Quizvraag
Extra vragen over de tekst.
Begrijp jij alle woorden en zinnen?
Slide 14 - Tekstslide
Lees regel 11 en 12. Daar staat: Die wonen allemaal in de Europese Unie. Wie zijn 'die'?
A
3 honderd miljoen mensen.
B
Mensen uit Nederland.
C
De Europese verkiezingen.
Slide 15 - Quizvraag
Lees regel 33 en 34. Wat betekent:
Op dit moment?
A
later
B
vaak
C
nu
D
veel
Slide 16 - Quizvraag
Lees regel 46 en 47. Daar staat: Maar ze moeten er samen uitkomen.
Wie is 'ze'?
A
Europa
B
De mensen in het Europees parlement.
C
De mensen die stemmen.
Slide 17 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Nieuwsbegrip Europese Verkiezingen 2024
June 2024
- Les met
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1,2
Wereldoriëntatie 5/6 - Algemeen tekstbegrip | 'Europa'
August 2024
- Les met
12 slides
door
Kidsweek in de Klas
Wereldoriëntatie
Basisschool
Groep 5,6
Kidsweek in de Klas
Wereldoriëntatie 7/8 - Algemeen tekstbegrip | 'Europa'
April 2024
- Les met
12 slides
door
Kidsweek in de Klas
Wereldoriëntatie
Basisschool
Groep 5,6
Kidsweek in de Klas
6.3. De Europese Unie
July 2022
- Les met
33 slides
door
Geschiedenisleraar.nl
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 3-6
Geschiedenisleraar.nl
6.3. De Europese Unie
April 2022
- Les met
33 slides
door
www.lessonup.io
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 3-6
Examentraining
6.3. De Europese Unie
October 2023
- Les met
33 slides
door
Geschiedenisleraar.nl
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 3-6
Geschiedenisleraar.nl
Wereldoriëntatie 7/8 - Algemeen tekstbegrip | 'Europa'
April 2024
- Les met
12 slides
door
Kidsweek in de Klas
Wereldoriëntatie
Basisschool
Groep 7,8
Kidsweek in de Klas
6.3. De Europese Unie
May 2019
- Les met
33 slides
door
Geschiedenisleraar.nl
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 3-6
Geschiedenisleraar.nl