Oefentoets H1

Oefentoets H1
Gewassen telen
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
GroenMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3,4

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Oefentoets H1
Gewassen telen

Slide 1 - Tekstslide

Wat betekent het als de grond een pH-waarde van 4 heeft?
A
De grond is basisch
B
De grond is neutraal
C
De grond is zuur

Slide 2 - Quizvraag

Waarvan kunnen meststoffen afkomstig zijn?
Sleep de afkomst naar de juiste meststof
Anorganische meststoffen
Organische meststoffen
Dieren
Gesteenten
Machines
Mensen
Planten

Slide 3 - Sleepvraag

Sleep de naam van de anorganische meststof naar de juiste afkorting.
Ca
Fe
K
Cu
Mg
P
N
Zn
calcium
fosfor
kalium
koper
magnesium
stikstof
zink

Slide 4 - Sleepvraag

Wat is een doel van het inzaaien met akkerranden met wilde planten?
A
Akkerranden bieden insecten en vlinders een goede leefomgeving.
B
Akkerranden voorkomen dat bestrijdingsmiddelen en mest naar het slootwater wegspoelen.
C
Akkerranden zien er mooi uit.
D
Alle drie de antwoorden zijn goed.

Slide 5 - Quizvraag

Waarom maakt de akkerbouwer zijn grond zaaiklaar na het ploegen?
A
Hierdoor gaat het water makkelijker door de grond en kunnen plantenwortels beter groeien.
B
Hierdoor kan de grond goed vocht vasthouden en kunnen plantenwortels beter groeien.
C
Hierdoor kunnen plantenwortels beter groeien en wordt de grond vastgemaakt.
D
Hierdoor wordt de grond goed vlak gemaakt en blijft het water beter staan.

Slide 6 - Quizvraag

Over welke grondstoffen gaat het?
Sleep de grondsoort naar de juiste omschrijving.
Deze grondsoort is heel vruchtbaar.
Van deze grondsoort zijn twee soorten.
Deze grondsoort is eigenlijk een gesteente.
klein
zand
veen

Slide 7 - Sleepvraag

Welk van de volgende mogelijkheden is een kenmerk van duurzame landbouw.
A
Een hoge productie.
B
Gebruik van veel energie, grondstoffen en water.
C
Grote bedrijven.
D
Zo min mogelijk negatieve gevolgen voor het milieu.

Slide 8 - Quizvraag

Waarom past een akkerbouwer vruchtwisseling toe?
A
De akkerbouwer hoeft dan niet te bemesten.
B
De akkerbouwer kan de grond dan makkelijker bewerken.
C
Vruchtwisseling is goed voor de bodemstructuur.
D
Vruchtwisseling zorgt voor een lager stikstofgehalte in de bodem.

Slide 9 - Quizvraag

Worden de gewassen gezaaid of gepoot?
Sleep de grondsoort naar de juiste omschrijving.
Zaaien
Poten
aardappelen
gras
bloembollen
zonnebloemen

Slide 10 - Sleepvraag

Welke grondbewerkingsmachines zie je op de afbeeldingen? Sleep de naam naar het juiste plaatje.
ploeg
cultivator
frees
spitmachine
eg
hark

Slide 11 - Sleepvraag