H5 - Tussentijdse toets

Tussentijdse Toets H5 

1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Tussentijdse Toets H5 

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een chemische reactie?
A
Een reactie van een chemicus
B
Een reactie tussen stoffen
C
Een reactie waarbij de beginstof blijvend verandert
D
Een reactie met zuurstof

Slide 2 - Quizvraag

Wat gebeurt er met de atomen bij een chemische reactie?
A
verdwijnen en nieuwe worden gevormd
B
die her-rangschikken tot nieuwe moleculen
C
die veranderen van massa
D
die verdwijnen gewoon

Slide 3 - Quizvraag

Bij verhitten van suiker ontstaat een zwarte stof, een brandbare walm en een heldere kleurloze vloeistof. Treedt bij het verhitten van suiker een chemische reactie op?
A
Ja, want er ontstaan nieuwe stoffen.
B
Ja, bij het verhitten van een stof treedt altijd een chemische reactie op.
C
Nee, want er ontstaan nieuwe stoffen.
D
Nee, want bij het verhitten van een stof treedt nooit een chemische reactie op.

Slide 4 - Quizvraag

Leg uit wat het verschil is tussen een faseverandering en chemische reactie.

Slide 5 - Open vraag

Is dit een chemische
reactie?
A
Ja
B
Nee

Slide 6 - Quizvraag

Is dit een chemische
reactie?
A
Ja
B
Nee

Slide 7 - Quizvraag

1 beginstof --> 2 of meer reactieproducten
Organische stof (s) --> Koolstof (s) + water (l) + witte rook (g)
Brandstof (s) + zuurstof (g) --> verbrandingsproducten
Verbrandingsreactie
Ontledingsreactie
Ontleding van organische stof

Slide 8 - Sleepvraag

Welke naam hoort bij welk atoom? (Zie binas)
Zuurstof
Zink
Koolstof
Zilver
Kwik
Hg
Ag
C
Zn
O

Slide 9 - Sleepvraag

Welke naam hoort bij welk atoom? (Zie binas)
Cu
H
Ba
N
Pb
Lood
Stikstof
Barium
Waterstof
Koper

Slide 10 - Sleepvraag

Verbranding is een reactie met:
A
Zuurstof
B
Stikstof
C
Koolstofdioxide
D
Vuur

Slide 11 - Quizvraag

Wat is er altijd nodig voor een verbranding?
A
brandbare stof, temperatuur en koolstof
B
brandbare stof, warmte en koolstofdioxide
C
brandbare stof, temperatuur en zuurstof
D
verbrande stof, temperatuur en zuurstof

Slide 12 - Quizvraag

Welke van de verbrandingsvoorwaarden wordt hier weggenomen?
A
Brandstof
B
Zuurstof
C
(ontbrandings) temperatuur

Slide 13 - Quizvraag

Wat gebeurt er bij ontleden?
A
Uit 1 beginstof ontstaan 2 of meer reactieproducten
B
Je laat een mengsel reageren
C
Je sorteert de stoffen uit het mengsel op stofeigenschap
D
Je splitst de elementen

Slide 14 - Quizvraag

Is een ontledingsreactie een chemische reactie?
A
ja, want er ontstaan nieuwe stoffen
B
ja, want er verdwijnen stoffen
C
nee, het is een scheiding
D
nee, het is een fase-overgang

Slide 15 - Quizvraag

De 3 type ontledingen zijn:
A
elektrolyse, analyse, hydrolyse
B
thermolyse, elektrolyse, fotolyse
C
fotolyse, thermolyse, kinelyse
D
thermolyse, luminyse, elektrolyse

Slide 16 - Quizvraag

Sleep de juiste begrippen naar de ontledingstypes
Fotolyse
Elektrolyse
Thermolyse
Warmte
Licht
Elektriciteit

Slide 17 - Sleepvraag

Het ontleden van water met behulp van stroom.
Welk type ontledingsreactie is dit?
A
Thermolyse
B
Verbranding
C
Elektrolyse
D
Fotolyse

Slide 18 - Quizvraag

Welke stof is niet ontleedbaar d.m.v een ontledingsreactie?
A
Water
B
Ijzer
C
Suiker
D
koolstofdioxide

Slide 19 - Quizvraag


Is NO2 ontleedbaar?
A
ja
B
nee

Slide 20 - Quizvraag

Sleep de ontleedbare stof(fen) naar het doel in het midden.
ONTLEEDBAAR

Slide 21 - Sleepvraag

Bianca had een jaar geleden cremewitte gordijnen gekocht die perfect pasten bij haar witte muren. Echter kleuren de gordijnen helemaal niet meer mooi bij de muren, doordat de kleur nu meer lichtgeel geworden is. Welk type ontledingsreacie vindt hier plaats?
A
Elektrolyse
B
Fotolyse
C
Thermolyse
D
Verbranding

Slide 22 - Quizvraag

Ontledings
reacties
Verbrandings
reacties

Slide 23 - Sleepvraag

Geef aan hoeveel van ieder atoomsoort aanwezig is.

3 H2SO4

Slide 24 - Open vraag

Stel het reactieschema op inclusief toestandsaanduidingen:

De vaste stof ijzer kan reageren met het gas jood. Er ontstaat vast ijzerjodide (s).

Slide 25 - Open vraag

Stel het reactieschema op inclusief toestandsaanduidingen:

De ontleding van gesmolten aluminiumoxide, waarbij aluminium en zuurstof ontstaan.

Slide 26 - Open vraag

Welke coëfficiënten moet je invullen om de vergelijking kloppend te maken?

....H2O+....F2....HF+....O2
A
1 - 1 - 2 - 1
B
2 - 2 - 2 - 1
C
2 - 2 - 4 - 2
D
2 - 2 - 4 - 1

Slide 27 - Quizvraag

Welke coefficienten moeten er staan om de vergelijking kloppend te maken?
....Mg3N2(s)+....H2O(l)....MgO(s)+....NH3(l)
A
1 - 3 - 3 - 2
B
2 - 6 - 6 - 4
C
1 - 2 - 2 - 3
D
1 - 6 - 3 - 2

Slide 28 - Quizvraag

Maak de volgende reactie vergelijking kloppend. Wat is de ontbrekende coëfficiënt?

C6H14O+?O26CO2+7H2O
A
12
B
9
C
18
D
19

Slide 29 - Quizvraag

Stel het reactievergelijking op incl. toestandsaanduidingen:

vloeibaar natriumazide (NaN3) ontleedt zeer snel in de enkelvoudige stoffen stikstof en vast natrium.

Slide 30 - Open vraag

Stel het reactievergelijking op incl. toestandsaanduidingen:

Bij de verbranding van de vaste stof fosfor ontstaat de vaste stof difosforpentaoxide.

Slide 31 - Open vraag

Wat is een reagens?
A
een chemische stof die niet deelneemt aan een reactie
B
een chemische stof die deelneemt aan een reactie

Slide 32 - Quizvraag

wit kopersulfaat is een reagentia op ..
A
koolstofdioxide
B
koolstofmono-oxide
C
methaan
D
water

Slide 33 - Quizvraag

Leg met behulp van het botsende-deeltjes-model uit wat de invloed is van een lagere temperatuur op de reactiesnelheid

Slide 34 - Open vraag

.
Verklaar met het botsende deeltjes model uit, waarom de reactie snelheid in de loop van de reactie afneemt.

Slide 35 - Open vraag

Dit is een energiediagram voor een...
A
exotherme reactie
B
endotherme reactie

Slide 36 - Quizvraag

Dit is een energiediagram
van:
A
het branden van een kaars
B
het smelten van chocolade
C
het condenseren van alcoholdamp
D
de elektrolyse van water

Slide 37 - Quizvraag

Hoe ging deze toets?
010

Slide 38 - Poll

Wat vind je nog lastig en zou in de les herhaald moeten worden?

Slide 39 - Open vraag

Klaar!!!

Slide 40 - Tekstslide