‘Sinds mijn zevende doe ik aan atletiek. In het begin deed ik allerlei onderdelen. Maar sinds mijn vijftiende heb ik me toegelegd op de lange sprint’, vertelt Femke. ‘Ik ontdekte dat ik de 400 meter heel leuk vond. Want je moet je krachten goed verdelen. Het geeft heel veel voldoening als dat lukt. Horden vind ik dan nog leuker. Want daarbij moet je nog meer nadenken, over de horden en het ritme. En omdat het nog wat zwaarder is.’ Voor iedere wedstrijd maakt Femke een raceplan. ‘Dan schrijf ik per horde of per vijftig meter op wat ik moet doen. En waar ik op moet letten. Dat helpt mij heel erg.’