H6 Schakelingen herhalingsles

Herhalen 6.1 tot en met 6.4
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Herhalen 6.1 tot en met 6.4

Slide 1 - Tekstslide

6.1 Weerstand
Weerstand houd de stroom tegen.
Kan je berekenen met de formule R = U / I
Of met een kleurcode.

Weerstand heeft letter R en meten we in Ohm.

Een draad zelf kon ook weerstand hebben.

Slide 2 - Tekstslide

Hoe bereken je de weerstand?
A
Weerstand = spanning : stroomsterkte
B
weerstand = spanning x stroomterkte
C
Weerstand = stroomsterkte : spanning

Slide 3 - Quizvraag

Een geleider heeft...?
A
Geen weerstand
B
Een hoge weerstand
C
Een lage weerstand
D
Geleiïge eigenschappen

Slide 4 - Quizvraag

Hoe noemt het volgende symbool:
A
LDR
B
Weerstand
C
Led
D
Motor

Slide 5 - Quizvraag

Bereken de weerstand van dat lampje wat brandt op 230 V en 0,4 A.
A
de weerstand = 575 Ω
B
de weerstand = 2,5 Ω
C
de weerstand = 0,0017 Ω

Slide 6 - Quizvraag


Een weerstand is 2500Ω.
Welke weerstand kan je het beste gebruiken?
A
Rood-groen-zwart-bruin
B
Rood-groen-rood-goud
C
Rood-groen-zwart-goud
D
Rood-groen-oranje-goud

Slide 7 - Quizvraag

6.2 LDR en NTC
LDR is Light dependant risistor, licht afhankelijke weerstand
Hoe meer licht, hoe minder weerstand.
Gebruik: straatlantaarn.

NTC is negitive temperature coeficient, temperatuur afhankelijke weerstand. (temperatuur regelen)
Hoe meer temperatuur hoe minder weerstand.

Sensor, verwerker en actuator, dit zijn sensoren.

Slide 8 - Tekstslide

De weerstand van een LDR kan in korte tijd sterk veranderen.
Wanneer wordt de weerstand van een LDR kleiner?
A
Meer licht op de LDR
B
Minder licht op de LDR
C
Temperatuur van de LDR daalt
D
Temperatuur van de LDR stijgt

Slide 9 - Quizvraag

Welk onderdeel is temperatuur afhankelijk
A
NTC
B
LDR

Slide 10 - Quizvraag


Wat betekent het symbool hiernaast?
A
LDR
B
NTC
C
LED
D
diode

Slide 11 - Quizvraag

Welke weerstand zit er in een thermometer?
A
NTC
B
POTMETER
C
LDR
D
CONDENSATOR

Slide 12 - Quizvraag


Als het donker is, dan is de weerstand in een NTC.....
A
Groot
B
Klein
C
Negatief
D
Positief

Slide 13 - Quizvraag

6.3 Het relais
In een systeem is het een verwerker.

Bestaat uit 3 contacten: maak en breek contact, en een anker.
Belangrijkste onderdeel is elektromagneet.
Elektromagneet uit = op breekcontact.
Elektromagneet aan = op maakcontact

Slide 14 - Tekstslide

Welke schakelaar is geschikt voor een startmotor?
A
Alleen de transistor
B
Alleen het relais
C
Alleen een reedcontact
D
Alle drie

Slide 15 - Quizvraag

De startmotor van een auto wordt ingeschakeld door een relais.
Op welk contact van het relais is de startmotor aangesloten:
A
het maakcontact
B
het breekcontact

Slide 16 - Quizvraag

Een relais werkt als volgt:
A
Het verhoogt of verlaagt de spanning van 10.000V naar 230V
B
Is een elek. magnetische schakelaar. Door spanning door een spoel kan je een andere stroom inschakelen.
C
Een elektrisch schakelcontact in een glazen buisje dat bediend wordt door een magnetisch veld.

Slide 17 - Quizvraag

Wat is de functie van het relais?
A
Het relais meet de spanning
B
Het relais werkt als spanningsdeler
C
Het relais meet de stroomsterkte
D
Het relais werkt als schakelaar

Slide 18 - Quizvraag

In een schakeling is een relais opgenomen als schakelaar.
Door welk onderdeel wordt het relais bediend?
A
anker
B
breekcontact
C
elektromagneet
D
spoel

Slide 19 - Quizvraag

6.4 De transistor
Is ook een verwerker.

3 aansluitingen, basis (is de baas), collector en emiter

Is de basis aan, dan is de collector en emiter aan.
Een actuator zit bijna altijd aan de collector vast.

Slide 20 - Tekstslide

H9.4 18-1 Een transistor heeft drie aansluitpunten.
A
waar
B
niet waar

Slide 21 - Quizvraag

Een transistor wordt opgenomen als schakelaar. Door welk onderdeel wordt de transistor bediend?
A
Door de basis
B
Door de emitter
C
Door de collector
D
Door een draadje

Slide 22 - Quizvraag

Hoe loopt de hoofdstroom in een transistor?
A
Van emitter naar collector
B
Van emitter naar basis
C
Van basis naar collector
D
Van collector naar emitter

Slide 23 - Quizvraag

Wat is de actuator in de schakeling?
A
Weerstand
B
NTC
C
CV
D
transistor

Slide 24 - Quizvraag

Wat is de sensor in de schakeling?
A
Weerstand
B
NTC
C
CV
D
transistor

Slide 25 - Quizvraag

Ik denk dat H6 er goed in zit bij mij.
(H7 voor basis)
😒🙁😐🙂😃

Slide 26 - Poll

Einde van de les
Maak heel H6 af.

Slide 27 - Tekstslide