Herhaling §6.3, §7.2 en §7.3

• Geschiedenis
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 1

Herhaling §6.3, §7.2 en §7.3

De heer was leenman op grond die hij in leen had en die hij namens een leenheer bestuurde. Eigenbaas was hij over het gebied dat zijn .... heette.

1. Domein
2. Autarkie
3. Kasteel
4. Stad

Hoe noem je de tijd 1000-1500

1. Late Middeleeuwen
2. Vroege Middeleeuwen
3. Tijd van de monniken en ridders
4. De tijd van de baby's

Boeren

Adel

Geesterlijkheid

Systeem waarbij de grond verdeeld was in domeinen die bewoond en bewerkt werden door heren en boeren

1. Horigheid
2. Vrije boer
3. Hofstelsel
4. Middeleeuwen

Hoe noem je boeren die verplicht woonden en werkten op een stuk land dat eigendom was van een heer

1. Vrije boeren
2. Horigen
3. Geestelijken
4. Adel

Door overschotten komt hongersnood minder vaak voor. Wat is het gevolg hiervan?

1. Bevolkingsgroei
2. Handel werd makkelijker
3. Boeren verdwenen

Steden ontstaan in de middeleeuwen op verschillende plaatsen. Geef aan waarom de stad is gesticht op deze bewuste plek.

Waarom is het ruilen met geld handiger dan het ruilen van producten

1. Geld is kleiner en makkelijker mee te nemen
2. Geld is meer waard
3. Goedkoper om te maken

Wat is een Hanze?

Wat zijn voorbeelden van beveiligingsmaatregelen die je in een middeleeuwse stad terug kan zien?

1. Gracht
2. Stadsmuur
3. Marktplein

Gilde

• Zich houden aan strenge afspraken over werktijden, prijs en kwaliteit
• De stad beschermen in tijd van oorlog
• Feesten organiseren
• Elkaar ondersteunen bij bijvoorbeeld ziekte of overlijden 

Waarom heeft een gilde zulke strenge regels?