BREUKEN naam+ vereenvoudigen+ gelijkwaardige

Breuken
Aan het eind v/d les kun je:
  • Uitleggen wat de teller en de noemer van een breuk is;
  • De breuk uitspreken;
  • Breuken vereenvoudigen.
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Breuken
Aan het eind v/d les kun je:
  • Uitleggen wat de teller en de noemer van een breuk is;
  • De breuk uitspreken;
  • Breuken vereenvoudigen.

Slide 1 - Tekstslide

Hoe ziet deze les eruit:
wat is een breuk?
wat weet je ervan nog?

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Als je 80 appels eerlijk verdeelt over 4 manden; hoeveel appels komen dan in elke mand?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

53

Slide 6 - Tekstslide

de
BREUKEN

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

deel en totaal

Slide 8 - Tekstslide

ste

Slide 9 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tussen de teller en de noemer staat een streep: de breukstreep.


Met welke van onderstaande bewerkingen
kun je het eigenlijk vervangen?
A
+
B
-
C
x
D
:

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

onthoud dat breuk andere schrijfwijze is van delen
bijzondere breuken:

Slide 13 - Woordweb

een aantal breuken hebben speciale naam, kun je er een paar benoemen?

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

21en84

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke breuk is gelijkwaardig aan:
A
2/6
B
2/3
C
2/8
D
1/2

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zoek de 2 bij elkaar horende breuken bij elkaar

Slide 23 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Koppel de breuken die hetzelfde zijn
3/12
6/36
7/70
12/24
1/4
1/2
1/6
1/10

Slide 24 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de juiste breuk naar het bijbehorende kommagetal!
(sommige kommagetallen horen bij meerdere breuken!)
0,5
0,25
0,1
0,2
1/2
1/10
1/4
1/5
5/10

Slide 25 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies


Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

welke breuk moet er in het hokje staan?

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

welke breuk moet er in het hokje staan?

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Doelen 
Aan het eind v/d les kun je:
  1. Uitleggen wat een teller, noemer van een breuk is;
  2. Je spreekt de breuk uit;
  3. Breuken vereenvoudigen.

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies